Er zit systeem in…!
Inleiding
De systeemtheorie als aanvulling op de bestaande hulp
Cliënt:
Een jeugdige, zijn ouders of stiefouder of anderen die de jeugdige als behorend tot hun
gezin verzorgen en opvoeden.
Systeemtheorie:
Onderzoekt de invloed van de omgeving op iemands gedrag.
Geeft antwoord op de thema’s die rond de gezinsdynamiek spelen.
Vult de kindspecifieke theorieën vanuit de orthopedagogie en ontwikkelings-
psychologie aan.
Het belang van de dubbele blik
Wanneer er in de jeugdhulpverlening geen ruimte is voor een gelijkwaardige
samenwerking tussen de kindspecifieke aanpak en de systeemtheorie, bestaat het
gevaar dat belangrijke aspecten van de problematiek rond het kind over het hoofd
worden gezien.
Er moet gekeken worden naar de betekenis van het gedrag van een cliënt in de context
(van de relaties binnen het gezin). Ook moet de bron van het gedrag zowel kind-
specifiek als systemisch worden onderzocht.
De systeemtheorie: individu en context samengevoegd
Twee factoren die rol spelen bij problemen rond de opvoeding:
1. Individuele kenmerken
2. Relaties
De systeemtheorie verbindt deze beide gebieden en onderzoekt hoe ze elkaar
beïnvloeden en versterken.
Factoren die een rol spelen bij de opvoeding en ontwikkeling van een kind:
Individuele kenmerken Relaties
Lichaam: Gezin:
Gezondheid, groei, ontwikkeling, Opvoedingsvaardigheden, pedagogisch
handicaps klimaat, gezinsstructuur,
communicatiepatronen, hiërarchie,
mythes, onderlinge relaties
Emotie: Sociaal netwerk:
Ordenen en verwerken van Familie, vrienden, buurt
gebeurtenissen, regulatie
Identiteit: Omgeving:
zelfwaardering, temperament Wonen, werken, school, inkomen, vrije
tijdsbesteding
Op hoe meer gebieden er iets aan de hand is, hoe groter de kans op problemen wordt.
1
,De professionele dialoog:
Ontmoeting tussen twee mono-focale hulpverleners:
1 met kindspecifieke blik en 1 met systemische visie
Geven beide ideeën over hoe hulp moet worden aangeboden, maar soms
begrijpen ze niet wat de ander bedoelt
Er worden twee eenzijdige analyses naast elkaar gezet
Ontmoeting tussen twee bi-focaal gerichte hulpverleners:
Beide hulpverleners hebben een kindspecifieke en systemische blik
Er kan tot een rijkere analyse worden gekomen
De professionele gesprekken kunnen vorm aannemen van een professionele
dialoog
De systeemtheorie: een kind is nooit alleen op de wereld
Probleemgedrag: individueel bepaald of symptoom van verstoorde relaties?
Er wordt vaak vooral aandacht gericht op wat er specifiek met het kind aan de hand is,
maar het kind is niet alleen op de wereld, het maakt deel uit van een omgeving die van
invloed is op zijn/haar gedrag.
Eenheid van behandeling in de systeemtheorie:
Niet de persoon als individu, maar e persoon in relatie tot zijn omgeving.
Het systeem: wij en zij
Een systeem:
Ontstaat als er een groep mensen relaties met elkaar aangaan
Er wordt een grens opgetrokken tussen wij (die erbij horen) en zij (die er niet bij
horen)
Binnen elk systeem heerst er een eigen sfeer, dit komt omdat relaties in elk
systeem op een andere manier worden ingevuld
Drie aspecten belangrijk bij hoe de relaties worden ingevuld in een systeem:
1. De mate van binding, die de onderlinge betrokkenheid regelt
2. De balans van geven en nemen, die de rechtvaardigheid regelt
3. De sociale ordening, die de structuur regelt
Betrekkingen en communicatie
Betrekkingen:
De manier waarop de onderlinge relaties zijn vormgegeven.
Bijvoorbeeld: wie heeft welke positie in het systeem? Welke regels gelden er?
Welke rollen worden er ingenomen?
Communicatie:
De focus moet vooral liggen op de ontmoeting
Bijvoorbeeld: hoe praten mensen met elkaar? Hoe interpreteren mensen de
dingen die anderen zeggen?
2
, Homeostase
Functioneel evenwicht:
Als de binding, balans, ordening, betrekkingen en communicatiepatronen geen
problemen geven.
Homeostase:
Is het evenwicht waarbinnen het gezin een manier van leven met elkaar heeft
ontwikkeld
Het behouden ervan is niet eenvoudig, want elk evenwicht wordt constant
bedreigd door invloeden van buitenaf en van binnenuit
Gesproken van dynamisch evenwicht door de constante schommelingen binnen
gezinssystemen
Gedrag niet alleen op gedragsniveau oplossen
Gedrag:
Gedrag staat bijna altijd ergens voor, het heeft altijd een diepere betekenis
Wat aan het gedrag zelf doen, maar tegelijkertijd onderzoeken welke functie dat
gedrag binnen het gezin heeft
Het model
Dit model helpt de hulpverlener om gedrag in een breder perspectief te plaatsen, zodat
de vraag waarom het probleem eigenlijk een probleem is, in al zijn complexiteit
beantwoord kan worden.
3