100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
College aantekeningen

ALL lectures for Multivariate analyses

Beoordeling
-
Verkocht
3
Pagina's
8
Geüpload op
14-03-2023
Geschreven in
2022/2023

ALL lectures for the course Multivariate analyses, ready for you to rock your exam!










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
14 maart 2023
Aantal pagina's
8
Geschreven in
2022/2023
Type
College aantekeningen
Docent(en)
-
Bevat
Alle colleges

Voorbeeld van de inhoud

MULTIVARIATE ANALYSES

Hoorcollege 1: Factor Analyse

Factor analyse
 Deel van een schaalconstructie
 Zijn er verschillende subschalen?
 Wordt gevraagd met meerdere concrete items. Hiermee probeer je het achterliggende
concept te meten  latente variabele (niet direct observeerbaar).
 Meten deze individuele items 1 concept of meerdere?

 Een factorlading geeft aan hoe sterk het is gerelateerd aan het achterliggende concept.

Stappen van schaalconstructie
1) Kijk naar de concepten
2) Kijk naar de frequentieverdeling van elke indicator.
3) Factor analyse, is het 1 dimensie of meerder subconcepten?
4) Voor elke factor een reliability analyse (eventueel hier hercoderen of standaardiseren)
a. Scale  reliability analysis. Statistics  correlations and scale if item deleted.
5) Schaal berekenen (compute = mean)

Je kan verschillende soorten vragen stellen
 Q1. Zijn er verschillende dimensies in het concept?
 Q2. Wat zijn deze dimensies? Hoe kun je ze interpreteren en noemen?
o Hoe sterker de factor, hoe sterker ze het onderliggende concept representeren.
 Q3. Hoe zijn de dimensies gerelateerd aan elkaar?
o Verschillende dimensies moeten verschillen schalen

SPSS
 Analyze  dimension reduction  factor
o Extraction; van PC naar principal axis factoring (PAF) and scree plot. Kijk of
je aparte factor kunt zien. (De correlatie tussen de variabelen verdwijnen
zoveel mogelijk. De correlatie tussen de factor en de gemeten variabelen is zo
hoog mogelijk.).
o Rotation; direct oblimin (Dit zorgt voor de best mogelijke correlatie)
 Kaiser’s criteria: variantie moet boven 1 zijn (Eigenvalue) wil het een
aparte factor zijn.
 Knik criteria: bij de scree plot kun je ook zien hoeveel factoren er zijn;
knik -1.
o Options; exclude cases pairwise en suppress small coefficients .3
 Kijken naar pattern matrix (dit is geroteerd)

Extra informatie
KMO moet boven .7 zijn.
Determinant onder correlation matrix is groter dan 0000.1  correlaties niet te hoog.
Barlett’s test is significant (.000)  correlaties zijn verschillend van 0. Dus ze zijn niet te
laag.

, Reproduced correlation matrix vergelijken met de normale correlation matrix om te kijken
hoe goed het factormodel is. Als de correlatiegetallen ongeveer gelijk zijn is het een goed
factormodel.
Hoorcollege 2: Pad analyse

Pad analyse
Er is tenminste 1 variabel die zowel oorzaak als effect is, hiervoor heb je meerder
regressieanalyses nodig. Er zijn zowel directe, als indirecte effecten.

 Er kunnen meerder afhankelijke en onafhankelijke variabelen zijn.
 Een variabele kan in de ene analyse als een afhankelijke variabele gelden en in een
andere analyse als onafhankelijke variabele.
 Er zijn meerdere regressieanalyses nodig om de indirecte en confounding effecten te
berekenen.
 Het doel is om de effecten van het causale model te berekenen.
 Enkel een richting effecten kunnen berekend worden, er kunnen niet twee pijlen aan
een lijntje zitten.
 Er zijn endogene en exogene variabelen. Endogene variabelen zijn variabele waarnaar
een pijl wijst, de afhankelijke variabele. Exogene variabelen zijn pijlen die ergens
naartoe wijzen.
 De error bereken je door √ 1 – R2  ε
 De variabelen moeten duidelijk verschillen van elkaar.
 Je kijkt naar de beta’s

Verschillende analyses
Mediërende analyse vs. confounding analyse




Bij een causaal model zijn er twee confouding effecten




1. 2.

Totaal causaal effect = alle indirecte effecten + directe effecten (confounding meegenomen).
Totale correlatie = alle confounding effecten + alle indirecte effecten + directe effecten.

Stap 1 = peduc + pread. Stap 2 = peduc + pread  seduc. Stap 3 = peduc + pread + secud 
reading.

Z-scores
Alle variabelen zijn in dezelfde meeteenheid uitgedrukt.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
ElineRijnsburger Vrije Universiteit Amsterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
526
Lid sinds
5 jaar
Aantal volgers
333
Documenten
54
Laatst verkocht
1 maand geleden

4,4

50 beoordelingen

5
28
4
17
3
4
2
1
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen