Een samenvatting die is gecombineerd uit stof uit de les, van powerpoints en uit het boek biologie voor jou. Het heeft alle theorie van de drie hoofdstukken die je moet kennen voor de toets.
- Stofwisseling (metabolisme) = het geheel van chemische omzettingsprocessen in een
organisme. Een groot deel van de stofwisseling vind plaats in de cellen. Levende cellen
nemen stoffen op uit hun omgeving en zetten deze om in andere stoffen.
- Organische stoffen = de moleculen bevatten een of meer ketens van koolstofatomen, deze
koolstofketen kunnen enkele atomen lang zijn, maar kunnen ook duizenden koolstofatomen
bevatten. Een organische stof bevat ook altijd het element waterstof H en meestal ook
zuurstof O.
- Chemische energie= de energie die in de atoombindingen van energierijke stoffen is
opgeslagen. Deze energie is nodig om de bindingen tussen koolstof- en waterstofatomen tot
stand te brengen.
- Anorganische stoffen = bestaan uit kleine, eenvoudig gebouwde moleculen. Ze bevatten
weinig tot geen chemische energie.
- Dubbele binding = twee atomen die door twee bindingen aan elkaar zijn gebonden.
- Assimilatie = de opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen.
- Dissimilatie = de afbraak van grote organische moleculen tot kleinere moleculen.
- Koolstofassimilatie = de vorming van glucose uit koolstofdioxide en water, alleen autotrofe
organismen zijn hier toe in staat.
- Fotosynthese = gebruiken planten en cyanobacteriën de energie uit licht voor de vorming
van glucose.
- Voortgezette assimilatie= de vorming van koolhydraten, vetten, eiwitten en DNA uit glucose
en mineralen. Hier ontstaan grote organische moleculen met energierijke bindingen.
- ATP (adenosinetrifosfaat) = moleculen van deze stof transporteren
chemische energie naar plaatsen in de cel waar energie nodig is.
- ADP (adenosinedifosfaat) = ontstaat wanneer de derde
fosfaatgroep van ATP wordt afgesplitst. De energie die door de
afsplitsing beschikbaar komt, wordt overgedragen aan
stofwisselingsreacties en processen in de cel, bijv. eiwitsynthese of
actief transport over membranen.
- Door binding van de fosfaatgroep aan ADP ontstaat een energierijk
ATP. ATP wordt gevormd in bladgroenkorrels bij de fotosynthese en in mitochondriën bij de
verbranding. Daarbij worden lichtenergie of chemische energie uit glucose, die voor de cel
onbruikbaar zijn omgezet in de chemische energie van ATP.
Organische stoffen:
Bestaan uit ketens van koolstofatomen (C)
In combinatie met waterstofatomen (H)
Vaak hebben ze ook zuurstofatomen (O)
Anorganische stoffen:
Zijn vaak veel kleiner dan organische stoffen
Bevatten weinig/ geen chemische energie
,H1.2
- Enzymen = eiwitten ie chemische omzettingen katalyseren (versnellen en mogelijk maken),
daarbij worden de enzymen zelf niet verbruikt. Een enzymmolecuul heeft een ruimtelijke
vorm met veel knikken en lussen.
- Het actieve centrum = het deel in het enzymmolecuul waar de reactie plaatsvindt, dit deel
heeft een specifieke ruimtelijke structuur waar het substraatmolecuul precies in past.
- Het substraat = de stof waarop een enzym inwerkt, zodra een substraatmolecuul aan het
actieve centrum bindt, vind de reactie plaats.
- Reactieproducten = de stoffen die bij een reactie
ontstaan. Na de reactie laten de ontstane moleculen los van het actieve centrum en kan zich
weer binden aan een volgend substraatmolecuul. 1 enzymmolecuul maakt dus vele malen
dezelfde reactie mogelijk.
- De naam van een enzym is vaak samengesteld uit de naam van het substraat en het
achtervoegsel -ase.
- Veel enzymatische reacties kunne in twee richtingen verlopen, in een reactievergelijking
word dit weergegeven met een dubbele pijl. De naam van het enzym word boven de pijlen
gezet.
- Enzymactiviteit = de mate waarin een enzym een reactie versnelt, dit hangt af van de
temperatuur en door de zuurgraad (ph). De enzymactiviteit kun je bepalen door te meten
hoeveel substraat per tijdseenheid word omgezet.
- Optimumkromme = het verband tussen de temperatuur en de enzymactiviteit.
- Zuur = wanneer de pH zuurgraad lager is dan 7
- Het optimum = de ruimtelijke structuur van een enzymmolecuul blijft intact bij een bepaalde
zuurgraad. Bij verhoging of verlaging van de pH veranderd bij steeds meer enzymmoleculen
het actieve centrum, waardoor het enzym zijn werking verliest. Deze verandering is
omkeerbaar. Bij de optimale pH krijgt het enzym de passende structuur weer terug.
, H1.3
- Bladgroen = een pigment dat alle planten, algen en sommige cyanobacteriën bevatten,
hiermee zijn ze in staat om de energie uit licht om te zetten in chemische energie voor
glucose.
- Bladgroenkorrels = hierin bevind bij planten de bladgroen. Bladgroenkorrels bevatten buiten
bladgroen ook enzymen die nodig zijn bij de fotosynthese.
- Bladgroen kan energie uit licht opnemen, de opgenomen lichtenergie wordt in de
fotosynthese gebruikt om ATP te vormen en om water te splitsen in waterstof en zuurstof.
De zuurstof wordt afgegeven aan de lucht. De waterstof en de chemische energie uit ATP,
samen met koolstofdioxide worden gebruikt voor de vorming van glucose.
- Reactieschema voor de fotosynthese:
Koolstofdioxide + water + lichtenergie glucose + zuurstof
6 CO2 + 6H2O + lichtenergie C6H12O6 + 6 O2
- Zonlicht of wit licht is een mengsel van alle kleuren licht.
Een konijn met een vacht die alle kleuren reflecteert zien
wij als wit.
- Als je licht met alle golflengte door een oplossing van
bladgroen leidt, kun je bepalen welke golflengte licht het
bladgroen absorbeert. Er ontstaat op deze manier een
absorptiespectrum, hierin kan je bijvoorbeeld zien dat
bladgroen bij geen groen licht absorbeert, daarom zien wij
het als groen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper yenanas2004. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.