100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
8.9 gehaald!! Samenvatting ALLE STOF Gezinspedagogiek tentamen (We are family, Opgroeien in het hedendaagse gezin & meerdere artikelen) €7,68   In winkelwagen

Samenvatting

8.9 gehaald!! Samenvatting ALLE STOF Gezinspedagogiek tentamen (We are family, Opgroeien in het hedendaagse gezin & meerdere artikelen)

1 beoordeling
 106 keer bekeken  14 keer verkocht

Samenvatting van ALLE tentamenstof van Gezinspedagogiek. Dit betekent dat alle (benodigde) hoofdstukken uit het boek Opgroeien in het hedendaagse gezin (ISBN: 9789401469548) en het boek We are family (ISBN: 8643) aan bod komen in deze samenvatting. Ook ALLE artikelen die bij de tentamenstof horen, ...

[Meer zien]
Laatste update van het document: 1 jaar geleden

Voorbeeld 7 van de 74  pagina's

  • 24 januari 2023
  • 24 januari 2023
  • 74
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (73)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: annabusé1 • 9 maanden geleden

avatar-seller
BdE5
Samenvatting Gezinspedagogiek
• OihHG: Van der Horst, F., Lucassen, N., Kok, R., Sentse, M., Jooren, L., van Rosmalen, L. & Luijk,
M. (2020; tweede, geheel herziene druk). Opgroeien in het hedendaagse gezin. Houten:
LannooCampus.
• WaF: Golombok, S. (2020). We are family. The modern transformation of parents and children.
New York: Public Affairs.
• Meerdere artikelen




1

,Inhoudsopgave
HOORCOLLEGE 1 – HET GEZIN IN EVOLUTIONAIR PERSPECTIEF ........................................................................ 3
ARTIKEL: EVOLUTIONAIRY CONTEXT OF HUMAN DEVELOPMENT: THE COOPERATIVE BREEDING MODEL ................................... 3
HOORCOLLEGE 2 – HET GEZIN IN HISTORISCH PERSPECTIEF ............................................................................. 6
HOOFDSTUK 2 OIHHG: HET GEZIN IN HISTORISCH PERSPECTIEF ........................................................................................ 6
HOOFDSTUK 3 OIHHG: GEZINSVORMING EN GEZINSONTWIKKELING .................................................................................. 9
HOORCOLLEGE 3 – INVLOEDEN BUITEN HET GEZIN ........................................................................................ 16
HOOFDSTUK 8 OIHHG: GROOTOUDERS ..................................................................................................................... 16
HOOFDSTUK 9 OIHHG: KINDEROPVANG .................................................................................................................... 19
HOOFDSTUK 11 OIHHG: LEEFTIJDGENOTEN ............................................................................................................... 23
ARTIKEL: WHERE IS THE CHILD’S ENVIRONMENT? A GROUP SOCIALIZATION THEORY OF DEVELOPMENT ................................. 27
HOORCOLLEGE 4 – DE ROL VAN SES IN HET GEZIN ......................................................................................... 29
ARTIKEL: WIE, WAT WAAR? ONDER DE LOEP: GEMEENTELIJKE REGELINGEN VOOR KINDEREN IN ARMOEDE .............................. 29
ARTIKEL: AN INTERACTIONIST PERSPECTIVE ON THE SOCIOECONOMIC CONTEXT OF HUMAN DEVELOPMENT .............................. 32
ARTIKEL: THE CULTURE OF AFFLUENCE: PSYCHOLOGICAL COSTS OF MATERIAL WEALTH ........................................................ 35
HOORCOLLEGE 5 – INVLOEDEN VAN MEDIA IN HET GEZIN ............................................................................. 36
HOOFDSTUK 10 OIHHG: MEDIA .............................................................................................................................. 36
HOORCOLLEGE 6 – GEZINSFUNCTIONEREN .................................................................................................... 40
HOOFDSTUK 6 OIHHG: GEZINSSYSTEEM .................................................................................................................... 40
ARTIKEL: THE MCMASTER MODEL OF FAMILY FUNCTIONING .......................................................................................... 43
ARTIKEL: A SYSTEMATIC REVIEW OF THE LITERATURE ON FAMILY FUNCTIONING ACROSS ALL EATING DISORDER DIAGNOSES IN
COMPARISON TO CONTROL FAMILIES.......................................................................................................................... 45

HOORCOLLEGE 7 & 9 – MODERNE GEZINSVORMEN DEEL 1 EN 2 .................................................................... 47
HOOFDSTUK 1 WAF: LESBIAN MOTHERS: ‘UNCHARTED WATERS’ .................................................................................. 47
HOOFDSTUK 2 WAF: DONOR CONCEPTION FAMILIES: ‘MADE OUT OF LOVE’ .................................................................... 48
HOOFDSTUK 3 WAF: SPERM, EGG, AND EMBRYO DONORS: ‘MISSING BRANCHES’ ............................................................ 50
HOOFDSTUK 4 WAF: SURROGATES: ‘TUMMY MUMMIES’ ............................................................................................. 51
HOOFDSTUK 5 WAF: SURROGACY FAMILIES: ‘NO ACCIDENT’......................................................................................... 52
HOOFDSTUK 6 WAF: GAY FATHER FAMILIES: ‘BEYOND OUR WILDEST DREAMS’ ............................................................... 53
HOOFDSTUK 7 WAF: SINGLE MOTHERS BY CHOICE: ‘DIFFERENT SHAPES’......................................................................... 55
HOOFDSTUK 8 WAF: TRANS PARENT FAMILIES: ‘SAME PERSON, JUST HAPPIER’................................................................ 56
HOOFDSTUK 9 WAF: FUTURE FAMILIES: ‘PIONEERS’ .................................................................................................... 58
HOOFDSTUK 10 WAF: CONCLUSIONS ........................................................................................................................ 59
HOORCOLLEGE 8 – GEZINSSAMENSTELLING ................................................................................................... 61
HOOFDSTUK 4 OIHHG: GEZINSSAMENSTELLING .......................................................................................................... 61
HOOFDSTUK 3.7 OIHHG: ECHTSCHEIDING EN OVERLIJDEN ............................................................................................ 65
ARTIKEL: THE DIVORCE PROCESS AND CHILD ADAPTATION TRAJECTORY TYPOLOGY MODEL: THE SHAPING ROLE OF PREDIVORCE AND
POSTDIVORCE INTERPARENTAL CONFLICT .................................................................................................................... 67

HOORCOLLEGE 10 – ZIEKTE IN HET GEZIN ....................................................................................................... 69
ARTIKEL: DEVELOPING A LITERATURE BASE TO UNDERSTAND THE CAREGIVING EXPERIENCE OF PARENTS OF CHILDREN WITH CANCER:
A SYSTEMATIC REVIEW OF FACTORS RELATED TO PARENTAL HEALTH AND WELL-BEING .......................................................... 69
ARTIKEL: PARENT AND FAMILY FACTORS IN PEDIATRIC CHRONIC PAIN AND DISABILITY: AN INTEGRATIVE APPROACH.................... 70
ARTIKEL: PATHWAYS TO LIFESPAN HEALTH FOLLOWING CHILDHOOD PARENTAL DEATH ......................................................... 71
ARTIKEL: PARENTAL BURNOUT: MOVING THE FOCUS FROM CHILDREN TO PARENTS ............................................................. 74




2

,Hoorcollege 1 – Het gezin in evolutionair perspectief
Artikel: Evolutionairy Context of Human Development: The Cooperative
Breeding Model

- Cooperative breeding hypothesis: allomaternale hulp was essentieel voor de overleving van
het kind tijdens het Pleistoceen.
- Vertrouwen op allomaternale hulp zou de betrokkenheid van de moeder meer afhankelijk
maken van de perceptie van de moeder van waarschijnlijke steun van anderen dan het geval
is bij de meeste andere primaten.
- De vaardigheid om anderen te kunnen lezen en mee te leven met hen, zorgt voor een grotere
kans op overleven en heeft implicaties op de evolutie van de theory of mind.

Introduction: Moving beyond Bowlby
Bowbly
- Eerste evolutionair psycholoog.
- Ging ervan uit dat de moeder de primaire verzorger is, maar later noemde hij ook de
mogelijkheid van meerdere verzorgers.
- Het oude ideaal van opvoeding van vaders en moeders wordt vervangen door cooperative
breeding.

What is Meant by ‘Cooperative Breeding’?
The Study of Cooperative Breeding
Cooperative breeding: een opvoedsysteem waarin andere groepsleden dan de genetische ouders
(alloparents) een of beide ouders helpen om voor hun nakomelingen te zorgen en hen te voorzien. Het
aanwijzen van vaderlijke hulp is ingewikkeld, omdat er meerdere mannen de vader kunnen zijn.

Theoretical Explanations
Altruïsme wordt verklaard door de regel van Hamilton: de kosten van hulp moeten lager zijn dan de
voordelen voor het nageslacht, die zijn afgestemd op de graad van verwantschap van de alloparent
met zijn pupil. Discussie: waarom worden mensen die niet verwant zijn dan toch nog zo vaak geholpen?
Door de meeste theoretici wordt erkend dat verwantschap de evolutie van cooperative breeding
mogelijk maakt.

Emlen benadrukt ecologische beperkingen (zoals verzadigde leefgebieden of predatie) die verwanten
ontmoedigen om zich te verspreiden. Cooperative breeding is het meest waarschijnlijk wanneer
erfelijke hulpbronnen van cruciaal belang zijn voor de voortplanting. Anderen benadrukken filopatrie
(het blijven in het territorium van geboorte). Volgens een dergelijke logica kunnen zelfs niet-verwante
alloparents baat hebben bij de zorg voor baby’s. Volgens Hamilton ben je de ideale allomoeder als je
baby’s aantrekkelijk vindt en ze helpt als je kunt, zolang de kosten niet te hoog zijn en zolang het je
eigen toekomstige reproductieve carrière of zorg voor je eigen kinderen niet belemmert wanneer je
die hebt.

Ecological and Life History Outcomes
Cooperative breeding systems zijn flexible en dynamisch, doordat er ook gepaarde paren zijn. Een
vrouw kan monogaam, maar ook polyandrisch (dwz met meerdere mannetjes) zijn. De
beschikbaarheid van alloparentale hulp vermindert de beperkingen die worden opgelegd door
afwegingen tussen kwantiteit vs kwaliteit.

3

,Primate Preadaptations for Cooperative Breeding, and the Case of male Primability
Hoe meer allomaternale hulp beschikbaar is, hoe hoger het reproductieve succes van de moeder.
Mensen zijn de enige andere primaten die zo afhankelijk zijn van alloparentale hulp dat moederlijke
betrokkenheid afhangt van de perceptie van de moeder van sociale steun. Relevante pre-aanpassingen
voor cooperative breeding variëren van een neiging om baby’s aantrekkelijk te vinden en baby’s in hun
groep te beschermen, tot een sterke drang om baby’s vast te houden of te dragen. Voordelen hiervan
zijn verbeterde kennis van lokale hulpbronnen, bescherming tegen predatie en sociale steun. Een
beperkende factor voor het al dan niet plaatsvinden van allomaternale zorg is de bereidheid van de
moeder om toegang te verlenen. Tijdens de zwangerschap en borstvoeding vinden hormonale
veranderingen plaats, die meer uitgesproken zijn bij mannen dan bij vrouwen.

Why Humans Must Have Evolved as Cooperative Breeders
Het duurt lang voordat mensen onafhankelijk zijn van de ouders. Het idee dat broers en zussen een
aanwinst kunnen zijn, werd over het hoofd gezien. Door alloparents bij de hand te hebben, kan de
moeder optimaler functioneren. De beschikbaarheid van de grootmoeder was gecorreleerd met een
hogere vruchtbaarheid en ook met het krijgen van kinderen die zelf meer kans hadden om te
overleven, wat resulteerde in het significant hogere reproductieve succes van de moeder. Zodra
allomoeders essentieel werden voor het opvoeden van kinderen, zou natuurlijke selectie hebben
gehandeld op levensgeschiedeniskenmerken waardoor allomoeders meer beschikbaar waren. Deze
omvatten vertraagde verspreiding, vertraagde volwassenheid en langere levensduur.

Terwijl het hebben van een oudere zus of grootmoeder van moederskant een redder in nood was, had
de aanwezigheid van de vader geen waarneembare invloed op het overleven van het kind. de
flexibiliteit en variabiliteit in menselijke vaderlijke zorg is gedeeltelijk te wijten aan het belang van deze
hulp in de evolutie van de mens. Wanneer alloparentale hulp schaars is, zijn vaders essentieel. Maar
op dezelfde manier kan alle ouderlijke hulp, indien beschikbaar, de tekortkomingen van de vader
compenseren. Er is een enorme variatie in de aard van interacties tussen vader en kind. Soms is er
sprake van gedeeltelijk vaderschap; mannelijke bijdrage is dan bijzonder en onvoorspelbaar, waardoor
men ervan overtuigd is dat meer dan één man de vader kan zijn. Hierdoor is er ook meer allopaternale
hulp, waardoor hun overlevingskansen toenemen.

Bij alle zoogdieren is de toewijding van de moeder de beste voorspeller van de overleving van baby’s.
Bij mensen wordt deze toewijding beïnvloed door de perceptie van de moeder van hoeveel steun ze
waarschijnlijk van anderen zal krijgen. De morbiditeit en mortaliteit bij kinderen stijgen naarmate er
minder volwassenen in het huishouden zijn.

Hamilton’s Rule and the Proximate Causes of helping
Allomaternal Responsiveness
Om cooperative breeding te laten evolueren, moeten groepsleden aanleg hebben om te reageren op
signalen van de behoefte van baby’s. Bij mensen reageren beide geslachten op infantiel gedrag, zoals
glimlachen en brabbelen, en worden beide geslachten aangetrokken door schattigheid. Beide reageren
dus, maar vrouwen reageren meer beschermend.

Implications of the cooperative breeding hypothesis for human development
Als menselijke moeders meer onderscheid maken in de baby's waarin ze investeren, zouden
pasgeborenen die voldoen aan de voorkeuren van de moeder meer kans hebben om te overleven. Het
eigen betrokkenheidsniveau van de moeder hangt af van haar perceptie van sociale steun. Wanneer
baby’s vertrouwen hebben in de voortdurende hulp, gaan ze investeren in snellere groei. Zo niet,

4

,zetten ze de groei stop om hulpbronnen te sparen. Het vermogen van baby’s om het gedrag van
anderen te voorspellen wordt steeds verder verfijnd en versterkt.

Why Humans are so cooperative and hyper-social
Volgens voorstanders van de 'machiavellistische intelligentie'-hypothese biedt het lezen van
gedachten een strategisch voordeel in competitieve werelden die worden gekenmerkt door
verschuivende allianties. Baby's die in cooperative breeding systems worden geboren, zijn afhankelijk
van een reeks verzorgers, en de toewijding van de moeder zelf is afhankelijk van de perceptie van de
moeder van hoeveel steun van allomothers ze waarschijnlijk zal hebben. Baby’s moeten dus ook de
stemmingen en intenties van de verzorgers kunnen lezen en hun bezorgdheid opwekken.

Afhankelijkheid van allomaternale hulp zorgde voor meer voorwaardelijke betrokkenheid van de
moeder en daarmee voor de behoefte aan geboren baby's die signalen van betrokkenheid van de
mensen om hen heen scannen en monitoren, vanaf de geboorte en door de kindertijd toegerust om
investeringen van moeders en andere individuen aan te trekken en op te wekken.

Long Childhoods
De meesten beschouwden de kindertijd als een fase die extra tijd biedt voor het ontwikkelen van grote
hersenen en voor leren.




5

,Hoorcollege 2 – Het gezin in historisch perspectief
Hoofdstuk 2 OihHG: Het gezin in historisch perspectief

2.1 – Inleiding
Het gezinsleven in Europa is de afgelopen eeuwen drastisch veranderd. Voor een goed begrip van het
hedendaagse gezin, is begrip van de geschiedenis van het gezin van groot belang.

2.2 – Gezinshistorische benaderingen en gebruik van historische bronnen
Onderzoek naar de geschiedenis van het gezin kent drie benaderingen:
1. Demografische benadering: verzamelen en interpreteren van kwantitatieve, demografische
gegevens en probeert een beeld te vormen van de leef- en opvoedingsomstandigheden van
ouders en kinderen.
2. Affectieve benadering: menselijke gedrag en persoonlijke belevingen en motieven, door
gebruik te maken van kwalitatieve bronnen.
3. Historische maatschappijwetenschappen: invloed van sociaaleconomische, cultureel-
maatschappelijke en technologische ontwikkelingen op veranderingen in het gezin.

Bedenkingen bij het gebruik en de interpretatie van historische bronnen:
- Hoe representatief is een bron? In hoeverre geven de bronnen de werkelijke dagelijkse
opvoedingspraktijk weer of is er sprake van een gefilterd karakter in bronnen?
- Regionale verschillen. Geografisch/geologisch of door gebruiken, wetgeving en cultuur?
- Wie heeft de bron opgesteld, voor wie bedoeld en met welk doel?
- Sprake van prescriptie (hoe men geacht werd te handelen) of descriptie (hoe er feitelijk
gehandeld werd)?

2.3 – Pedagogische stromingen: humanisme, verlichting en romantiek
- Humanisme: elitebeweging gevormd door christelijke denkers die de klassieke cultuur wilden
revitaliseren.
o Doel humanistische opvoeding: vorming van een klassieke universele mens. Zij gingen
uit van de vrijheid van menselijke wil.
o Kenmerk humanistische pedagogiek: individualistische benadering waarbij werd
ingewerkt op eergevoel en werd aangespoord tot competitie.
o Een grote nadruk lag op leren.
o Erasmus is belangrijk: streefde naar synthese van klassieke cultuur en christelijke
vroomheid (eigenlijke doel van opvoeding). Hij was overtuigd van het belang van
onderwijs en legde de taak van de opvoeding bij vaders; de moeder kreeg de taak van
de verzorging. Volgens hem was een kind geboren in erfzonde en van nature neigde
het naar het kwaad. Wel was hij ervan overtuigd dat een kind gevormd kan worden en
dat kinderen leren door imitatie, waardoor goede opvoeding belangrijk is.
- Verlichting: intellectuele stroming die uitgaat van de menselijke rede als criterium bij het
zoeken naar de waarheid. Kennis en rede kunnen behoeden voor onwetendheid, bijgeloof en
onbeschaafdheid.
o God als afzijdige schepper: deïsme; God is veroorzaker van alles, maar grijpt sinds de
schepping niet meer in.
o Mens moet vertrouwen op eigen denken en handelen en is van nature goed.
o Voor opvoeding kan je niet vertrouwen op enkel kennis; er moet een opvoedingsdoel
zijn.


6

, o Locke is belangrijk. Hij legt een nadruk op lichamelijke ontwikkeling en hygiënische
verzorging.
▪ Kind komt ter wereld als tabula rasa.
▪ Men verkrijgt kennis door ervaring.
▪ Doel van opvoeding: verwerven van vrijheid en zelfbestuur.
▪ Opvoeding tot welgemanierdheid
- Romantiek: nadruk op gevoel en intuïtie ipv rede en ratio.
o Mens als individu afhankelijk van gemeenschap.
o Mens is geworteld in zijn verleden.
o Rousseau belangrijk
▪ Er valt door de mens weinig te sturen in de opvoeding.
▪ Een kind dient te leren door een natuurlijke opvoeding, door een innerlijke
stem die de opvoeding en ontwikkeling in de juiste richting zou sturen.
▪ De opvoeder moet het kind beschermen tegen de maatschappij, de negatieve
opvoeding.
▪ De mens in van nature goed.
▪ Hoe wordt de mens gelukkig?
▪ Doel van opvoeding: optimaal ontwikkelen van kind en dicht bij de
onbedorven mens van de schepping blijven.
▪ Natuurlijke ontwikkeling van kind van belang.
▪ Aan hem wordt toegeschreven
• Ontdekking van eigen aard van kinderlijke leefwereld
• Formulering van een opvoeding die natuurlijke ontwikkeling van kind
volgt
• Erkenning van kind als een op zich waardevolle persoon
• Cultivering van het gevoel en van intrinsieke motivatie van het kind

2.4 – Invloed van Locke en Rousseau op opvoeding en gezinsleven
Veel traditionele ideeën werden, ondanks veranderende beelden op opvoeding, instant gehouden,
doordat deze van generatie op generatie doorgegeven werden. Ouder-kindrelaties beginnen in de
tweede helft van de negentiende eeuw echter te veranderen, vooral vanuit de stedelijke
middenklasse. Liberale en romantische ideeën zorgden voor een andere rol van ouders. De nadruk lag
op intellectuele ontwikkeling, veel minder op sociale en morele ontwikkeling. Door de romantiek kwam
er aandacht voor de emotionele ontwikkeling en kregen moeders een grotere rol in de opvoeding. Het
kind kreeg een centrale rol in het gezin. De taak van de opvoeding lag bij de moeder, pas later werd de
vader erbij betrokken. Ouders moesten leiding geven aan het kind.

Vanaf halverwege de negentiende eeuw ontstond ook het huiselijkheidsideaal: de man zorgt voor de
inkomsten, de vrouw voor de verzorging van de kinderen. De functie van het gezin veranderde van een
plek waar weinig tijd en aandacht was voor het kind en waar het gezinsleven in het teken stond van
werken, naar een plek waar aandacht mocht zijn voor emotionele verhoudingen, huiselijkheid en de
eigenheid van het kind. Het kind kreeg een centrale rol en de ouders een pedagogische.

2.5 – Start van gezinshistorisch debat: de zwarte legende
Men was op zoek naar de wortels van het moderne westerse gezin, waardoor er debat ontstond over
de vraag of er voor de verlichting en industrialisatie wel sprake was van een kindertijd en gezinsgevoel.



7

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper BdE5. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,68. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,68  14x  verkocht
  • (1)
  Kopen