meminisse (pf) 1. +aci zich herinneren dat 2. +gen zich (iets) herinneren
iuventus, -tutis jeugd
egi pf. van agere
procul ver, in de verte
censēre van mening zijn
praeterii pf. van praeterire
praeterire voorbijgaan
ignotus, -a, -um onbekend
villa landgoed
perveni pf. van pervenire
pervenire aankomen
egēre +abl. nodig hebben
officium taak, plicht
amplus, -a, -um 1. ruim, groot 2. belangrijk
committere toevertrouwen
commisi pf. van committere
frumentum graan
premere drukken (op)
les 27 perfeci pf. van perficere
accidit pf. van accidere
tremere trillen, beven
nonnulli, -ae, -a (mv.) 1. (bnw) sommige 2. (znw) sommigen
frequens, frequent- herhaaldelijk
regio, regiones streek, gebied
Iovis gen. van Iupiter
delēre vernielen
vetus, veter- oud
rui pf. van ruere
ruere 1. zich haasten 2. neerstorten, instorten
unde waarvandaan
anxius, -a, -um angstig, bezorgd
nescire niet weten
necesse est het is nodig
quisque iedereen
rapui pf. van rapere
rapere, rapio 1. roven 2. grijpen
post 1. (+acc.) na, achter 2. (bijw) later
vehemens, vehement- hevig, krachtig
coegi pf. van cogere
cogere 1. bijeenbrengen 2. dwingen
T5 les 29 senator, senatores senator
mare, maria zee
expugnare veroveren
divitiae (mv) rijkdom
perdere vernietigen
permittere toelaten, toestaan
copiae (mv) troepen
collegi pf. van colligere
animus geest, aandacht
abii pf. van abire