Samenvatting Memo Geschiedenis H9 t/m H11
9. De economische sprong van Europa
★ De industriële revolutie
Oorzaken industriële revolutie:
- De opbrengsten van de landbouw stegen ( → betere werktuigen)
- Bevolkingsgroei
- Koloniën: goedkope grondstoffen, wat zorgde voor de textielnijverheid.
Economisch - Verdwijnen huisnijverheid ( → nieuwe uitvindingen: te groot
gevolgen voor thuis)
- Ontstaan stoommachine: tekort water voor waterkracht,
stoomkracht goed alternatief (James Watt 1782).
- Infrastructuur verandert (spoorwegen voor
grondstoftransport)
Sociale - Maatschappelijke indeling veranderde: arbeidersklasse
gevolgen (mensen in de fabrieken, slechte leefomstandigheden), rijke
klasse, middenklasse.
Politieke - Meer overheidsbemoeienis (onderwijs, leefbaarheid steden:
gevolgen gezondheid)
Modern kapitalisme Economisch liberalisme
- Zoveel mogelijk winst - Geen overheidsbemoeienis
- Arbeid door vrije mensen - Vrije concurrentie (gilden)
- Zelf produceren (nieuw) - Onzichtbare hand
★ Modern Imperialisme
Modern Imperialisme → het veroveren van koloniën, maar deze ook volledig
overnemen (modern). Door industrialisatie waren de veroveringen belangrijk om
goedkope grondstoffen te verkrijgen. Een groot overzees rijk gaf aanzien;
nationalistische gevoelens speelden ook een rol.
Het christelijke geloof, kapitalisme en beschaving werden verspreid met de
bedoeling om 'minder ontwikkelde' volken te leren schrijven, lezen, ect. Dit kwam
voort uit een gevoel van superioriteit.
Fase 1: het veroveren van Azië: NL focuste zich op Indi(a/ë) (zelfs de VS deed mee)
Fase 2: Laat ontstane staten focussen zich op Afrika. (1884 conferentie van Berlijn)
Amerika → koloniën werden zelfstandige staten. De bevolking bestuurde zich
voornamelijk al zelf en in 1776 verklaarden ze zich afhankelijk van GB. En dat
verspreidde zich door Amerika en verloren de landen hun gezag.
, - Een aantal politieke, economische en sociale gevolgen noemen van het MI
voor de inwoners van de veroverde gebieden
Gevolgen MI voor de inheemse bevolking
Politieke Koloniën krijgen te maken met europees bestuur.
gevolgen
Indirect bestuur Direct bestuur
Lokale machthebbers krijgen Europese machthebbers
orders van Europese
Inheemse bevolking moest bij het bestuur en leger.
Economische Cultuurstelsel: Bevolking moest 20% van hun grond afstaan voor
gevolgen koloniale producten, wat ten koste gaat voor het verbouwen van
voedsel voor de boeren (hongersnood).
Sociale Bij het trekken van grenzen geen rekening met bevolkingsgroepen
gevolgen Inwoners kwamen in aanraking met West-Europese cultuur.
★ De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme,
nationalisme, socialisme, confessionnalisme en feminisme.
Nationalisme: voorliefde voor eigen cultuur en volk moet in eigen nationale staat.
↳ Verlichting en Franse Revolutie: samen sterk, romantiek (gevoelens, tradities)
Eenheid: één taal, dienstplicht, leerplicht, etc…
Politieke grenzen vielen niet samen met taal/cultuur:
● Duitse eenwording leek te slagen in 1848, maar de koninkrijk Pruisen werkte
tegen. Voorwaarden Pruisen: Pruisische leiding, zonder democratische
grondwet. In 1871 zorgde Otto v. Bismark voor een eenheidsstaat, maar de
keizer bleef oppermachtig.
● Italiaanse eenwording (1870) → lange strijd.
● Ottomaanse rijk viel uiteen, door heel veel volken die zelfbeschikking wilden.
● België was onderdeel van NL na het verslaan van Napoleon (1815), ze
kwamen in opstand (1830) en scheidden zich af (1839).
10. Politieke strijd en emancipatie
★ Discussies over de 'sociale kwestie'
Sociale kwestie: slechte leefomstandigheden voor arbeiders. Zij verzamelden zich in
vakbonden om elkaar te verzekeren van een fatsoenlijke begrafenis en een
uitkering, maar al snel werden het organisaties die opkomen voor arbeiders.
Sociaal democraten Communisten
Kiesrecht voor iedereen Revolutie