4.1 Stad, Economie en Samenleving | Master GVB 2022-2023
Kort overzicht – Stad, Economie en Samenleving
Week 1 OUDE STEDELIJKE ECONOMIE/KLASSENVERHOUDINGEN/COMPETITIE
College: De industriële stad: steden en de opkomst van het kapitalisme
Kernwoorden:
• Weber: verklaring dominantie kapitalisme in westerse wereld/ideaaltypen stedelijke
economieën (stad als marktplaats, consumenten-, producten- en handelaarsstad)/stedelijk
economisch beleid (stabiliseren lokale stedelijke economie door massa’s goedkoop
voeden/economische opportuniteiten handelaars en kooplieden standaardiseren/veel
overheidsregulatie)/stedelijke gemeenschap (voorloper kapitalistische economie/fusie fort
en markt, autonoom gerechtshof, politieke vertegenwoordigers, vereniging, samenkomst op
marktpleinen)/organisatie sociale groepen, belangen nastreven (bv. gildes).
• Smith: arbeidsverdeling productiviteit (toegenomen behendigheid, tijdswinst, machines)/
natuurlijke inclinatie (eigenbelang/maximaliseert indirect welvaart natie)/kleine overheid en
vrije markt economie/soeverein drie plichten qua bescherming/publieke instituties.
• Marx & Engels: pessimistische visie op (economische, deterministische)
klassenverhoudingen/ arbeidsverdeling ≠ organische solidariteit (onderwerping)/historisch
materialisme (verklaring opkomst steden vanuit economische
machtsverhoudingen)/evolutie stedelijke klassenverhoudingen (vlucht horigen, divisie
productie arbeid, universele competitie (wereldgeschiedenis, kapitaalaccumulatie,
eindeloze zoektocht van kapitaal naar meer winst, kernidee globalisering), vernietigende
krachten, vervreemding, polarisatie)/zelfdestructief.
• Engels: fysieke achteruitgang stedelijke infrastructuur en vervreemding (kaarten,
etnografisch/hoge bevolkingsdichtheid, slechte bouwkwaliteit woningen en gebrek aan
hygiëne)/residentiële segregatie/exploitatie arbeiders in licht van marxistische theorie/
wanhoop stedelijke armen tijdens Industriële Revolutie/meeleven en bewustzijn creëren.
Nog moeilijk: -
Week 2 VOOR- EN NADELEN GROEIMACHINE/ONDERNEMENDE STAD/PPP
College: De politieke economie van grootsteden: stedelijke ontwikkeling en groeicoalities
Kernwoorden:
• Harvey: manageriële (overheid actievere rol, faciliteiten voor inwoners) naar ondernemende
stad (overheid passievere rol, aanmoedigen lokale stedelijke ontwikkeling en creëren
zakenklimaat/publiek private partnerschappen, kapitaal aantrekken/overheid speculatief,
veel risico/politieke economie van plaats, i.p.v. in buurt investeren meer mensen werk
vinden focus op fysiek nieuwe plekken zoals nieuw industrieterrein > meer werk)/ primaire
(investering productiemiddelen, over-accumulatie), secundaire (investering vastgoed) en
tertiaire circuit (investering innovatie, wetenschap en technologie)/inter-stedelijke
competitie (voordelen productie door natuurlijke hulpbronnen, fysieke en sociale
infrastructuur, overheidssteun/aantrekken consumenten/strijd control and command
functies)/ongelijkheid.
• Logan & Molotch: groeimachine (publiek-privaat, verenigingen en overheidsinstanties/dient
elite, promoot sociale ongelijkheid)/commodificatie van plaats (uitgedrukt in geldwaardes/
woningmarkt, economie van plaats definieert je lot, plaatsen verdelen kansen, bepaalde
plekken laten groeien (netwerken in buurt, dus geen object maar wel gemaakt tot
object)/afzetten ecologische theorie stedelijke groei/marxistisch)/gebruiks- en ruilwaarde
(meerwaarde creëren huur of verkoop)/vrije markt ideologie (overheidsregulering bedreigt
groei en winst).