Ontstaan en ontwikkeling van crimineel gedrag
Hoorcolleges
Week 1
Toetsing
Schriftelijk tentamen (100%)
Wetenschappelijk paper (vol/onvol)
Centrale vraag: waarom vertoont de ene persoon crimineel en/of antisociaal gedrag, en de ander niet?
Verklaren van (crimineel) gedrag
Kennis uit eerdere vakken van criminologie bachelor
In hoeverre is bijvoorbeeld de rationale keuzetheorie voldoende verklaring voor het ontstaan
en ontwikkelen van crimineel gedrag?
Welke informatie mist (volgens jullie) binnen de rationele keuzetheorie (RAT)?
Belang van verschillende perspectieven
RAT kijkt alleen naar het moment waarop het gedrag plaatsvindt
RAT houdt geen rekening met allerlei individuele factoren
RAT houdt geen rekening met allerlei omgevingsfactoren
Why did the chicken cross the road?
Wat voor soort antwoord geeft iemand?
Het in overweging nemen van verschillende perspectieven is essentieel om te begrijpen
waarom mensen zich gedragen zoals ze dat doen. Verschillende perspectieven zijn dan
belangrijk om niet categorisch te denken.
Verklarende mechanismen
Chronologisch behandeld vanaf de conceptie
Veel aandacht voor interactie tussen biologie, psychologie, sociale factoren en omgeving.
Onderliggende theorie is het biopsychosociaal model.
Biopsychosociaal model
Hoe allerlei verschillende factoren met elkaar samenhangen en op elkaar inspelen en op deze manier
de gezondheid beïnvloeden, hier kan het worden toegepast op criminaliteit.
Biologische factoren
Genetica
Prenataal (baarmoeder, omgeving)
Invloed van het ervaren van stress
Sociaal (= interpersonal)
, Effect van waargenomen of daadwerkelijke sociale contacten:
o Hechting
o Vrienden
o Relaties
Cognitieve factoren (o.a.)
Cognitieve
Emotionele
Identiteit
Persoonlijkheid
Voorbeeld biopsychosociaal model
Conduct disorder (stoornis bij kinderen)
- Agressief gedrag
- Regelovertreding
- Destructief gedrag
- Bedrog
Casus
Biologisch:
Prenataal goede omgeving, moeder rookte niet, geen factoren waardoor de omgeving van de
baarmoeder niet goed zou zijn. Wel genetische kwetsbaarheid, risico op conduct disorder.
Hij groeit op in een laag sociaaleconomische wijk, hogere blootstelling aan lood.
Interpersoonlijk/sociaal:
Moeder van Brandon ontwikkelt een postpartum depressie na de zwangerschap waardoor ze
emotioneel veel afwezig was en weinig aandacht aan hem gaf. De relatie tussen zijn ouders was ook
niet erg goed. Ook had hij een oudere broer en oudere zus waardoor aandacht verdeeld moest worden
en Brandon kreeg minder aandacht wat ook effect heeft op de hechting binnen het gezin.
Psychologisch:
Geïnhibeerd temperament (angstig, teruggetrokken). Hij is sterk emotioneel reactief en heeft daardoor
ook niet de beste emotieregulatie en daarbij horend ook een slechte controle over zijn gedrag.
Op school denken docenten dat hij ADHD heeft, hij wordt vaak de klas uit gestuurd. De ouders
denken dat dit ligt aan het inconsequent opvoeden thuis (strenge vader), de vader vindt dat Brandon
dus strenger opgevoed moet worden en de ADHD wordt niet erkend.
Zijn vader kreeg een nieuwe baan, waardoor hij nog minder aandacht kreeg van zijn ouders waardoor
Brandon nog meer op zichzelf is aangewezen. Hij maakt moeilijk vrienden en sluit zich uiteindelijk
aan bij een groep adolescenten die risicovol en crimineel gedrag vertonen. Daarom gaat hij uiteindelijk
ook crimineel gedrag vertonen.
Positieve invloeden:
Heel erg belangrijk, bijvoorbeeld een coach of leraar
die iemand onder zijn vleugels neemt.
Levensloopcriminologie
Belangrijk om veel factoren mee te wegen
, o Statisch versus dynamisch
Invloed van factoren is vaak veranderbaar/beïnvloedbaar
Onderzoek steeds vaker gericht op niet commune criminaliteit
In dit vak wel vaker aandacht voor deze commune delicten.
Het begrijpen van het ontstaan en de ontwikkeling van crimineel gedrag is een soort puzzel van de
hele levensloop, op basis van biologische, psychologische en sociale factoren, de interactie tussen deze
drie en de interactie met de omgeving.
Opdracht wetenschappelijk paper
Titel paper
Naam student en studentnummer
Inleiding (halve pagina)
Algemene beschrijving dader (geslacht, leeftijd, woonplaats, opleidingsniveau, burgerlijke
stand, leef/woonsituatie, gezinssituatie, geboorteland, godsdienst, gezondheid, opvallen andere
kenmerken, etc).
Beschrijving delict, crimineel gedrag (niet de hele levensloop)
Vraagstelling paper, relevantie en korte toelichting theorieën
Methode (halve pagina)
Beschrijving methode onderzoek ontwikkelingscriminologische dadercasus (biografie,
topiclijst, codeerschema).
Resultaten (hele pagina)
Korte beschrijving van belangrijkste resultaten. Hier beschrijf je dus de levensloop (breder
dan alleen de criminele carrière), en ga je nog niet interpreteren of dit aansluit op de theorie.
Discussie en conclusie (hele pagina)
Discussie (interpretatie resultaten in het licht van theoretische inbedding uit intro), conclusie.
Referenties
Paper dient conform APA-normen geschreven te worden.
Doel van de opdracht
Beantwoorden van een onderzoeksvraag aan de hand van een biografie
Bijvoorbeeld: in hoeverre biedt een verstoorde hechtingsrelatie met de ouders een verklaring
voor het antisociale gedrag van Willem Holleeder?
Maak het niet te breed, juist een smal onderwerp (hechting in dit geval) zorgt voor diepgang.
Judas – Astrid Holleeder
Levensloop
Stel: je wilt de levensloop van een bekende crimineel in kaart brengen.
Hoe hou je het overzichtelijk?
Welke levensloopdomeinen zijn belangrijk om naar te vragen?
Probeer transities en mogelijke turning points in kaart te brengen.
Bijvoorbeeld bij een Moord kost meer levens: in hoeverre biedt het criminele verleden van zijn vader
en de impact hiervan op het leven van de zoon, een verklaring voor de criminele carrière van de zoon?
Topiclijst
Waarom?
- Raamwerk voor voorbereiding