Mens & sociale beinvloeding
1/4
1. De student kan beschrijven wat sociale psychologie inhoudt en wat de rol van
sociaal afstemmen is voor mensen.
Sociale psychologie = de invloed die mensen, soms bedoeld, vaak onbedoeld, op
elkaar uitoefenen.
Ook ons zelfbeeld, dat we ervaren als persoonlijk en individueel, wordt sterk door
andere beïnvloed.
2. De student kan de sociale vergelijkingstheorie van Festinger (1954) beschrijven.
Mensen doen voortdurend aan sociale vergelijking om te bepalen waar ze staan met
hun meningen, eigenschappen en talenten.
Sociale vergelijkingstheorie van Festinger (1954) = zijn mening was dat mensen hun
eigen meningen en bekwaamheden willen evalueren, in lijn met het eerder
besproken accuraatheidsmotief (= Behoeften aan zelfbeeld dat enigszins
overeenkomt met de werkelijkheid – vergelijken met gelijken) De behoeften aan
accurate informatie kan volgens de theorie worden bevredigd door zelfkennis te
toetsen aan een objectieve standaard, maar dat is niet altijd mogelijk.
Bijvoorbeeld: denkt dat je een uitstekende minister-president zou zijn, kun je dat niet
aan de werkelijkheid toetsen, tenzij je tot de selecte groep van mensen behoort die
ooit minister-president zijn geweest. Als je denkt dat je in staat bent om langdurige
vriendschappen van het ene moment op het andere te beëindigen, zou je dat aan de
werkelijkheid kunnen toetsen door het te proberen, maar dan ben je wel vrienden
kwijt.
,In die gevallen was zelfevaluatie aan de hand van objective standarden niet mogelijk
of niet wenselijk is, doe je volgens de theorie aan zelfevaluatie door je met anderen
te vergelijken.
Bijvoorbeeld: Stel dat je voor een opdracht een 7 haalt op een schaal van 1 tot 10.
Door te kijken wat anderen hebben gehaald, weet je of dit een goede of slechte
score is. Hebben veel mensen 8 of hoger, dan is die 7 van jou matig, maar hebben
anderen lagere scores, dan heb je het prima gedaan.
Stel dat je dit boek tot nu toe heel moeilijk vindt. Je wilt dan misschien weten of
anderen dat ook vinden. Het beste zou zijn als je vergelijkingsinformatie hebt van al
je medestudenten, maar dan zou je een enquête onder hen moeten houden.
Sociale vergelijkingsinformatie is vaak ook niet voor iedereen beschikbaar.
Makkelijker is dan om aan een paar anderen te vragen of zij het ook moeilijk vinden.
Aan wie vraag je het dan? Een student die meestal lagere cijfers haalt dan jij? Of een
student die meestal hogere cijfers haalt? Of toch liever een student die ongeveer
dezelfde cijfers haalt? Volgens Festinger vergelijk je jezelf het liefst met iemand die
op je lijkt, en kies je dus voor de laatste. Op basis van onderzoek van de afgelopen
decennia lijkt het er echter op dat de meeste mensen in zo'n situatie de voorkeur
hebben voor vergelijking met iemand die het wat beter doet dan zijzelf (Gerber e.a.,
2018).
Het gaat hier om een vergelijking op het gebied van prestaties.
Als het gaat om meningen en interesses, waar een rangordening van hoog (goed)
naar laag (slecht) moeilijker is, zul je in het algemeen wel een voorkeur hebben voor
en vergelijking met mensen die op je lijken.
Sociale vergelijking
Dit is een vorm van cognitieve herstructurering waarbij we onze situatie vergelijken met
iemand die in een vergelijkbare situatie zit.
o Neerwaartse sociale vergelijking
Het vergelijken met iemand die slechter af is, onze situatie valt dan wel mee – je
voelt je dan beter.
o Opwaartse sociale vergelijking
Het vergelijken met iemand die beter af is, als inspiratie.
,3. De student kan uitleggen wat zelfkennis en zelfbewustzijn is en hoe dit met
elkaar samenhangt.
4. De student kan verschillende manieren benoemen en uitleggen hoe we aan
kennis over onszelf komen.
5. De student kan het verschil tussen het privézelfbewustzijn en
publiekszelfbewustzijn herkennen in een korte casus.
6. De student kan uitleggen wat de functie is van het hebben van een
zelfbewustzijn en wat het effect is van een verhoogd zelfbewustzijn.
Zelfkennis = Wie ben ik? Bronnen waar mensen informatie over zichzelf krijgen à
organisatie van zelfkennis
Zelfbewustzijn = Je hebt in bepaalde mate een bewustzijn van jezelf
o Vlekkentest: spiegels à Elk dier dat over zelfbewustzijn beschikt zou immers
in staat moeten zijn zichzelf te herkennen in een spiegel.
Zelfbewustzijn
Wanneer mensen onder druk worden gezet, neemt vaak hun zelfbewustzijn toe, en dat leidt
vervolgens tot een slechtere uitvoering van routinetaken, b.v. een strafschop (= Elfmeter)
omzetten.
Zelfbewustzijn zorgt naast het herkennen van jezelf ook voor het afstemmen van je gedrag
op je normen en idealen. Mensen kunnen, hoe ze zich gedragen en voelen vergelijken met
hoe ze vinden dat ze zouden moeten zijn (=ought self) of zouden willen zijn (=ideal self).
Prive (zelf)bewustzijn= Aandacht is gericht op je eigen binnenkant
, Publieks (zelf)bewustzijn = Je bekijkt jezelf door de ogen van een denkbeeldig
publiek
• Alcoholmisbruik = alcohol verlaagt het zelfbewustzijn (bv. Amy Winehouse).
• Depressie = mensen die meer over zichzelf nadenken (àhoog zelfbewustzijn) zijn
vaker depressief en piekeren vaker.
• Piekeren = een ongezonde manier van nadenken, je blijft dingen verzinnen waarom
het niet op te lossen is en daardoor wordt je passief -- Zo houdt het piekeren zichzelf
in stand à jij blijft daardoor langer boos
• Zelfreflectie = een gezonde manier van over jezelf nadenken à accepterend en
zonder jezelf te veroordelen
• Introspectie = jij ziet jezelf van “binnen” à je hebt informatie die anderen niet
hebben over jou.
• Mindfulness = jij bent met je aandacht in het hier-en-nu, zoals de boeddhistische
filosofie.
• Adaptieve onbewuste = werk van het onbewuste is heel nuttig. Het onbewuste
neemt ons daarmee veel denkwerk uit handen. We kennen het resultaat van een
proces, maar niet het proces zelf, bijvoorbeeld. Op wie ik verliefd ben, maar niet
waarom à je weet wel wat je voorkeuren zijn, maar niet waarom ze zo zijn
• Zelfperceptie-theorie of zelfwaarnemingstheorie (Bem) = kijken wat je doet om een
vraag te beantwoorden à zichzelf leren kennen door objectief naar jouw eigen
gedrag te kijken en zo jouw eigen persoonlijke eigenschappen af te leiden à zo kijk
je ‘van buitenaf’ naar jezelf om de vraag te beantwoorden à vooral relevant
wanneer je op de een of andere manier twijfelt aan je innerlijke gevoelens