De Invloed van Mannelijke Rolmodellen op de Attitude van
Mannen tegenover Verpleegkunde
Naam
Studentnummer
Onderzoekspracticum 1
Werkgroep: Nudging
Docent
Faculteit der Sociale Wetenschappen, Psychologie
Radboud Universiteit Nijmegen
3 juni 2022
3780 woorden (excl. literatuurlijst en bijlage)
, Samenvatting
Momenteel is er een tekort aan mannen binnen de verpleging. Uit onderzoek blijkt dat
rolmodellen een belangrijke factor kunnen spelen in het verminderen van deze schaarste.
Desondanks is er nog niet eerder onderzoek gedaan naar het inzetten van mannelijke
rolmodellen om mannen richting verpleging te stimuleren. In dit onderzoek wordt er daarom
gekeken naar de invloed van mannelijke rolmodellen op de attitude tegenover verpleging
onder mannelijke middelbare scholieren. Mannelijke middelbare scholieren (N = 48) werden
willekeurig verdeeld over twee condities (experimenteel, controle), vervolgens kregen zij een
vragenlijst om hun attitude tegenover verpleegkunde te meten. In beide condities kregen de
deelnemers een artikel te lezen met betrekking tot verpleegkunde, waarbij het artikel in de
experimentele groep was gemanipuleerd. De resultaten lieten geen significant verschil zien
tussen de gemiddelde scores op de attitude vragenlijst in beide condities. Mannelijke
rolmodellen hebben dus geen effect op de attitude tegenover verpleging onder mannelijke
middelbare scholieren.
Keywords: rolmodellen, attitude, verpleegkunde, mannelijke scholieren
Verpleegkunde is een van de grootste en snelst groeiende beroepsgroepen ter wereld
(Henderson, 2013). In het jaar 2010 waren er in totaal 1,1 miljoen banen geregistreerd binnen
de verpleegkunde en dit aantal steeg jaarlijks met drie procent. Ondanks de grote hoeveelheid
banen in de verpleegkunde, blijkt slechts een klein deel van deze banen uitgevoerd te worden
door mannen. Tot op heden wordt het beroep gedomineerd door vrouwen (Landivar, 2013).
Zo was in 2020, van de 4,2 miljoen geregistreerde verpleegkundigen in de Verenigde
Staten, slechts 9,4% een man (Smiley et al., 2021). In het jaar 2015 was dit percentage 8,0%.
Deze beperkte stijging van 8,0% naar 9,4% over een periode van 5 jaar geeft aan dat er wel
degelijk instroom is van mannen in het beroep, echter dat een evenwichtige verdeling tussen
mannen en vrouwen in de verpleegkunde nog ver weg is. Dit fenomeen bleek ook te gelden
in verschillende landen binnen Europa, waar het percentage mannelijke verpleegkundigen
ook slechts tussen de vijf en tien procent lag (Regan, 2012). Hoewel het er dus op lijkt dat
meer mannen verpleging als beroep kiezen in de afgelopen jaren, blijft het feit dat mannen in
de minderheid zijn nog gelden (Dyck et al., 2009).
De reeds genoemde gegevens bevestigen nogmaals dat het beroep verpleegkunde
wordt gedomineerd door vrouwen en dat mannen in de minderheid zijn. Het tekort aan
mannen binnen de verpleegkunde wordt grotendeels veroorzaakt door de karakteristieken die
2
, bij het vak komen kijken. De zorg, verzorging en ondersteuning die deel uitmaken van de
verpleegkundige praktijk, worden over het algemeen beschouwd als vrouwelijke kwaliteiten
(Berman et al., 2008). Volgens Sedgwick en Kellett (2015) is de leercultuur binnen de
opleiding verpleegkunde dan ook vooral gericht op vrouwen en vrouwelijkheid. Er wordt
tijdens de opleiding merendeel gebruik gemaakt van leerboeken en leermaterialen met
vrouwelijke voornaamwoorden (Ashkenazi et al., 2017). En de geschiedenis, van mannen die
werkzaam zijn binnen de verpleegkunde, wordt vaak weggelaten in de theorie (Kirk et al.,
2013). Kortom, zowel binnen het beroep verpleegkunde als de opleiding ligt vooral de nadruk
op vrouwen en vrouwelijke kwaliteiten.
Doordat zowel het beroep verpleegkunde als de opleiding voornamelijk gericht is op
vrouwen en vrouwelijke kwaliteiten, zorgt dit voor een stereotypebeeld dat verpleging
vrouwenwerk is (Zamanzadeh et al., 2013). Hierdoor worden mannen ontmoedigd in hun
keuze tot het beoefenen van het vak verpleegkunde (Wolfenden, 2011). Niet alleen krijgen
mannen te maken met de stereotypes die bij verpleging komen kijken, maar ook worden ze
ontmoedigd of zelfs belachelijk gemaakt door leeftijdsgenoten en vrouwelijke
verpleegkundigen. Dit blijkt uit het onderzoek van Rajacich et al. (2013). In het onderzoek
van Cudé en Winfrey (2007) wordt dit verschijnsel nogmaals benadrukt, wanneer een
mannelijke verpleegkundige wordt ondervraagd door zijn vrouwelijke collega’s of hij wel de
juiste kwalificaties heeft voor het maken van moeilijke beslissingen. Er is dan ook gebleken
dat vanwege deze negatieve stereotypering en geslachtsvoordelen, mannen minder snel voor
een opleiding als verpleegkunde kiezen (Whitford et al., 2020). De negatieve stereotypering
en geslachtsvoordelen zijn dus redenen die mannen ervan weerhouden om verpleegkunde te
studeren.
Een andere reden die mannen weerhoudt van hun keuze tot de opleiding
verpleegkunde, is het tekort aan mannelijke rolmodellen (Ashkenazi et al., 2017).
Rolmodellen zijn personen die andere individuen kunnen beïnvloeden met hun leven of de
activiteiten die zij doen (Basow & Howe, 1979). Bij het zien van een rolmodel, die veel
succes heeft geboekt in zijn of haar carrière, kunnen andere individuen zich aangemoedigd
voelen om vergelijkbare resultaten te bereiken (Lockwood et al., 2002). Echter, gezien het
tekort aan mannelijke rolmodellen, worden mannen minder snel aangetrokken tot de
opleiding verpleegkunde (Ashkenazi et al., 2017). Daarbij biedt het tekort ook geen houvast
voor de mannen die het beroep al beoefenen of studeren. Zij worstelen vaak met gevoelens
van isolatie of gedachten dat zij niet thuishoren binnen de verpleging. Wat resulteert in het
feit dat zij sneller stoppen met de opleiding of het beroep, dan vrouwelijke studenten of
3