Solidariteit tussen jong en oud in arbeid zorg en welzijn
Hoorcollege 1
Intergenerationele relaties relaties die we hebben binnen families en binnen de
samenleving
Generaties
-Binnen families de positie van familieleden binnen verticale familierelaties
-In de samenleving bevolkingsgroepen uit verschillende geboortejaren. Socialisatie in een
bepaalde sociaal, economisch en culturele context. Geven en ontvangen in de verzorgingsstaat
Uitwisseling is het sleutelwoord als het gaat om intergenerationele relaties uitwisseling
van verschillende typen ondersteuning.
Kan zowel in de private sfeer (families, vriendenkringen) als de publieke sfeer (gaat over
sociaal beleid, in de samenleving) plaatsvinden.
De verbindingen hiertussen zijn ook belangrijk, ze beïnvloeden elkaar ook (zie dia’s).
Veronderstellingen zijn er ook t.o.v. familierelaties. Veronderstellingen t.o.v. familie relaties
beïnvloeden het sociaal beleid.
De veronderstellingen zijn niet statisch, maar veranderen door de tijd heen. Hierdoor wordt
het sociaal beleid dus ook anders per tijdsperiode.
Wat zijn de veronderstellingen als het gaat om veronderstellingen over familierelaties:
-Bijv. dat ouders financiële ondersteuning geven voor studie etc.
Veronderstellingen over pensioenen:
-Je krijgt je pensioen/AOW wanneer je pensioengerechtigd bent
Veranderingen in intergenerationele verbindingen
Er zijn maatschappelijke veranderingen en veranderingen in beleid.
, Solidariteit tussen jong en oud in arbeid zorg en welzijn
Hoorcollege 2
Stelling: De doe‐democratie (c.q. Participatiesamenleving) vergroot de solidariteit tussen
generaties (binnen families en/of binnen de maatschappij) omdat het mensen aanmoedigt om
een actievere rol te nemen in de zorg voor anderen.
Verschillen in intergenerationele verbindingen tussen samenlevingen:
– Familie relaties
– Welfare regimes (verzorgingsstaten)
Verschillen in intergenerationele verbindingen tussen samenlevingen
Familierelaties I
Family ties…weak or strong ties? Zijn er patronen in de familierelaties te ontdekken?
• Reher (1998): er is een belangrijk verschil in familierelaties tussen Noord en Zuid Europa,
met name dat er zwakkere familierelaties zijn in Centraal en Noord Europa en sterkere
verbindingen in Zuid-Europa..
• Zwakkere familierelaties in Centraal en Noord Europa (en ook Noord Amerika):
– Jongeren worden vroeger onafhankelijk
– Meer publieke (of private) voorzieningen voor jongeren
– Individualisme het idee dat in de maatschappij heerst
• Sterkere familiale verbindingen in Zuid Europa
– Jongeren worden later onafhankelijk
– Familieleden zorgen voor elkaar dit is daar ook een (impliciete) verwachting
– Collectivisme (i.p.v. individualisme)
Familierelaties II
• Publiek vs private voorzieningen: samenhang familie relaties en welfare regimes
• Zelfstandige jongeren?
• Verschillende mate van individualisering?
Individualisering
(zie dia voor definitie!)
Je kunt individualisering vanuit verschillende oogpunten bekijken. Wij gaan het bekijken als
een proces. Dus individualisering als proces. Naast individualisering zijn er een aantal
belangrijke processen die op individualisering zelf van invloed zijn. Bijv. instituties.
Tradities maken plaats voor individuele verantwoordelijkheid. We zien ook
privatisering onze waarden worden minder gevormd door sociale processen, maar
meer door zelfreflectie. Er is ook minder samenhang tussen de opvattingen van verschillende
leefgroepen in een land (bijv. stad/platteland). De waarden die we hebben binnen één land
worden daardoor heterogener (meer divers).
In welke mate is de individualisering van invloed op familierelaties?
Het idee van individualisering neemt toe, we geven meer betekenis aan individualisering
dan vroeger en dat heeft belangrijke consequenties voor de familierelaties.
, Individualisme als culturele moreel zou meer heersen in Noord en Centraal Europa
dan in Zuid-Europa, volgens de theorie van Reher.
Plaatje van zelfstandig wonen: hier zie je dat Nederland relatief vroeg (4 e) is wanneer mensen
op zichzelf gaan wonen (en dus individualistisch zou je kunnen zeggen en minder op familie
gericht). Op dit plaatje zie je ook duidelijke verschillen tussen Noord en Zuid-Europa. Vooral
in de landen in Zuid-Europa blijven mensen langer thuis wonen, en wellicht zijn de
mensen daar dus meer gericht op familie dan de mensen in Noord-Europa.
Kritiek op dit plaatje: uit huis gaan is niet het enige wat familiebanden beschrijft.
Financiële middelen spelen ook een rol bij uit huis gaan en niet alleen familiebanden.
Familierelaties III
• Maar: Er zijn ook belangrijke verschillen binnen samenlevingen. Dus het is wel erg
zwart/wit om te zeggen dat er tussen Noord en Zuid-Europa puur verschillen zijn, je moet ook
naar verschillen binnen landen kijken. (!)
• Dykstra and Fokkema (2011), kijken naar binnenlanden, naar verschillen binnen landen:
– 4 typen familie relaties in Noord‐ en Zuid‐ Europa:
• Descending familialism: vlakbij wonen, frequente contacten, familie verantwoordelijkheid
als norm, hulp van ouders naar kinderen (descendingvan boven naar beneden) = 35%
• Ascending familialism: vlakbij wonen, frequente contacten, familie verantwoordelijkheid
als norm, hulp van kinderen naar ouderen (ascendingvan beneden naar boven) = 25%
• Supportive‐at‐distance: niet vlakbij wonen, frequente contacten, familie
verantwoordelijkheid niet als norm, hulp van ouders naar kinderen = 7%
• Autonomous: niet vlakbij wonen, weinig contact, familie verantwoordelijkheid niet als
norm, weinig hulp uitgewisseld =33%
– Frequentie van de 4 typen verschilt per land (geen duidelijk Noord‐Zuid verschil)
– Wat hieruit dus blijkt: Individuele en familiale kenmerken zijn van belang naast de
verschillen die er zijn tussen landen
Familierelaties IV
Familie relaties in relatie tot welfare regimes:
publiek of private voorzieningen?
Worden familierelaties beïnvloed door publieke of private voorzieningen?
“Welfare regimes” Esping‐Andersen (1990; 1999) (ZIE DIA met schema)
Er is een relatie tussen de markt, de staat en de familie.
Deze theorie gaat uit van: Mate van afhankelijkheid van de markt (arbeidsmarkt).
Decomotivatie = in hoeverre ben je afhankelijk van de markt en in hoeverre gaat de staat je
helpen als je de markt niet op kunt. Dus in hoeverre gaat de Staat je helpen als je geen werk
hebt.
-Sociaaldemocratisch verzorgingsstaat = de staat is het belangrijkst
-Liberale verzorgingsstaat = staat waar de markt het belangrijkste is.
-Conservatief, corporatistisch verzorgingsstaat = staat waar de familie het belangrijkst is (bijv.
Duitsland)
Probleem met deze theorie: hij gaat uit van het idee dat iedereen kan en wil participeren op
de arbeidsmarkt, zoals vrouwen.
(De)familialisering
(de)familialisering= De mate waarin de staat individuele of huishoudelijke zorgtaken over
neemt
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Estherstuvia. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.