Leerdoelen en samenvatting Wonen conceptueel
‘Wonen’ en inleiding sociaal Veilig Ontwerp
Leerdoelen
• Je kunt aangeven waarom het relevant is om als veiligheidskundige kennis te hebben over
het thema wonen en kunt hier eigen voorbeelden bij geven.
Tegenwoordig komen er steeds meer mensen op de aarde en wordt de maatschappij nog
complexer. Dit zorgt voor nieuwe veiligheidsproblemen op allerlei gebieden. Veilig wonen is
daar ook een onderdeel van, en dit is ook erg belangrijk om dit veilig te houden. Want volgens
de behoefte piramide moet er aan de onderste lagen worden voldaan, waaronder veiligheid.
Dan kan een individu ontplooien en iets toevoegen aan de maatschappij.
• Je kunt uitleggen wat steden zijn en bent bekend met de opkomst van de stadssociologie.
Kenmerken van steden:
1. Menselijke nederzetting
2. Duurzaamheid
3. Grootte en uitgestrektheid
4. Compactheid
5. Heterogeen
6. Complex
7. Multifunctioneel
8. Stedelijkheid als vorm van samenleven en mentaliteit
➢ De 3 Ecologische kenmerken van de stad:
Schaal, dichtheid en diversiteit
Samenlevingsvormen zijn in de stad zo groot en geconcentreerd dat stadssociologen vinden
dat deze vormen anders zijn vanwege de schaal waarop ze plaatsvinden. De schaal is de
eerste manier om de stad de definiëren, het gaat om de samenkomst van veel mensen en de
vormen die ze vinden om daarmee om te gaan. Naast schaal gaat het ook om dichtheid van
de inwoners, zorgt ervoor dat mensen anders met elkaar om gaan. Filteren is het enigste om
daar goed mee om te gaan. Heterogeniteit of diversiteit. Stadssociologen zorgen voor het
eerste kijk op stadssociologie. Hier ging hierbij om hoeveel mensen, hoe is de verdeling en
hun kenmerken.
Stadsrichten, gemeente grenzen of economische invloeden van een stad, militaire
aanwezigheid, monumenten of markt kunnen de stad onderscheiden van een gebied.
• Je kunt de complexiteit van hedendaagse steden duiden en deze kennis koppelen aan de
actualiteit.
Complexiteit stad
o Lokale gemeenschappen en subculturen: volksbuurten, elitaire wijk
o Integratiemachine
o Publieke ruimte – ontmoeten / vermijden
o Sociale bewegingen: krakers, klimaatactivisten
• Je kunt aangeven welke ontwikkelingen van belang zijn op het gebied van woonbeleid,
woonregelgeving en milieu.
Rond industriële revolutie. Woningwet 1901
• De eerste wet omtrent volkshuisvesting
- Maakte onder andere rijkssteun en gemeentelijke steun mogelijk
- Minimumnormen voor woningkwaliteit, zoals sanitair voorzieningen, licht en
lucht
• De woningwet creëerde een balans van de ‘normale toestand’ in vraag en aanbod
- Particuliere bouw – subsidieerde bouw
Woningwet 2015 (meest recente 4e woningwet)
• Inperking rol corporaties: wettelijke beperkingen op taken
▪ Het verlenen van diensten van algemeen economisch belang
• Aanpak tegen ‘scheefwonen’
1
, Samenvatting
Wat was de eerste grote stad van Nederland in de vroege middeleeuwen? Dorestad
§ De ontwikkeling van steden:
Steden hebben zich in een viertal fasen ontwikkeld >>
Agrarische revolutie:
• Omvang van West-Europese steden was
gering
• Gebouwd van hout
- Brandverordening uit 1232
• Stedelijke verordeningen
• Economische afhankelijkheid platteland
• Surplusproductie: regelmaat in de voedselproductie, meeste mensen kunnen zich op andere
activiteiten richten
o 3 functies: economisch, politiek- militair en religieus
o Surplusproductie is een absolute voorwaarde
Industriële revolutie:
• De opkomst van grootschalige fabrieken door automatisering
- Enorme uitbreiding in netwerken van economische betrekkingen
• Migratie
- Push-factoren (o.a. misoogsten)
- Pull-factoren (werkgelegenheid)
• Expansiedrift van steden
- Grote sociale problemen
- Beheersing stond centraal
- Herstructurering
Suburbanisatie: vanaf de jaren ’50
• Suburbanisatie > stedelijke agglomeratie > scheve bevolkingsopbouw > verval van
binnensteden
Herwaardering van de stad:
• Kentering vanaf de jaren ‘80
- Grote herwaardering voor de stad, o.a. ingezet door bestendiging en vernieuwing
• ‘Verovering’ door de hogere klassen
• Concentratie van voorzieningen
• Grootschalige stadsuitbreidingen (1995- heden)
• Etnische segregatie in oude arbeidswijken
Herwaardering van de stad
➢ Pull factoren
- Werk
- Individuele ontwikkeling (studie)
- Sfeer
- Mentale vrijheid
- Faciliteiten
- subculturen
➢ Push factoren
- Levenscondities platteland
- Ecologisch
- Oorlog
§ Milieu stad
“Het is genoeg, we zijn te ver gegaan! De industriële revolutie heeft ons in een ongewenste situatie
gebracht. We zijn door de natuur geraasd, we vernietigen onze levensbronnen. We moeten een ander
pad kiezen, we moeten onze levens veranderen en de manier waarop we zaken doen.”
Wubbo Ockels
2
, Sociaal Veilig Ontwerp (SVO) en criminologische theorieën
Boek:
- Luten, I. (2008) Beheer. In: I. Luten (red.) Handboek Veilig Ontwerp en Beheer Bussum: Uitgeverij
THOTH, pp. 13-55, 68-83.
- Kolthoff, E. (2016). Basisboek criminologie p.243 - 278
Leerdoelen
• Je kunt aangeven wat sociaal veilig ontwerp is en kunt voorbeelden geven van methodieken
en instrumenten die passen binnen deze werkwijze.
Sociaal veilig ontwerpen (Checklist p.42)
• Door bij aanpak van veiligheid ook naar omgeving te
kijken
• Door meenemen van onderwerp ‘veiligheid in het
beheer van een omgeving’ = sociaal veilig omgeving
• In Nederland spreken we in dit geval van Sociaal
Veilig Ontwerpen
• Internationaal wordt dit CPTED genoemd:
• Crime Prevention Through Environmental Design
Werken aan een veilige omgeving vraagt om een integrale
benadering. De relatie tussen sociale veiligheid en de
gebouwde omgeving
➢ Vuistregels ZETA (p.13 – p.17) (observatielijst ZETA >>>^)
In samenhang door toepassing van de richtlijnen het ontwerp en beheer van de bebouwde
omgeving zo veel mogelijk sociaal veilig maken en houden.
❖ Zichtbaarheid:
Overzichtelijkheid en zichtbaarheid (zien en gezien worden). Wordt voor groot deel
gepaald door overzichtelijkheid, zichtlijnen en verlichting, maar ook door aanwezigheid van
mensen en toezicht.
• Formeel > politie, beveiligers, bewakers, toezichthouders en stadswachten
• Semiformeel > conciërges, huismeesters, conducteurs en functionarissen
• Informeel > omwonenden en passanten
Dit is effectief als er vertrouwen is dat er wordt ingegrepen en dit goed uitpakt als er iets
mis gaat. Bij multifunctioneel ruimtegebruik is de aanwezigheid van mensen gedurende
meerdere dagdelen groter. Het toepassen van de vuistregels moet verstandig worden
gedaan, hierbij moet ook worden gedacht aan:
- Schijnveiligheid. Een park volledig verlichten vanwege de zichtbaarheid biedt
letterlijk schijnveiligheid. Gebruikers denken dat het door de verlichting veiliger is,
toch is er voor de echte veiligheid ook (informeel) toezicht nodig.
- Overdaad. Te veel transparantie met de bedoeling de overzichtelijkheid te
vergroten kan verkeerd uitpakken. Transparante loopbruggen, etc. kan te veel
zichtbaarheid bieden voor bv. mensen met hoogtevrees.
- Recht op anonimiteit en privacy. Mensen moeten de mogelijkheid om op plekken
te verblijven waar ze niet worden gezien.
- Handig voor daders. In een overzichtelijke situatie hebben daders ook een goed
overzicht van mogelijke doelwitten en vluchtwegen.
❖ Eenduidigheid:
Eenduidige en duidelijke zonering van territoria. Betekent dat in de zonering en markering
van ruimten dat zowel gebruikers als voor beheerders duidelijk moet zijn welke status en
functie een gebied heeft, en voor wie het beheer verantwoordelijk is. Goede grenzen
geven namelijk de mogelijkheid de omgeving te begrijpen, en daarmee een gevoel van
controle & veiligheid. Een wereld zonder grenzen is niemandsland zonder sociale cohesie.
De functie moet duidelijk en eenduidig zijn. Het is niet handig om in drukke
verkeersruimten verblijfsplekken zoals bankjes te plaatsen die het verkeer hinderen.
Onbestemde gebieden, opslagplaatsen, overgangsgebieden tussen binnen en buiten zijn
lastig om de functie ervan te herkennen. Als dit als ‘niemandsland’ worden aangezien,
dan waarvoor niemand zich verantwoordelijk voelt.
3