Wat is een organisatie volgens Handel (2003):
o Bewust opgerichte groep met een bepaald doel
o ‘Overleeft’ in de regel de individuele leden van een organisatie. (of de organisatie
belangrijker is dan een van de leden zelf)
o In meer of mindere mate geformaliseerd in regels en hiërarchie
Je kunt twee verschillende soorten vragen stellen
o Verklarend: Hoe kan de organisatiestructuur verklaard worden aan de hand van a) de
aard van werkzaamheden (rationeel) of b) de kenmerken van de omgeving
(organisaties als open systeem)
o Prescriptief (soort consultant): Hoe kan een organisatie zo effectief mogelijk worden
ingericht
Rol van theorie?
o Hulpmiddel om te beschrijven of verklaren. Wel oppassen!! Als je een theorie
gebruikt zoom je vaak in. Hierdoor kan het zijn dat je andere aspecten over het hoofd
ziet.
o Je kan hetzelfde verschijnsel vanuit verschillende perspectieven bekijken
Weber, de bureaucratie:
o Centralisering: In welke mate alle beslissingen aan de top van de organisatie worden
genomen. Hoe meer gecentraliseerd, hoe meer dit het geval is. Binnen bureaucratie
zijn er vaak veel lagen in organisatie
o Formalisering: Betekent dat er heel veel geschreven regels en procedures zijn.
Bureaucratie wordt hierdoor gekenmerkt
o Sine ira et studio: zonder dat ambtenaren kijken wie hun voor hen staat. Ambtenaren
moeten hun werk zo neutraal mogelijk handelen
o Onzekerheidsreductie
o Autoriteit berust op rationeel-legaal gezag;
Traditioneel: bijvoorbeeld het koningshuis, het is traditie dat de
kroonopvolger het kind van de koning is
Charismatisch: vloeit voort uit bepaalde kenmerken van de
gezaghebber. Bijvoorbeeld dat iemand heel goed kan spreken en
overtuigen
Rationeel-legaal: gezag dat voortvloeit uit de wet
De wijze waarop gewerkt moet worden staat vast in regels
Ambtenaren zijn slechts poppetjes van organisatieleiding en werken in
een hiërarchische structuur
Er wordt geworven op basis vrije selectie en op basis van competenties
De uitvoering van het werk berust op schriftelijke stukken: werk wordt
heel controleerbaar > onzekerheidsreductie
o Aan de ene kant past bureaucratie bij democratie: alles volgens regels en gelijkheid
voor de wet en gelijke behandeling, rekrutering ambtenaren op basis van
deskundigheid
o Aan de andere kant niet omdat ambtenaren worden geworven op deskundigheid en
niet worden gekozen (door het volk). Opslurping van de macht omdat ambtenaren veel
meer kennis hebben dan de democratisch gekozen bestuurders. Dat ambtenaren veel
meer weten en dingen zelf kunnen bepalen past niet binnen de bureaucatie
, o
Scientific management (Taylor):
o Rationalisering: door een wetenschappelijke (door o.a. regels en wetten) aanpak van
werk verhoog je de efficiëntie
o De arbeider volgens Taylor:
Liever lui dan moe en uitsluitend te motiveren door beloningen en
straffen (extrinsieke motivatie)
Soldiering: werkt samen met collega’s om zo min mogelijk werk te
verrichten
Weet meer over productieproces dan baas (principaal-agent probleem)
(kennis asymmetrie)
o Wetenschappelijke analyse arbeidstaken (time- and motion-studies), op basis hiervan
kan je al gedetailleerde aanbevelingen doen
o Wetenschappelijke selectie en training
o Samenwerking management en arbeiders (scheiding denken en doen)
o Bijna gelijke verantwoordelijkheden tussen management en arbeiders
Taylorisme (benign visie):
o De start van rationalisatie beweging: continu streven naar maximalisatie
doelmatigheid en doeltreffendheid.
o Beheersing, disciplinering en uitholling competente arbeiders. Arbeiders alleen maar
laag ongeschoold werk
Kritiek op het Taylorisme:
o Niet de meest competente maar de meest volgzame arbeiders worden gekozen
o Spanningen tussen management en arbeiders nemen toe\
o Het leidt tot dehumanisering (vervreemding van arbeidsproces)
o Verdeling verantwoordelijkheden is scheef
Braverman: kritiek op het Taylorisme
o De achteruitgang van het werk in de 20ste eeuw: door het opdelen van het werk haal de
trots en vakmanschap weg en ook er sprake van dehumanisering. De mens is soort van
onderdeel geworden van de machine. Geen sprak van aandacht voor de mensen zelf.
o Marxistische benadering
Clash tussen kapitaal en arbeid
Prescriptief, oordeel vellen
o Werk werd minder leuk, intrinsieke motivatie viel weg
o Time and motion studies zijn volgens Braverman gericht op vergroting uitbuiting
arbeiders. Tegengaan van principaal-agent probleem: het tegengaan van het feit dat
arbeiders meer weten dan het management over het werkproces.
o Er wordt slechts geselecteerd op volgzaamheid, niet op competentie
o Spanning tussen arbeider en management neem toe
o De verdeling is uitermate scheef. Arbeider moet veel meer doen volgens Braverman
o Taylorisme is geen wetenschap, het is slechts een controlemiddel voor het
management om het arbeidsproces volledig te beheersen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper thijmenklop. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,48. Je zit daarna nergens aan vast.