Rechtseconomie
Week 1 – Wat is rechtseconomie?
Hoorcollege
Vandaag kijken we naar een viertal dingen:
1. Wat is rechtseconomie?
2. Verhouding recht en economie
3. Opbouw cursus
4. Stof week 1
a. Welvaart, markten en overheid
Allereerst; wat is rechtseconomie? Kort samengevat is het:
- Economische analyse van het recht
o Bestudering van het recht m.b.h.v. inzichten uit de economie
▪ Economie: nutsmaximaliserend gedrag
▪ Recht: prikkels
• Recht is een verzameling van prikkels waarmee je kunt proberen
gedrag te sturen en te beïnvloeden
• Recht beïnvloedt dus gedrag
Twee vragen staan centraal
1. Wat is de invloed van recht op gedrag?
a. Welke gedragseffecten vallen er te verwachten?
2. Welke invloed heeft recht op maatschappelijke welvaart?
a. Maatschappelijke welvaart als het nut van individuen
b. Bij het bepalen van het nut gebruiken we twee criteria
▪ Pareto-criterium
▪ Hicks-Kaldor-criterium
Je kan wel begrijpen dat bij de invloed van recht op maatschappelijke welvaart je ook kan afwegen
wat de verschillende invloeden zijn van verschillende acties.
Wat is rechtseconomie? Vanuit welk perspectief kijkt de rechtseconomie?:
- Kritische academicus
- Wetgevingsjurist: als een wetgevingsjurist denkt aan hoe wetgeving moet worden gemaakt,
dan hanteert hij bepaalde criteria:
o Een maatschappelijke kosten-batenanalyse
▪ Welke kosten en baten zijn er en wegen de kosten niet sterker dan de baten?
• In die zin is de rechtseconomie een instrument van de
wetgevingsjurist.
- Beleidsadviseur: is het te voeren beleid wel nuttig voor de samenleving?
Binnen de rechtseconomie zijn er drie grondleggers:
, - Posner – Economic Analysis of Law – ‘Common law is best explained as if judges were
trying to maximize wealth in the economist’s sense’
o Hoe kun je recht zo goed mogelijk vormgeven om maatschappelijke welvaart te
maximaliseren
o Enigszins omstreden
- Thomas Ulen & Robert Cooter – Law & Economics
- Ott Schäfer – Lehrbuch der ökonomische Analyse des Zivilrechts
Efficiëntie:
- Pareto-criterium
- Hicks-Kaldor-criterium
Verhouding recht en economie
Hoe zit het nou met de verhouding tussen recht en economie? Even wat tegenstellingen:
- Verschil in evaluatiemoment:
o Economen kijken ex ante (=nadenken over ‘als je het vormgeeft, wat is dan de
invloed?’. Kijkt dus naar de toekomst)
o juristen kijken ex post (=nadenken over ‘er is iets gebeurt, wat is de beste
oplossing?’. Kijkt naar verleden)
- Verschil in waarde:
o Economen kijken naar efficiëntie
o Juristen kijken naar rechtvaardigheid
We gaan kijken naar een casus. Het bedrijf Nefalit heeft de keuze om
wel maatregelen te nemen tegen asbest of niet. Karamus kon wel
roken of niet roken. Dit zorgde voor de volgende kruistabel zoals
hiernaast.
Zoals je ziet verdubbelen de kansen wanneer Nefalit geen maatregelen zouden nemen tegen asbest. Je
weet in de casus niet waaraan Karamus, causaal gezien, zou zijn overleden. Binnen een traditionele
benadering zou je een alles-of-niets houding nemen en zeggen dat Karamus met zijn roken het zelf
veroorzaakt heeft. Maar de Hoge Raad stelde in de uitspraak HR 31 maart 2006, RvdW 2006, 328
(Nefalit/Karamus) dat ze beiden naar rato veroordeeld moesten worden. Dat zorgde voor een
verdeling van Karamus 45% en Nefalit 55%.
J.H. Nieuwenhuis was het hier absoluut niet mee eens, hij stelde het volgende:
- Rechter tot de gedaagde: ik heb voor u twee berichten, een slecht bericht en een goed bericht.
- Eerst het slechte bericht: u wordt veroordeeld tot vergoeding van schade die met aanzienlijke
waarschijnlijkheid (75%) niet door u is veroorzaakt.
- Nu het goede bericht: u krijgt een aantrekkelijke korting; u betaalt slechts 25%.
o Hij vindt het niet okay dat iemand schade zou moeten betalen wanneer ze het
hoogstwaarschijnlijk niet veroorzaakt zouden hebben.
o Bron: J.H. Nieuwenhuis, 'Disproportionele aansprakelijkheid', RM Themis 2006, afl.
5, pp. 177-178.
Ben van Velthoven en Peter van Wijck zeggen het volgende:
- Bij Nefalit/Karamus werkt proportionele aansprakelijkheid niet optimaal, omdat niet alle
partijen worden gedwongen om ten volle rekening te houden met hun bijdrage aan de
verwachte schade.
, - Met andere woorden, Nefalit komt er nu matig mee weg en gaat misschien door, Karamus zal
misschien doorgaan met roken (als hij niet dood was)
o Bron: Ben van Velthoven en Peter van Wijck, 'Proportionele aansprakelijkheid
vanuit ex ante perspectief', Aansprakelijkheid Verzekering en Schade, juni 2008, nr.
3, pp. 130-140.
Goed, laten we nog eens stellen wat de verhouding is tussen recht en economie:
- Vertrekpunt: Recht beïnvloedt gedrag
- Invloed op gedrag?
- Invloed op maatschappelijke welvaart?
o “Economie gaat over gedrag”
Opbouw cursus
Zeven weken:
1. Welvaart, markten en overheid
2. Eigendom
3. Overeenkomsten
4. Onrechtmatige daad
5. Civiele geschillenbeslechting
6. Milieurecht
7. Strafrecht
Stof week 1 – welvaart, markten en overheid
Voorkeuren en efficiëntie
- Indifferentiecurves
- Edgeworthbox
- Pareto-verbeteringen
- Pareto-optima
- Hicks-Kaldor-criterium
Volledige mededinging
- Marktevenwicht (korte en lange termijn)
- Welvaart
Een indifferentiecurve is een verzameling aan
goederencombinaties die voor een individu indifferent is.
Dat wil zeggen dat de combinaties aan goederen op deze
lijn even veel voor hem/haar opbrengen.
- Wanneer je Sjonnie meer chocola geeft ga je op de
curve meer naar recht. Geef je hem meer
sigaretten, dan ga je op het plaatje omhoog. Op de indifferentiecurve is Sjonnie even goed af.
-
, Zoals je op het plaatje kan zien, kan Sjonnie ook twee
indifferentiecurves hebben. Hoe hoger de indifferentiecurve, hoe
beter Sjonnie af is. Je hebt ook Anita in het groen die heeft ook
chocola en sigaretten.
- Je kunt op het plaatje zien of Sjonnie veel heeft, of dat Anita
veel heeft
- Zoals je hiernaast kan zien, zijn de rode pijltjes hoeveel
chocola en sigaretten Sjonnie heeft en de groene pijltjes
hoeveel sigaretten en chocola Anita heeft.
Dan gaan we kijken naar de volgende drie punten namelijk:
Voorkeuren en efficiëntie
- Indifferentiecurves
- Edgeworthbox
- Pareto-verbeteringen
- Pareto-optima
- Hicks-Kaldor-criterium
Allereerst over de Pareto-verbetering:
- Wat is het: verandering waarbij het nut van één of meer leden van
een groep groter wordt, zonder dat het nut van enig ander lid van de
groep kleiner wordt.
o Je hebt geen winnaars of verliezers, je kunt wel kijken of 1
iemand er op vooruit gaat en de ander niet.
- Vraag: welke Pareto-verbeteringen zijn vanuit A mogelijk?
o Je moet zoeken naar veranderingen waarbij 1 iemand er tenminste op vooruit gaat en
niemand anders op achteruit.
o Een zo’n beweging is naar B. Als je van A naar B gaat, komt Sjonnie op een hogere
indifferentiecurve en is Sjonnie dus beter af en is Anita niet slechter af.
o Van A naar C. Dan is Sjonnie even goed af, want hij blijft op dezelfde
indifferentiecurve. Maar voor Anita is C op een hogere indifferentiecurve en dus is
Anita beter af
▪ Van A naar D komen beiden even goed af en dus is dat geen verbetering.
▪ Dus
• A naar B = beter
• A naar C = beter
• A naar D = gelijk
- Dit komt er op neer dat je ergens in het oog van Pareto terecht wil komen, wil je een
verbetering hebben
Ten slotte heb je een Pareto-optimum. Een pareto-verbetering ging over een verandering, een pareto-
optimum gaat over een situatie:
- Wat is het: is een situatie waarin niemand er in welvaart op vooruit kan gaan, zonder dat er
iemand anders op achteruit gaat.
- Vraag: welke punten representeren Pareto-optima?
o Zo’n punt is bijvoorbeeld punt B of C, vanuit daar gaat er minstens 1 iemand op
achteruit.
▪ Dit duidt ook op de contractcurve: