Psychopathologie kind en
jeugdige
Inhoud
Hoe ontstaan DSM-classificaties?..........................................................................................................2
Autismespectrumstoornissen (ASS).......................................................................................................9
Gedragsstoornissen.............................................................................................................................12
IED: intermittent explosive disorder................................................................................................13
Angststoornissen.................................................................................................................................16
Specifieke fobie................................................................................................................................17
Sociale angst/fobie..........................................................................................................................18
Paniekstoornis.................................................................................................................................19
Agorafobie.......................................................................................................................................20
Gegeneraliseerde angststoornis......................................................................................................21
Selectief mutisme............................................................................................................................22
Trauma- en stressor gerelateerde stoornissen....................................................................................22
PTSS.................................................................................................................................................22
Obsessieve compulsieve stoornis (OCD) en gerelateerde stoornissen................................................25
Obsessief compulsieve stoornis.......................................................................................................25
Depressieve stoornissen......................................................................................................................27
Major depressive disorder...................................................................................................................28
Bipolaire stoornissen (dit komt bij kinderen niet heel veel voor)........................................................32
Bipolaire stoornis type 1:.................................................................................................................32
Bipolaire stoornis type 2:.....................................................................................................................32
Cyclothymische stoornis......................................................................................................................33
Psychotische stoornissen en schizofrenie............................................................................................33
Schizofrenie.....................................................................................................................................33
Somatische symptoomstoornissen......................................................................................................36
Somatische symptoomstoornis........................................................................................................37
Conversiestoornis............................................................................................................................38
Illness anxiety disorder....................................................................................................................38
Eetstoornissen.....................................................................................................................................39
Anorexia nervosa.............................................................................................................................39
Bulimia nervosa...............................................................................................................................40
, Binge eating disorder.......................................................................................................................40
Tic stoornissen DSM-5.........................................................................................................................43
DSM-5 criteria van Gilles de la Tourette..........................................................................................43
Infantpsychiatrie..................................................................................................................................44
Hechting...........................................................................................................................................44
Onveilige hechting...........................................................................................................................45
Reactieve hechtingsstoornis............................................................................................................45
Infantpsychiatrie: voedingsstoornissen...............................................................................................45
Pica..................................................................................................................................................45
Ruminatiestoornis............................................................................................................................45
Vermijdende/restrictieve voedselinname stoornis..........................................................................46
DSM: diagnostic and statistical manual of mental disorders.
DSM is een:
- Medisch model: pathologie IN het individu, legt het probleem in het individu.
- Onderliggende psycho-biologische disfunctie of hapering die samenhangt met de problemen
die een individu ervaart.
Voorbeeld van een definitie in de DSM
- Depressie
er zijn 9 criteria opgesteld
- “Depressief of prikkelbaar”
- “Verlies van interesse”
- “Gewichtstoename of gewichtsafname”
- “Toename van eetlust of afname van eetlust”
- “Te veel slapen of te weinig slapen”
- “Psychomotore agitatie of juist sloomheid”
- “Concentratieproblemen”
Voor ieder classificatie in de DSM geldt: beperkingen in het schoolse/werk gerelateerde en
sociale functioneren.
Wat valt op aan de criteria hierboven? Het is erg REKBAAR, wat is te veel slapen of juist te weinig?
Hoeveel gewicht moet je minimaal aankomen/afvallen? Wat is prikkelbaar?
Hoe ontstaan DSM-classificaties?
Groepen psychiaters, sociologen, psychologen, professionals die stemmen over welk gedrag wel en
niet in de DSM moet worden opgenomen en welke dan dus een stoornis mag worden genoemd.
BOGSAT: bunch of guys sitting around a table.
,Deze professionals stemmen op welke
aandoening een stoornis mag worden
genoemd. Het hedendaagse beeld en
kijk op stoornissen hebben invloed op
welke aandoeningen in de DSM staan.
VB: homoseksualiteit stond tot 1973 in
de DSM.
De gedragingen die in de DSM komen
zeggen heel veel wat wij als
samenleving wel of niet acceptabel
gedrag vinden. Je kan de DSM ook lezen
als omgekeerde etiketten; welke
gedragingen willen we niet zien in de
maatschappij? Dit staat allemaal in de
DSM. Er komen steeds meer gedragingen en emoties in de DSM die wij eigenlijk niet willen zien.
In de DSM-5 zijn nieuwe dingen toegevoegd waar veel kritiek op is; bijvoorbeeld horders
(verzamelwoede), driftbuien (DMDD), ouderdom (MND), overeten (BED), menstruatie moods (PMD).
Degene die kritiek hebben op deze stoornissen zeggen niet dat het aanstellerij is, maar de
vraag is bij hen is of dat psychiatrische of medische problemen zijn en moet het worden
behandeld? Of zijn het menselijke problemen die bij het leven horen?
In 2022 is rouw in de DSM toegevoegd. Dit gaat over langer rouwen dan een jaar. Tegenstanders
zeggen dat dit een classificatie is van liefde, hoe meer je van iemand houdt hoe harder het pijn doet
wanneer iemand overlijdt. Voorstanders zeggen dat na een jaar nog steeds rouwen niet gezond is
Voordelen DSM
- Communicatie over categorieën mogelijk, iedereen heeft hetzelfde beeld door de DSM over
wat autisme of ADHD inhoudt.
- Onderzoek naar oorzakelijke factoren van omschreven stoornissen mogelijk; op basis van
criteria kan je mensen gemakkelijk selecteren voor een onderzoek.
- Onderzoek naar effecten van verschillende behandelmethoden mogelijk.
Nadelen DSM
, - Onduidelijk onderscheid tussen verschillende categorieën: veel co morbiditeit (samenkomen
van meerder stoornissen, VB angstig en depressief).
- Onduidelijk onderscheid tussen normaal vs. gestoord.
- Niet iedereen past in een hokje.
- Niet onafhankelijk.
- Reificatie letterlijk ver-ding-elijking -> je maakt van iets abstracts, bijvoorbeeld een definitie
van een stoornis een categorie, een ding maken. -> hij HEEFT ADHD, het zit in hem. In plaats
van zijn gedragingen passen bij ADHD.
Niet onafhankelijk: verstrengeling tussen kennis en macht, macht van de farmaceutische industrie.
Ze hebben veel macht over welke stoornissen in de DSM komen en welke behandeling nodig
hebben.
- 70% van de taakgroep van de DSM-5 heeft banden met de farmaceutische industrie.
Kennis en macht
Heb je veel geld dan heb je veel macht op welke kennis wordt verspreid. In het verleden was dit heel
erg, tegenwoordig is er steeds meer kritiek op de DSM en is het nu wat minder van sprake.
Het effect hierop van farmaceutische bedrijven:
- Ze brengen websites in de lucht en sponsoren websites, VB: adhdjemaaktwatmee.nl
- Sponsoren patiëntenverenigingen
- Sponseren expertmeetings
- Sponsoren experts die aan de DSM werken
- Sponsoren experts die aan richtlijnen werken
- Sponsoren wetenschappers voor onderzoek
- Betalen wetenschappers voor ‘voorlichting’
- Publiceren zelf onderzoek naar hun producten
- Betalen veel geld voor advertenties in wetenschappelijke tijdschriften en op websites
Reïficatie: filosofie en psychiatrie
- Realisme/essentialisme: DSM-classificaties komen overeen met een in de natuur bestaande
ordening (de depressie was er altijd al)
realist/essentialist zou zeggen: We hebben de stoornis ontdekt!
- Nominalisme: DSM-classificaties zijn mensenwerk en dus arbitrair en kunstmatig (iets was
wij als mens als probleem gemaakt hebben)
nominalist zou zeggen: we hebben de stoornis gemaakt. We hebben besloten dat langer dan
een jaar rouwen niet normaal is en behandeld moet worden.
- Pragmatisme: ‘waar is wat werkt’
pragmatist zou zeggen: we hebben de stoornissen gemaakt op basis van wat we zien.
Reificatie in de psychiatrie = iets abstracts wordt iets concreets en een kunstmatige soort wordt een
natuurlijke soort
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ilsevkl. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.