Sociale omgeving en gedrag
Hoorcollege 1: Inleiding
Belang theorie
There is nothing so practical as a good theory (Lewin)
- Structureren van problemen
- Selectie relevante determinanten
- Richting voor oplossing
- Evaluatie
Welke methode?
- Kan men status ontlenen aan prosociaal gedrag?
- Manipulatie status
o Verhaal over carrière, hoge status symbolen op nieuwe werkruimte en bedrijf versus
controleconditie
- Keuze voor milieuvriendelijk versus luxe/hoge kwaliteit versie van producten
o Vaatwasser, auto, zeep
Experiment
- Systematisch variëren onafhankelijke variabele (hier: status), en nagaan welk effect dat heeft
op afhankelijke variabele (hier: productkeuze)
- Random assignment: alleen variatie in onafhankelijke variabelen
- Veel controle over onderzoek
- Causaliteit toetsen
- Probleem: artificieel, generaliseerbaarheid, niet altijd mogelijk, lange termijn effecten
Quasi-experimentele studies
- Geen volledige controle over manipulatie (is vaak niet goed mogelijk)
- Geen random assignment
Opinie onderzoek
- Beschrijvend
- Verschillen tussen groepen
- Relaties tussen variabelen
Correlationeel onderzoek
- Nagaan welke mate variabelen samenhangen
- Causaliteit niet goed te toetsen
Verschillen tussen methoden
,Evaluatie onderzoek
- Inschatting van werking en effectiviteit van interventies
o Is het nodig?
o Uitkomst: gewenste effecten en neveneffecten
o Proces: waarom (niet) effectief
Maatschappelijke problemen
- Onderwijs
- Immigratie en integratie
- Arbeid
- Milieu
- Gezondheid
- Consumenten
- Sport
- Vervoer en verkeer
Beïnvloed door veel aspecten
- Economisch
- Historisch
- Geografisch en ruimtelijk
- Politiek
- Sociaal psychologisch
o Gedragingen
o Probleembesef
o Attitudes
o Normen
o Waarden
o Efficacy
Sociale psychologie: wetenschap die zich richt op het begrijpen van de aard en oorzaken van
menselijk gedrag en cognities in sociale situaties
Toegepaste sociale psychologie: toepassen van sociaal psychologische constructen, principes,
theorieën, interventietechnieken, methoden, en onderzoeksresultaten om sociale problemen te
begrijpen en op te lossen
Construct
Latente individuele eigenschap
- Attitude
- Waarde
- Sociale norm
- Prestatiemotivatie
Principe
Werking van een psychologisch proces
- Cognitieve dissonantie reductie
- Groupthink: unanimiteit belangrijk als cohesie groot
- Bystander effect: minder helpen als er veel mensen aanwezig zijn
- Voet-in-de-deur
o klein teken op raam ´rijd voorzichtig´?
o groot bord in tuin ´rijd voorzichtig´?
o 76% versus 17%
,Theorie: Geïntegreerde set principes waarmee gedrag en cognities kunnen worden beschreven,
verklaard en voorspeld
Theorieën: sociale invloed
- Invloed van sociale omgeving op gedachten, gevoelens en gedrag
- Voorbeeld: focus theory of normative conduct
Theorieën: sociale cognitie
- Hoe we denken over anderen en de wereld
- Voorbeeld: attributietheorie, cognitieve dissonantietheorie, theorie van gepland gedrag,
sociale vergelijkingstheorie
Theorieën: sociale relaties
- Hoe gaan we om met anderen, waarom hebben we goede relaties dan wel conflicten
- Voorbeeld: ingroup/outgroup biases, stereotypen, prosociaal gedrag,
interdependentietheorie
Verschil fundamentele en toegepaste sociale psychologie
- Fundamenteel:
o Nadruk op ontwikkelen en testen theorieën
o Deductief
▪ van theorie naar probleem
▪ nauwe benadering
▪ één theorie
- Toegepast:
o Nadruk op begrijpen en oplossen van sociale problemen
o Inductief
▪ van probleem naar verklaringen
▪ brede benadering
▪ meerdere theorieën
Overeenkomst fundamentele en toegepaste sociale psychologie
- Ontwikkelen en testen theorieën:
o Fundamentele benadering in toegepast onderzoek
o Toegepast onderzoek leidt tot fundamentele kennis
- Wetenschappelijke methoden
- Beschrijven, voorspellen, causaliteit, verklaren
- Gericht op zelfde oorzaken van cognities en gedrag
Factoren die van invloed zijn op cognities en gedrag
- Individueel: attitudes, waarden
- Sociaal: opinies en gedrag van anderen
- Situationeel: fysieke omgeving
- Cultureel: gedeelde opvattingen, percepties, normen
- Biologisch: genetische factoren
Kenmerken toegepaste sociale psychologie
- Probleemgericht: meerdere theorieën, methoden, interventies
- Waardenorientatie
- Sociale bruikbaarheid
o sterke effecten
, o lange termijn effecten
- Generaliseerbaarheid
o Representatieve steekproef
- Veld
- Interdisciplinair
- Opdrachtgever
o voorbeeld: ministeries, provincies, dierentuin, energiebedrijven
o snel resultaat
o toegankelijk
- Kosten-baten afweging
o Voorbeeld: massamedia of informatie-op-maat
- Politieke haalbaarheid
o Voorbeeld: vliegtax
- ´Output´: wetenschap vs maatschappij
Toegepaste gedragsanalyse
- Gevolgen van gedrag motiveren gedrag
o positieve gevolgen verkrijgen
o negatieve gevolgen vermijden
- Vooral directe en zekere gevolgen beïnvloeden gedrag
- Gewenst gedrag stimuleren of ongewenst gedrag afremmen door gevolgen van gedrag te
veranderen
Interventiestrategieën
- Antecedente strategieën
o Veranderen van factoren in omgeving voorafgaande aan gedrag
o Sturen gedrag, kondigen mogelijke gevolgen aan
- Consequentie strategieën
o Veranderen van gevolgen van gedrag
o Controleren gedrag
- Three-term contingency
o Antecedent → gedrag → consequentie
Antecedente strategieën
- Voorlichting, educatie en training
o Voordelen gewenste gedrag
o Nadelen ongewenste gedrag
o Training: + oefenen en feedback
o Op zichzelf niet erg effectief, vooral niet als gewenst gedrag lastig is
o Effectiever als:
▪ Informatie op maat
▪ Kennistekort belangrijkste barrière
▪ Gecombineerd met andere interventies
- Prompts
o Mondelinge of schriftelijke boodschappen op plek waar gedrag plaats vindt
o Herinneren
o Vooral effectief als:
▪ duidelijk is welk gedrag gewenst is
▪ gedrag gemakkelijk uitvoerbaar is
▪ zichtbaar op plek waar gedrag plaats vindt
▪ vriendelijk geformuleerd
- Voorbeeldgedrag