Lesvoorbereidingsformulier Voortraject (les 1)
Lesactiviteit: Voortraject les 1 (kennismaken zwembad, lesgever en water) Naam: --
A. Beginsituatie
- De deelnemers:
Aantal: 8 Leeftijd tussen: 4 en 6 jaar Basisvaardigheden: nog geen ervaring
- Kenmerken om rekening mee te houden (o.a. cognitief/ motorisch/ sociaal-emotioneel/ motieven):
De kinderen maken pas voor het eerst kennis met het zwembad, zijn nog niet watervrij en hebben nog nooit zwemles gehad. Ze leren met
name door nadoen. De kinderen hebben een korte spanningsboog. Kinderen willen veel spelen en nog niet zoveel leren.
- Aandachtspunten voor de lesgever:
Let erop dat er veel variatie wordt aangeboden. Deze jonge kinderen zijn snel afgeleid. Er zullen ook kinderen bij zitten die het eng vinden of
moeten huilen. Stel deze kinderen op hun gemak en dwing ze niet iets te doen dat ze niet willen. Maak de afspraken duidelijk die gelden in het
zwembad en bij de zwemles.
- Benutbare mogelijkheden van het zwembad:
Afmeting: 8 x 15 meter
Vorm: rechthoekig met 2 uitstulpingen: 1 deel om via verlagingen het zwembad in te gaan en 1 ondieper deel om te zitten
Kanten: 3 bruikbare kanten
1
,Waterdiepte: 60 cm in het deel waar het trapje eindigt, dan wordt het steeds dieper tot aan 120 cm.
Faciliteiten: plankjes, speelgoed, ringen, kurkjes, plankjes, flexibeams, 1 trapje en een ondiep gedeelte waar kinderen kunnen zitten
Situatieschets van het zwembad:
60
15 m. lengte 15 meter
8 m. breed
Breedte 8 meter
B. Doelstelling(en)
Tijdens de les wordt het accent gelegd op: Kennismaken met lesgever, met het zwembad en water. Begin watervrij maken. Rennen door water,
water spatten, springen in het zwembad
2
, C. De les
Dag/Tijdstip:
Het motorische De lesinhoud (tijd en opdrachten: De rol van de lesgever Organisatie en veiligheid Materiaal
leerproces accent, variatie en differentiatie) (observeren, uitleg (organisatievormen,
(voorwaarden en geven, correcties, opstellingen,
fase) aanmoedigingen) aanbiedingsvormen)
Tijd Opdrachten
Kinderen ontvangen 5 Kinderen welkom heten, Lesgever noteert de Lesgever staat aan de Tablet om
namen noteren en even een namen van de kant. Kinderen mogen aanwezigen te
praatje maken. kinderen. Lesgever nog niet het water in noteren.
maakt een praatje met gaan.
kinderen. Observeert Kinderen moeten met
hoe het met elk kind start al bandjes aan
gaat en of het nodig is doen.
extra aandacht aan het
kind te besteden.
Afspraken maken 2 Afspraken duidelijk aan de De lesgever legt aan Lesgever staat aan de Bandjes
kinderen uitleggen. alle kinderen de kant. Kinderen staan met
afspraken uit die bandjes aan aan de kant.
gelden in het zwembad Het uitleggen van de
en tijdens de zwemles: regels is heel belangrijk
de kinderen blijven bij voor de veiligheid van de
het zwembad, bandjes zwemles.
mogen niet af, als
kinderen naar wc
willen, moeten ze dit
3
, vragen, kinderen
mogen niet zelf in het
zwembad gaan (alleen
als lesgever het zegt),
niet spelen tijdens de
zwemles en goed
luisteren.
Na afloop vraagt de
lesgever of de kinderen
nog vragen hebben.
Fase 1: in het water 5 De kinderen moeten 1 voor De lesgever legt uit dat De lesgever staat onder Bandjes en trap
gaan 1 in het water gaan. De de kinderen het water aan de trap in het
eerste keer moeten ze van in mogen gaan. 1 voor zwembad. Hij houdt de
het trapje af lopen. Daarna 1, dus achter elkaar. De kinderen in de gaten en
lopen ze het zwembad in de eerste keer gaan ze via helpt kinderen die nog
breedte over en klimmen op de trap, de tweede bang zijn.
de kant. De tweede keer keer mogen ze het zelf
mogen ze zelf weten hoe ze weten. De lesgever
in het zwembad komen. observeert en ziet
welke kinderen nog wat
bang zijn en hoe ver de
kinderen motorisch
gezien zijn.
Fase 1: namen- en 10 Om de namen van de De lesgever leidt het De kinderen staan om de Bandjes
dierenspel kinderen te leren kennen, spel in goede banen. Hij lesgever heen in een
gaan we het namen- en heeft de regie. Hij geeft cirkel in het ondiepe
dierenspel doen. Als het elk kind een beurt door gedeelte van het
kind bij de naam wordt de naam van het kind zwembad.
genoemd, doet het in het te noemen. Op die
water een dier na. De manier leert de
4
, lesgever moet raden welk lesgever snel de namen
dier het is. Als de lesgever en horen de kinderen
het fout heeft, moet hij zelf ook de namen van de
een dier nadoen. andere kinderen.
De lesgever observeert
ook goed en ziet welke
kinderen al wat
watervrij zijn en welke
kinderen bang zijn.
De lesgever moedigt
verlegen of bange
kinderen aan mee te
doen.
Fase 1: rennen door 10 De kinderen gaan rennen De lesgever legt uit wat De kinderen springen in Bandjes en
het water door het water. Ze springen de bedoeling is. Hij het zwembad of lopen flexibeam
of gaan met de trap het blijft in het water staan via het trappetje het
zwembad in en rennen dan in het ondiepe deel bij zwembad in. De lesgever
over de breedte naar de het trappetje. Zo kan staat al in het zwembad
andere kant van het bad en hij kinderen helpen die bij het trappetje om
klimmen er weer uit. nog niet zo goed kinderen te helpen die
Als ze dit twee keer hebben durven. niet goed durven.
gedaan, gaan ze als een De lesgever corrigeert
paardje rennen. De de kinderen.
kinderen krijgen allemaal
een flexibeam en doen die
tussen hun benen. Ze
galopperen als een paard
door het water. Dat doen ze
ook 2 keer.
Daarna mogen ze nog 2x
5
, zelf kiezen als een dier door
het water te gaan.
Fase 1: water spatten 10 De kinderen mogen de De lesgever legt uit wat De kinderen staan om de Bandjes
lesgever nat spatten. Ze de bedoeling is. De lesgever heen in een
mogen zelf weten hoe ze lesgever staat in het cirkel in het ondiepe
dat doen. Mag met armen midden van de cirkel en gedeelte van het
zijn, maar ook met benen. de kinderen mogen zwembad.
Daarna vraagt de lesgever hem nat spatten. Ze
of er misschien een kind is mogen zelf weten hoe
dat natgespat durft te ze dat doen.
worden. Hij vraagt dan aan Daarna vraagt de
het kind of de andere lesgever of een ander
kinderen hard of zacht kind in het midden wil
mogen spatten. staan om natgespat te
Alle kinderen die in het worden. De lesgever
midden willen staan, komen houdt hierbij goed in de
aan de beurt. gaten of het kind in het
midden het nog leuk
vindt.
Alle kinderen die in het
midden willen staan,
komen aan de beurt.
Kinderen die niet
willen, hoeven niet in
het midden te komen
staan.
Fase 1: Spel blokjes 10 Kinderen gaan proberen zo De lesgever legt uit en De 4 kinderen die niet 12 blokjes, bandjes.
overbrengen en snel mogelijk 3 blokjes naar observeert de kinderen mee doen, moeten op de Liefst blokjes die
rennen de overkant te brengen en corrigeert. kant gaan staan. De 4 blijven plakken aan
door door het water te kinderen die mee doen, de kant.
6
, rennen. staan in een rijtje in het
Telkens rennen vier ondiepe deel van het
kinderen tegen elkaar. bad. De lesgever staat
We kijken welk kind als ook in het ondiepe deel
eerste aan de overkant is. tussen de kinderen in.
Als laatste is er een
‘wedstrijd’ tussen de twee
snelste kinderen uit de
beide rondes.
Wc’s en douches 3 De lesgever laat de kinderen De lesgever legt uit De kinderen houden hun bandjes
laten zien zien waar de wc’s zijn en de waar de wc’s en de bandjes aan en lopen
douches douches zijn en met de lesgever naar de
herhaalt nog even de wc’s en douches en
regels wat betreft naar lopen weer terug naar
de wc moeten tijdens het zwembad.
de les.
Afsluiten en spelen 5 Kinderen mogen vrij gaan Lesgever speelt mee Lesgever blijft in het Ringen, flexibeams,
spelen en moeten daarna met de kinderen en zwembad bij de spelende speelgoed
gaan douchen. zegt wanneer het tijd is kinderen. Als de
om te gaan douchen kinderen moeten gaan
douchen, verlaat de
lesgever pas het
zwembad als het laatste
kind uit het water is.
7