Personen- en familierecht Hoorcolleges
Week 1
Hoorcollege 1 – Huwelijk en geregistreerd partnerschap
Onderwerpen van het personenrecht
Personenrecht: regels betreffende de rechtspositie van natuurlijke personen:
Begin en einde van de natuurlijke persoonlijkheid
Naam, woonplaats, burgerlijke stand
Meerder-en minderjarigheid; handelings(on)bekwaamheid,
vertegenwoordiging
Curatele, mentorschap, beschermingsbewind; enz
Familierecht: juridische relaties die voortvloeien uit samenlevingsvormen en
afstamming:
Huwelijk en geregistreerd partnerschap
Vermogensrechtelijke gevolgen daarvan
Afstamming en adoptie
Relatie tussen ouders en kinderen (gezag, verdeling van zorg-en
opvoedingstaken, omgang, etc.)
Bronnen van het personen-en familierecht
Nationale bronnen
Personen-en familierecht: Boek 1 BW
Erfrecht: Boek 4 BW (gaan we het niet over hebben in deze cursus)
Familieprocesrecht, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Bijzondere wetten, bijv:
o De jeugdwet
o Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting
Internationale bronnen
Internationale verdragen
Wetgeving van de EU
Rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM)
in Straatsburg (Raad van Europa); en het Europese Hof van Justitie in
Luxemburg (EU)
Internationale verdragen
Europees Verdrag Inzake Rechten van de Mens en Fundamentele Vrijheden
EVRM (1950) – Raad van Europa. Dit is een heel belangrijk verdrag. Als
Nederland jou rechten schendt die in dit verdrag staan dan kan je daar in
Nederland mee naar de rechter, maar uiteindelijk ook naar het Europese Hof
voor de Rechten van de Mens.
Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind IVRK (1990) – Verenigde
Naties. Er zit geen hof of iets aan verbonden. Je kan je er wel op beroepen bij de
Nederlandse rechter.
Haags Adoptieverdrag (2008) – Haagse Conferentie voor Internationaal
Privaatrecht.
Een groep landen die samen verdragen opmaken met betrekking tot erkenning
van elkaars beslissingen. In het Haags Adoptieverdrag wordt geregeld dat als je
in Frankrijk of in China een kind adopteert, dat die beslissing ook in Nederland
wordt erkend en vice versa.
Haags kinderontvoeringsverdrag (1980) – Haags Conferentie voor Internationaal
Privaatrecht
,Hoe kunnen we kinderen die onrechtmatig door hun ouders zijn meegenomen
terughalen?
Het EVRM
Er zijn een aantal artikelen van groot belang voor het familierecht en de
Nederlandse rechtsorde.
Art. 8 > recht op bescherming van het gezins-en familieleven
Art. 12 > recht om te trouwen en een gezin te stichten
Art. 14 > verbod van discriminatie
(Art. 6 > waarborgt de toegang tot de rechter)
Art. 8 EVRM
1. Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en
gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van
dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische
samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de
openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van
wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de
goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
De inbreuk moet dus bij de wet voorzien zijn en ook noodzakelijk zijn. Het
respect moet de staat in beginsel hebben tenzij een van de
uitzonderingsvoorwaarden zich voordoet.
Jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in
Straatsburg
Het Marckx arrest 1979
Gaat over Paula Marckx die niet getrouwd is maar wel een kind krijgt in België.
Zij komt erachter dat ze niet automatisch de moeder is van haar kind. Ze moet
het kind erkennen. Maar ook dat door het feit dat zij het kind heeft erkend, haar
familie eigenlijk niet automatisch familie worden van haar kind. Ze is gaan
procederen. Het Europese hof zei dat de relatie tussen moeder en kind
automatisch tot stand moet komen op basis van artikel 8 EVRM. Ook zegt het
hof dat de landen een positieve verplichting hebben.
Dynamische interpretatie van het Europees Verdrag inzake rechten van
de mens in het licht van de huidige omstandigheden.
Positieve verplichting van de lidstaten om de uitoefening van de onder het
verdrag vallende rechten te waarborgen. Het gaat dus niet alleen om
geen inbreuk maken maar ook om actieve bescherming van familie en
gezinsbanden.
‘whole code of family law’
Marckx arrest
Essentie
Het is discriminatoir om onderscheid te maken tussen een wettig en een
natuurlijk kind en tussen een gehuwde en een ongehuwde moeder.
Rechtsregel
De regels uit het Belgisch familierecht ten aanzien van erkenning van kinderen
door een ongehuwde moeder zijn in strijd met artikel 8 en 14 van het EVRM.
Verder heeft het natuurlijk kind net zoveel recht als het wettig kind om in een
familierechtelijke betrekking te staan met de moeder en de overige gezinsleden
en levert een onderscheid hiertussen schending van artikel 8 en 14 van het
EVRM op. Tenslotte zijn de bepalingen in het Belgische erfrecht niet in strijd
met artikel 8 en 14 van het EVRM en artikel 1 van het Eerste Protocol, maar het
,onderscheid wat deze bepalingen opleveren ten aanzien van natuurlijke en
wettelijke kinderen en gehuwde en ongehuwde moeders wel.
Inhoud arrest
Paula Marckx, een ongehuwde moeder, moet volgens de Belgische wetgeving
haar dochter Alexandra erkennen om familierechtelijke betrekkingen te laten
ontstaan. Door die erkenning ontstaat geen familierechtelijke betrekking met de
familieleden van de moeder. Hierdoor wordt volgens Alexandra Marckx
ongerechtvaardigd onderscheid gemaakt tussen kinderen die wel en die niet in
een familierechtelijke betrekking staan met een ouder.
Paula en Alexandra stappen naar het EHRM en stellen dat de bepalingen in het
Belgische recht in strijd zijn met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de
Rechten van de Mens, het recht op eerbiediging van het gezinsleven en
discriminatie inhouden in strijd met artikel 14 van het EVRM, tussen natuurlijke
en wettelijke kinderen en tussen ongehuwde en gehuwde moeders. Tenslotte is
volgens hen artikel 1 van het eerste Protocol geschonden, het recht op
eigendom, omdat de ongehuwde moeder niet kan beschikken over de
bezittingen ten gunste van haar kind.
Het EHRM overweegt dat artikel 8 van het EVRM zowel geldt voor het
gezinsleven van een natuurlijk gezin als voor het gezinsleven van een wettig
gezin. De Staat moet ervoor zorgen dat families een normaal gezinsleven
kunnen leiden en mag niet discrimineren op grond van geboorte.
Met betrekking tot Paula overweegt het EHRM dat Paula Alexandra moet
erkennen omdat de Belgische wet haar moederschap niet vanaf de geboorte
automatisch erkent omdat ze ongehuwd is. Dit heeft nadelige gevolgen voor het
erfrecht, want als Paula haar dochter erkent, is ze beperkt in het nalaten van
bezittingen aan haar. Als zij die mogelijkheid wil behouden, dan moet ze haar
dochter niet erkennen. Dit dilemma is volgens het EHRM niet in
overeenstemming met artikel 8, de eerbiediging van het gezinsleven. Ten
aanzien van Alexandra komt het EVRM tot dezelfde conclusie omdat zij tot de
erkenning wettelijk gezien geen moeder had.
Volgens het EHRM kan de Belgische regel die vestiging van moederschap onder
meer van vrijwillige erkenning afhankelijk stelt niet worden gerechtvaardigd.
Het natuurlijk kind heeft evenveel belang dan het wettig kind op deze band met
de moeder. Dit onderscheid heeft dan ook geen objectieve en redelijke
rechtvaardiging en levert voor zowel Paula als Alexandra een schending op van
artikel 8 en 14 van het EVRM.
Voorts overweegt het EHRM dat het niet opnemen van het kind in de familie van
de moeder en het slechts vestigen van een familieband tussen de moeder en het
kind het gezinsleven belemmert (waartoe ook de relatie met onder meer de
grootouders behoort). Hiervoor bestaat geen objectieve en redelijke
rechtvaardiging. Het feit dat de rust in een familie verstoord wordt als een
natuurlijk kind gelijke rechten krijgt als de wettelijke kinderen, mag geen reden
zijn om het natuurlijk kind zijn rechten te ontnemen. Daarom bestaat voor zowel
Paula als Alexandra een schending van artikel 8 zowel afzonderlijk als in
samenhang met artikel 14 van het EVRM.
Ten aanzien van het erfrecht overweegt het EHRM als volgt. Erfenissen en
schenkingen zijn verbonden met het gezinsleven. Artikel 8 van het EVRM
bepaalt niet dat het kind recht heeft op een erfenis van zijn ouders of andere
familieleden. De beperkingen in het Belgisch recht zijn op zichzelf dan ook niet
in strijd met artikel 8 van het EVRM. Het ontstane onderscheid tussen wettelijke
en natuurlijke kinderen heeft alleen geen objectieve en redelijke
rechtvaardiging. Alexandra is daarom het slachtoffer van schending van artikel
8 en 14, vanwege de beperking om goederen van haar moeder te krijgen, als het
feit dat zij van haar familie niets kan krijgen.
, Ten aanzien van Paula overweegt het EHRM dat artikel 8 haar geen vrijheid
geeft om haar goederen aan haar dochter te schenken of erven geeft. Het
onderscheid tussen gehuwde en ongehuwde moeders maakt wel inbreuk op
artikel 8 en 14 van het EVRM, omdat ook hiervoor geen objectieve en redelijke
rechtvaardiging bestaat. Artikel 1 van het Eerste Protocol garandeert het recht
op eigendom, maar de wetgever is bevoegd om in het algemeen belang
regelingen te treffen voor het eigendom bij overlijden en schenkingen. Het
Belgisch recht hierover maakt dus geen inbreuk op artikel 1 van het Eerste
Protocol. Het onderscheid wat dit oplevert tussen gehuwde en ongehuwde
moeders levert wel een schending op van artikel 1 van het Eerste Protocol, in
combinatie met artikel 14 van het EVRM, omdat hiervoor geen objectieve en
redelijke rechtvaardiging bestaat
Het Johnston arrest 1986
Hij is getrouwd, en met wederzijds goedvinden is hij al lang niet meer bij zijn
vrouw. Ze wonen in Ierland en kunnen ze niet van elkaar scheiden. Hij heeft een
nieuwe relatie en een nieuw kind. Doordat hij nog getrouwd is, kan hij geen
vader worden van zijn kind bij zijn nieuwe partner. Ook hij gaat naar het
Europese Hof. Het Hof erkent niet dat er een recht is op echtscheiding. Johnston
komt van een koude kermis thuis. Er moet wel mogelijkheden zijn om zijn kind
bij zijn nieuwe partner te erkennen, maar niet dat hij van zijn vrouw kan
scheiden. Hier komt een belangrijke term van het europese hof naar voren:
Marge van appreciatie (margin of appreciation)
Staten hebben een zekere vrijheid om zelf te beoordelen.
Terughoudende opstelling van het Hof m.b.t. de erkenning van het recht
tot echtscheiding
Familie- en gezinsleven (8 EVRM)
Een overzicht van soorten relaties die daar in ieder geval onder vallen en dus
beschermd moeten worden:
Echtgenoten/ geregistreerde partners
Moeder en kind
Gehuwde ouders en hun kinderen
Tussen het met behulp van KI verwekte kind en een instemmende
lesbische of transseksuele partner van de moeder
De vader en het buitenhuwelijks geboren kind, mits:
o Vaste relatie tussen de vader en de moeder
o Contacten tussen de vader en het kind
o Intentie van de vader om familieleven te vestigen
Heteroseksuele ongehuwde samenwoners
Homoseksuele ongehuwde samenwoners
Tussen andere familieleden mits feitelijk contact