Hoorcollege 1 - The history of whom?
Tellen en vertellen
Inleiding in de Geschiedschrijving = gaat over de manier waarop verhalen worden verteld
en geïnterpreteerd. Niet per se wat er daadwerkelijk en feitelijk is gebeurd.
Deel 1 - Het vak Inleiding in de geschiedschrijving
Tentamen, 24 december, over:
- Inhoud hoorcollege
- Maza, Thinking about history
- Literatuur werkcolleges
Deel 2 - Verhalen over het verleden, of waarom historici het nooit eens zijn
Hoe kennen we het verleden?
- Bronnen (primair) = uit het verleden, iets dat op een bepaald moment is geschreven
over iets dat op dat moment gebeurde.
- Literatuur (secundair) = over het verleden
Een boek uit de 16e eeuw kan bijv. een primaire en secundaire bron zijn. Het boek van
Maza is tertiair, ze schrijft over mensen die over het verleden schrijven.
Geschiedenis schrijven
Geschiedenis is belangrijk en het verleden is op 1 manier gebeurd, maar kan op
verschillende manieren geschreven worden. Dat is wat geschiedenis nog steeds belangrijk
en interessant maakt. Je kan verhalen verschillend interpreteren en vergelijken. Je kan
diachroon (over verschillende tijden) en synchroon (tegelijkertijd) vergelijken. Je kan
daarnaast gebeurtenissen verschillend benoemen, hoe je ze benoemt kan verschillen.
- ‘Geschiedenis is een discussie zonder eind’ (Pieter Geyl, 1946)
- ‘A book changes by the fact it does not change, while the world does.’ (Roger Cartier,
1985)
Is geschiedenis een wetenschap?
- Beschrijven, verklaren, (re)creëren van het verleden. Daar houden historici zich mee
bezig
- Zou het een wetenschap moeten zijn? Is het vergelijkbaar met natuur- of sociale
wetenschappen?
- Geschiedenis is in ieder geval nooit meer herhaalbaar, zoals bij exacte vakken.
Geschiedenis/geschiedschrijving en het grote publiek
Historici schrijven vooral boeken en artikelen, die een groot publiek bereiken.
Geschiedschrijving is daarnaast meer dan andere disciplines bereikbaar voor mensen.
Wanneer begint de geschiedschrijving?
Diamond begon 13.000 vC. De geschiedschrijving begint eigenlijk pas bij de eerste
geschreven bronnen:
- Vader 1 = Herodotus (5e eeuw vC); secundaire geschiedschrijving; begin narratieve
geschiedschrijving
- Vader 2 = Leopold von Ranke (1795-1886); ontwikkeling van geschiedschrijving is
begonnen met wat hij heeft ontwikkeld
,Historisme (vanaf 19e eeuw, na Leopold von Ranke)
- Gebaseerd op primaire bronnen
Als je iets nieuws probeert te beweren, moet je zelf onderzoeken en zelf op basis van
gebeurtenissen iets schrijven. Niet via secundaire geschiedschrijving
- Streven naar objectiviteit en waarheid
Een historicus zou zo objectief mogelijk moeten zijn en waarheden verkondigen
- Begrijpen vanuit eigen tijd
- Niet oordelen vanuit heden, aandacht voor historische context.
Historici moeten dingen niet snappen vanuit het hier en nu, maar vanuit vroeger.
Professionalisering en institutionalisering geschiedenis
- Geschiedenis eigen (academische) discipline vanaf 19e eeuw
- Archieven en bronnenuitgaven worden nationaal geïnstitutionaliseerd
- Tijdschriften en congressen over geschiedenis ontstaan
Deel 3 - Sociale geschiedenis (Maza H1)
Maza vertelt een verhaal van een steeds grotere inclusiviteit. Kort gezegd is dat de
geschiedschrijving over steeds meer mensen gaat.
The history of whom? Hoe bekijk je de geschiedschrijving?
- Narratief-kwantitatief = hoe literair mag geschiedschrijving zijn? Mag het alleen op
cijfers gebaseerd zijn?
- Individu-collectief = gaat die geschiedschrijving over de leiders of over de massa?
Het kan ook zo zijn dat het individu zich in de massa bevindt.
- From above-from below = bekijk je de geschiedschrijving vanuit hiërarchie?
- Structure-agency = wie bepaald de geschiedenis? Bepaald de mens of bepalen
omstandigheden? Ligt het aan grote structuren of aan de agency (zelf kunnen
doen/beslissen) van het individu hoe de geschiedenis zich ontwikkelde?
Sociale geschiedenis
Betekenissen volgens Maza. Sociale geschiedenis is:
- Niet-politieke geschiedschrijving = alles wat niet politieke geschiedenis is. Alles wat
niet over politiek en grote leiders gaat.
- Socialistische geschiedschrijving = hangt samen met het Marxisme, maar niet te
verwarren met het politieke Marxisme/communisme. Het betreft hier de Marxistische
geschiedschrijving, die dus gaat over de emancipatie van de arbeidersklasse, niet
meer alleen over de grote leiders. In eerste instantie gaat het over grotere gehelen
(vakbonden, stakingen, etc.), later echt over de arbeiders zelf.
- History from below = wordt vaak geplakt op de geschiedenis van de lagere
klassen/gewone mensen.
- Sociaalwetenschappelijke geschiedbeoefening = historici die geschiedenis koppelen
aan economie en sociologie. Vaak kwantitatieve en statistische methodes, door te
tellen en berekenen (cliometristen, Fogel en Engerman’s onderzoek!)
- Emancipatie = het verhaal over het includeren van grote groepen, die lang niet
relevant waren in de geschiedschrijving, zoals zwarte mensen en minderheden. Het
zijn bijv. discussies over slavenhandel en tot slaaf gemaakten.
Hoorcollege 2 - The history of where?
, Nederland en de Wereld
Conclusies week 2: Historiografie
- Historiografie = praktijk van geschiedschrijving; geschiedschrijving over bepaald
onderwerp; geschiedenis van geschiedschrijving
- Geschiedenis = een discussie zonder eind; structure-agency
Deel 1 - Nationalisme, nationaal denken en nationale identiteit
Geschiedenis als discipline
- Indeling van het vakgebied = vergeleken met de VS is in NL de geschiedenis
ingedeeld in vakgebieden (aparte docenten per vak) met eigen thema’s.
- 19e eeuw = professionalisering geschiedenis + ontstaan van het idee van
nationalisme met het ontstaan van natiestaten (bijv. Duitsland)
- Twee stromingen binnen nationalisme:
1. Modernisten = nationaal denken is in essentie een 19e eeuws fenomeen
2. Traditionalisten = nationaal denken heeft haar ontwikkeling eerder ingezet
dan de 19e eeuw
Ze zijn het er wel over eens dat het nationalisme in de 19e eeuw een vlucht nam.
- De professionalisering van het vak geschiedenis en nationalisme hebben nauw
verband met elkaar. Dat zie je terug in universiteiten en academies (zijn nationaal
verbonden)
- In de 19e eeuw wordt nationalisme versterkt door nationale (historische) helden en
plekken waar geschiedenis(helden) worden afgebeeld, zoals De Dam of het Lieux de
Mémoire. Deze afbeeldingen kunnen over een positieve of negatieve (als
leermoment) gebeurtenis zijn.
Collective memory / collective amnesia
Om de collectieve identificatie en nationale denken (denk aan The Invention of Traditions en
Imagined Communities) in stand te houden moeten we niet alleen dezelfde dingen
herinneren, maar ook dezelfde dingen vergeten. Soms worden er bepaalde dingen expres
uit de geschiedenisboeken gehaald of worden ze minder aangehaald, denk aan Stalins
bloedvergiet in Rusland of de Nederlandse politionele acties in Indonesië.
Deel 2 - Problematiseren van het nationale perspectief
Kritiek op nationale geschiedenis (Maza)
- Problematiseren natiestaat = de natie is een constructie. Het is niet dat Duitsland
voor haar vereniging al bestond zoals het nu is.
- Andere perspectieven leveren nieuwe inzichten, zoals: lokale geschiedenis; zee als
uitgangspunt (La Méditerranée, The Columbian Exchange); boundary studies;
wereldgeschiedenis
- Imagologie = een wetenschappelijk specialisme dat culturele representaties
analyseert op hun beeldvorming over volkeren, culturen en samenlevingen.
Deel 3 - ‘Wereldgeschiedenis’ (blz. 7 SV)