100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting literatuurgeschiedenis module 6 tm 9 €5,19
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting literatuurgeschiedenis module 6 tm 9

 0 keer verkocht

Samenvatting Nederlands literatuurgeschiedenis. Hierin wordt module 6 tm 9 van VWO 6 behandeld. Alle belangrijke begrippen/personen etc zijn gearceerd en worden uitgelegd.

Voorbeeld 3 van de 16  pagina's

  • Nee
  • Onbekend
  • 11 maart 2023
  • 16
  • 2022/2023
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3213)
avatar-seller
lindetanck
NEDERLANDS LITERATUURGESCHIEDENIS

MODULE 6 - LITERATUUR 1900-1940
HISTORISCHE CONTEXT
De moord op aartshertog Frans Ferdinand te Serajewo op 28 juni 1914 was de
aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). De verschrikkingen van de
Eerste Wereldoorlog leidden wereldwijd tot morele ontreddering. In een
totalitaire staat heerst een systeem waarbij de staat het gehele leven (dus ook
het privéleven) van de burgers beheerst.
In 1900—1940 zijn de Sovjet-Unie (communisme) en Duitsland
(nationaalsocialisme) duidelijke voorbeelden van totalitaire staten. Crisissfeer in
Europa waarin democratie en individualisme onder druk komen te staan.
De tsaar in Rusland is tijdens WO1 afgezet en de macht wordt in november 1917
door bolsjewieken onder leiding van Lenin overgenomen.  Russische revolutie
Lenin vestigde dictatuur van proletariaat; beloofde vrede, arbeid en brood.
Lenin werd opgevolgd door Stalin; de Sovjet-Unie werd een totalitaire staat.
In Spanje bleef de macht in handen van kerk, adel en de grootgrondbezitters. De
overwinning van het linkse Volksfront 1936 lokte een reactionaire militaire
opstand onder leiding van generaal Franco uit.  Spaanse burgeroorlog leidde tot
ondergang van Spaanse Democratie. Alle spanningen en ontwikkelingen in
Europa leidden tot Tweede Wereldoorlog.

Na WO1 kwamen in Italië Mussolini en zijn fascistische beweging aan de macht
Kenmerkend voor het fascisme was dat een leider al het staatsgezag kreeg en
dat de staat hoger werd gesteld dan het individu.
Adolf Hitler als leider van nationaalsocialisme.
Nederland was neutraal in WO1. In 1917 algemeen mannenkiesrecht, in 1919
voor vrouwen. De economische crisis van 1929 leidde wereldwijd - en dus ook in
Nederland tot koopkrachtverlies en grote werkloosheid. De NSB kwam op onder
leiding van Anton Mussert.
Cultuurkritiek behelsde vooral angst voor de massa en het verlangen de
bedreigde individualiteit te beschermen. De massacultuur was een uitvloeisel van
de moderniteit. Massacultuur hoorde bij het grootstedelijke leven (metropolen),
grootindustrie en kapitalisme. Technologische veranderingen die hoorden bij de
moderniteit (vliegtuigen, telefoon, ...) gingen het leven meer en meer
beïnvloeden. De vrouwenbeweging werd steeds krachtiger.

CULTURELE CONTEXT:
In 1900 verscheen Die Traumdeutung van de Weense psychoanalyticus Sigmund
Freud (1856-1939). Door analyses van dromen kwam hij erachter dat het
overgrote deel van het menselijk gedrag bepaald wordt door het onbewuste. Het
onbewuste ontstond volgend Freud in de oedipale fase van de ontwikkeling van
zuigeling naar volwassene. In aansluiting hierop beschreef hij het
oedipuscomplex: het verschijnsel dat jongens de vaderfiguur als concurrent en
tegenstander zien, terwijl de moederfiguur geïdealiseerd en vereerd wordt. Het
onbewuste kan zich uiten in gedrag; neurotisch gedrag. Neurose uit zich in
handelingen die objectief en rationeel gezien geen enkele zin of logica hebben.
De opvattingen van Freud ondermijnden de ideologie (wereldbeeld en normen en
waarden) van de burgerij. Bergson beschouwde intuïtie als middel tot kennis.
De neopositivisme meende dat de filosofie net als de natuurwetenschap exacte
uitspraken moest doen over de zintuiglijk ervaarbare werkelijkheid. Aparte
taalfilosofie; Ludwig Wittgensteint (1889-1951) “Van dat, waarover niet kan
worden gesproken, moet men zwijgen.”

,Benjamin sprak van ervaring als informatie opgenomen was in het persoonlijke
leven en inhouden uit het individuele verleden onderdeel werden van een meer
collectief verleden. Benjamin stelde dat in de moderne kunst de
reproduceerbaarheid kenmerkend werd. De opkomende kunstvorm die typerend
was voor de moderne tijd en technische reproduceerbaarheid was volgens
Benjamin de film.

KUNST CONTEXT (DE AVANT-GARDES)
De moderne kunst uit de periode 1900- 1940 werd door kunstenaars en publiek
beleefd en door de kunstenaars ook gepresenteerd als een radicale breuk met de
kunst uit de voorgaande perioden. Expressionisme, futurisme, kubisme,
neoplasticisme, constructivisme, dadaïsme en surrealisme (de zogenaamde
"ismen"). Deze bewegingen van de moderne kunst worden de (historische)
avant-garde genoemd. Avant-garde betekent voorhoede en de kunstenaars van
deze stromingen en bewegingen beschouwden zichzelf als de voorhoede van de
kunst, als de grote vernieuwers. Ze streefden allemaal naar een radicale
vernieuwing van de kunsten. De avant-garde bewegingen maakten als groepen
hun opvattingen duidelijk in tijdschriften en manifesten en het ging zelfs over een
'nieuwe wereld' of een 'nieuwe mens'.
De kunstenaars gingen ook experimenteren met het materiaal  alles kan
materiaal voor een kunstwerk zijn (fotografie, straatafval etc.). Ook zogenaamde
readymades, gevonden voorwerpen die als kunst kunnen dienen, werden ook
gebruikt. Marcel Duchamp stond hier bekend om. Zijn idee was dat een
kunstwerp kunst wordt, omdat de kunstenaar beslist dat het een kunstvoorwerp
is. Dik aangezette lijnen, schrille kleurcontrasten, vervormde karikaturen en
kleuren kregen een zelfstandigere functie. Piet Mondriaan (1872-1944); ritme
in plaats van harmonie kan een belangrijke compositietechniek zijn.
Montage: geen echte eenheid, maar bestaat uit losse fragmenten die in het
kunstwerk 'als bij toeval' bij elkaar zijn gevoegd bijv. schilderij van Robert
Delaunay.

In de avant-gardekunst was een zekere mate van primitivisme: belangstelling
voor kunst van kinderen, psychiatrische patiënten of niet-westerse volkeren. Het
alledaagse werd onderwerp of aanleiding voor een kunstwerk.
Pablo Picasso (1881-1974); geschilderde vlakken waarin allen bepaalde tekens
nog verwijzen naar het onderwerp, de viool.
Kandinsky en Mondriaan waren de eerste schilders van abstracte kunst,
schilderijen zonder verwijzend element, alleen compositie van kleur en lijnen. Een
tweede kenmerk van de avant-garde was groepsvorming. Kunstenaars
vormden groepen van gelijkgezinden en maakten door middel van gezamenlijke
optredens en exposities hun opvattingen duidelijk. Denk aan de groep De Stijl
(1917-1928) van Doesburg (=Bonset), Mondriaan, van der Leck en Rietveld. Een
derde kenmerk van de avant-garde was een optimistisch (naïef?) geloof in een
andere en betere wereld. Avant-gardekunst zou een bijdrage kunnen leveren aan
die nieuwe wereld voor de 'nieuwe mens'. Je had een groep die kritisch was
naar de maatschappij en een groep die niet kritisch was maar het werk van de
niet kritische was wel meer autonoom. Vanaf 1935 kwam er een einde aan de
vele “ismen” in Europa.

LITERAIRE ONTWIKKELINGEN
1900-1940 werden nieuwe lezersgroepen actief (zoals opgekomen
middengroepen waar onder veel vrouwen). Uitgeverijen drukten boeken in hoge
oplagen en er was de opkomst van de bestseller: een boek waarvan meer dan
10.000 exemplaren werden gedrukt en verkocht. In de periode 1900-1940

, maakte men onderscheid tussen twee typen schrijvers: de publieksschrijvers, die
veelal realistische romans schreven, en eliteschrijvers. Ina Boudier-Bakker en
Johan Fabricius waren populaire publieksschrijvers. Eliteschrijvers als Menno ter
Braak en E. du Perron zetten zich af tegen de romans van de publieksschrijvers.
De romans waren volgens hun ouderwets. Maar de romans deden het goed bij de
mensen. De eliteschrijvers schreven vanuit een moderne levenshouding van
onzekerheid, twijfel en zelfreflectie. De boeken van de eliteschrijvers werden
nauwelijks verkocht. Aan het einde van de negentiende waren romantiek en
realisme de dominante stromingen in de Nederlandse literatuur: Veel schrijvers
deden mee aan deze tradities. Tot ongeveer 1910 gold het werk van de
Beweging van Tachtig nog als modern. De gedichten van J.J. Slauerhoff staan in
de romantische traditie. In deze gedichten is iemand aan het woord die in
onvrede leeft met de werkelijkheid en de eigen tijd. Onderwerp van Slauerhoffs
gedichten is het romantische gekwelde bestaan, het lijden aan het leven. Ook
gedichten en proza van A. Roland Holst (1888-1976) staan in de romantische
traditie. Roland Holst wilde in zijn werk een ideële wereld oproepen. Het werk van
Arthur van Schendel (1874- 1946) wordt getypeerd als neoromantiek.
Kenmerkend voor de neoromantiek is dat de werkelijkheid als onbevredigend
wordt ervaren en wordt ontvlucht. De hoofdpersonen worden gedreven door een
bijna niet te vervullen droom (wens).

Ideaal van de avant-garde van 1900-1940 is het breken met de traditie en
opnieuw beginnen.
Net als de avant-garde in de beeldende kunst wilde de literaire avant-garde
radicaal breken met de traditie. Deze breuk leidde tot onbegrip en weerstand bij
het publiek, dat de avant-gardisten de ontoegankelijkheid van hun teksten
verweet. In de avant-gardeliteratuur werden traditionele literaire vormen en
vormgevingsprincipes als verouderd verklaard. Geen sonnetten, metrum, vaste
strofevormen, rijmschema's of herkenbare psychologisch getypeerde personages
meer. Bij avant-gardistische teksten werd gebruikgemaakt van het
montageprincipe of van aan de jazz ontleende ritmes. Ook werd het
verwachtingspatroon van een tekstuele eenheid doorbroken en
experimenteerden avant-gardisten met taal en vormgeving. Traditionele
beeldspraak verdween. De literaire tekst werd (als breuk met het realisme) niet
langer beschouwd als beschrijving van de werkelijkheid. Het breken met de
traditie en opnieuw te beginnen, sloot aan bij het ideaal van de vooruitgang en
het vooruitgangsdenken van de moderniteit. De avant-garde geloofde in een
betere wereld en in een wereld die (o.a. door middel van kunst en literatuur) te
veranderen zou zijn.
In de beeldende kunst was er een tweedeling in de avant-garde op basis van de
twee verschillende visies over van de autonomie van het kunstwerk: een niet-
autonome maatschappijkritische visie en een op autonomie van het kunstwerk
gerichte visie.
Er was ook een tweedeling in literaire avant-garde: sommige teksten zijn duidelijk
bedoeld om de lezers te prikkelen, andere zijn bedoeld als autonoom
taalbouwsel, als zuivere poëzie.
Literaire avant-garde komt in Nederlandse poëzie tot uiting in werk van Paul van
Ostaijen, Hendrik Marsman en in de literaire bijdrage van I.K Bonset aan De Stijl.
Paul van Ostaijen maakte gebruik van de (dadaïstische) montagetechniek.
Filmtitels, liedjes, reclames en klanknabootsing worden geciteerd. De gedichten
zijn autonome taalbouwsels. Hij streefde naar een zo autonoom mogelijk, zuivere
lyriek (teksten/gedichten die persoonlijk gevoel uiten)  pogingen tot
ontindividualisering. Een aantal gedichten van Hendrik Marsman uit zijn bundel
Verzen (1923) is duidelijk vitalistisch, verheerlijking van het leven. Avant-

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lindetanck. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,19. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64670 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€5,19
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd