Dit is een samenvatting van thema 1 van het biologie voor jou boek 2a. Het gaat over verbranding en ademhaling. Ik heb zelf door deze samenvatting een 8,6 gehaald op de toets dus het is een goede samenvatting. Ik hoop dat jij hetzelfde resultaat krijgt.
Willem Vos.
Als het licht is vindt er in een plant fotosynthese plaats zij gebruiken energie, water en
koolstofdioxide en zetten dit om naar glucose. Glucose bevat veel energie en dit gebruiken de
planten dan ook om andere stoffen te maken (zuurstof).
Water + koolstofdioxide + energie = glucose =zuurstof
In alle organismen vindt stofwisseling plaats. Dit gebeurt ook in ons lichaam. Hierdoor blijven wij
warm en kunnen we bewegen
Afbraak.
Cellen gebruiken glucose als energiebron. Door de glucose af te breken komt deze energie vrij. Deze
losgelaten energie kan de cel gebruiken om weer andere stoffen te maken. Zo kan de plant groeien
en nieuwe delen aanmaken. Dit is hetzelfde bij mensen en dieren.
De afbraak van glucose gebeurt in mitochondriën (enkelvoud: mitochondrium). Deze celorganellen
komen voor in plantaardige en dierlijke cellen. Met een lichtmicroscoop kun je ze niet zien, maar
met een elektronenmicroscoop lukt dat wel. Cellen die veel energie nodig hebben, zoals spiercellen,
bevatten veel mitochondriën
.
Para 2
Verbranding
Energie.
Alle organen in je lichaam hebben energie nodig. De afbraak van glucose in cellen noem je
verbranding. Cellen gebruiken dan glucose als brandstof. Verbranding vindt in elke cel plaats, als je
er geen verbranding in een cel plaatsvindt dan gaat de celdood. Bij verbranding komt energie vrij die
nodig is voor alle processen in een cel.
, Zuurstof en koolstofdioxide.
Voor verbranding is er naast brandstof ook zuurstof nodig. Bij verbranding ontstaan afvalstoffen.
Namelijk water en koolstofdioxide.
Glucose + zuurstof = water + koolstofdioxide + energie.
De energie die je hieruit krijgt, wordt omgezet in beweging en warmte. De warmte geef je af aan je
omgeving. Als je actiever wordt, heb je meer energie nodig. Vooral in je spieren wordt dan meer
glucose verbrand. Hoe groter de lichamelijke inspanning, hoe meer verbranding er plaatsvindt. Je
hart en je longen werken dan harder om ervoor te zorgen dat de cellen voldoende brandstof en
zuurstof krijgen, en om de afvalstoffen water en koolstofdioxide af te voeren uit de cellen.
Koudbloedig
Sommige dieren houden hun lichaamstempratuur altijd even hoog. (Warmbloedig). Vogels en
zoogdieren zijn de enige warmbloedige.
Dieren waarvan de temperatuur ongeveer gelijk is aan hun omgeving (koudbloedig)
De verbranding in cellen is afhankelijk van de tempratuur hoe hoger de lichaamstempratuur hoe
meer verbranding er plaatsvindt. Koudbloedige dieren zijn niet erg actief als het koud is omdat er
maar weinig verbranding plaatsvindt
Daarom houden koudbloedige dieren ook vaak een winterslaap. Tijdens de winterslaap daalt de
lichaamstemperatuur van de dieren en vertraagt hun stofwisseling. Daardoor hebben ze maar heel
weinig energie en zuurstof nodig.
Warmbloedig.
In het lichaam van een warmbloedig dier bevindt de hele tijd veel verbranding plaats. In de winter
vindt er extra veel verbranding plaats om hun lichaamstemperatuur op peil te houden.
Warmbloedige dieren hebben isolatie voor het constant houden van hun lichaamstemperatuur.
Zoogdieren hebben een vetlaag onder de huid en een dikke vacht van haren. Dat noem je de trek of
vogeltrek. Sommige zoogdieren houden nogsteeds een winterslaap.
Paragraaf 3 Het ademhalingsstelsel
Tijdens de inademing van een mens gaat lucht via de neusholte of mondholte naar de keelholte.
Vervolgens stroomt de lucht langs het strottenhoofd de luchtpijp in. De luchtpijp vertakt in twee
bronchiën, die zich weer vertakken in steeds kleinere buisjes: de luchtpijptakjes. Aan het einde van
die takjes bevinden zich trosjes longblaasjes. Het middenrif is een stevig, gespierd vlies dat de romp
verdeelt in de borstholte en de buikholte. Het middenrif kan omhoog en omlaag bewegen.
De neusholte is bedekt met neusslijmvlies. Het vlies bevat cellen die slijm produceren. Door het slijm
is de neusholte vochtig, zodat de ingeademde lucht ook vochtig wordt. Dicht onder het
neusslijmvlies lopen veel bloedvaatjes. Het bloed verwarmt het neusslijmvlies en daarmee ook de
binnenstromende lucht. Neusharen houden grote stofdeeltjes tege n. Kleine stofdeeltjes plakken
aan het neusslijmvlies. Trilharen verplaatsen het slijm naar de keelholte, waar het wordt ingeslikt.
Boven in je neus zit het reukzintuig dat je waarschuwt als er stinkende gassen komen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper willemvos. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.
