Dit is Amsterdam: identiteit en beeldvorming in
kunst en architectuur
2023
Inhoud
Week 1..................................................................................................................................................... 3
Maandag.............................................................................................................................................. 3
Artikel 1: Olsen ................................................................................................................................ 3
Artikel 2: De Waard ......................................................................................................................... 3
College: ............................................................................................................................................ 4
Dinsdag ................................................................................................................................................ 9
Artikel 1: Melker .............................................................................................................................. 9
Artikel 2: Carasso-Kok.................................................................................................................... 12
College: Het mirakel en katholiek Amsterdam .............................................................................. 13
Donderdag ......................................................................................................................................... 18
Artikel 1: Frijhoff & Prak ................................................................................................................ 18
Artikel 2: Stoutenbeek & Vigeveno ............................................................................................... 19
College: De Portugese synagoge ................................................................................................... 21
Week 2................................................................................................................................................... 24
Maandag............................................................................................................................................ 24
Artikel 1: Kloek .............................................................................................................................. 24
Artikel 2: Van Zijl............................................................................................................................ 25
College: Vrouwen en kunst in de 17e eeuw; identiteit en inclusiviteit ......................................... 26
Dinsdag .............................................................................................................................................. 29
Artikel 1: Groten ............................................................................................................................ 29
College: Amsterdam en het kolonialisme...................................................................................... 30
Donderdag ......................................................................................................................................... 37
Artikel 1: Aerts ............................................................................................................................... 37
College: De 19e eeuw en het Paleis voor Volksvlijt ....................................................................... 39
Week 3................................................................................................................................................... 43
Maandag............................................................................................................................................ 43
Artikel 1: Oosterbaan .................................................................................................................... 43
College ........................................................................................................................................... 45
Dinsdag .............................................................................................................................................. 51
, Artikel 1: Beuken et al. .................................................................................................................. 51
Artikel 2: Borret et al. .................................................................................................................... 51
College: .......................................................................................................................................... 53
Donderdag ......................................................................................................................................... 56
Responsiecollege ........................................................................................................................... 56
,Week 1
Maandag
Artikel 1: Olsen
D. Olsen, ‘Architectuur als Historisch Bewijs’, in: D. Olsen, De Stad als Kunstwerk, Amsterdam 1991: p.
315-318
Een veronderstelling is dat als een kunstwerk een historische bron is, een stad dat dan ook is. De
filosoof Hegel schreef dat alle gebeurtenissen en scheppingen met elkaar verbonden zijn en
belichamingen zijn van een bewegende geest; een Zeitgeist.
De kunsthistoricus Gombrich meent dat een alomvattende tijdgeest niet mogelijk is, maar het
bestaan van stromingen aanvaardde hij wel. Individuele kunstwerken kunnen beter als producten
van bepaalde kunstenaars begrepen worden, en als reacties op bepaalde situaties of in de context
van een nauwkeurig omschreven stroming/specifieke esthetische traditie. Pogingen ze in verband te
brengen met intellectuele, economische, sociale of politieke stromingen of situaties van hun tijd
worden beschouwd als futiel.
Geschiedenis is volgens hem niet relevant voor de kunst, waar stadshistorici kunst niet relevant
vinden voor geschiedenis. De uiterlijke verschijning van steden draagt volgens hen weinig bij aan het
begrip hiervan als sociale, economische en politieke entiteit.
Tijdgeest blijft voor historici een nuttige mythe: ze zijn bedacht op patronen en verbanden. Het
leggen van verbanden tussen bouwkunst en contemporaine ideologie levert echter nog wel eens
problemen op. Zo wordt de industriële revolutie vaak samengenomen met de opkomst van de
moderne metropool (zoals London, Parijs of Wenen), maar dat blijkt onterecht: de grote
bevolkingsgroei in de 19e eeuw vond niet plaats in de industriesteden, maar in de allang bestaande
hoofdsteden. En dat vond niet plaats onder invloed van industrialisatie, maar van politieke en
commerciële factoren.
Bij het bouwen van steden zijn de verbanden tussen politieke, sociale, economische, technologische,
esthetische en zelfs intellectuele geschiedenis evident en onontkoombaar. Als we inzicht willen
krijgen in de westerse cultuur van de 19e en 20e eeuw, zijn haar steden een goed uitgangspunt.
Artikel 2: De Waard
M. de Waard, ‘Amsterdam and the Global Imaginary’, in: M. de Waard (red.), Imagining Global
Amsterdam. History, Culture and Geography in a World City, Amsterdam 2012: p. 9-16
Er zijn drie soorten culturele mobiliteit:
- De fysieke mobiliteit van de toerist/reiziger
- De mobiliteit van het beeld: in zowel tijd als ruimte
- De mobiliteit van ‘de stad’ als ingebeelde of mentale constructie, los van het bestaan van de
fysieke plek.
Het is die mentale constructie, gearticuleerd in narratieven, die de bezoekers trekt. Daarin ligt echter
een paradox, want de succesvolste ‘hypermediated’ plekken zoals de Dam zijn in grove lijnen in alle
steden wel aanwezig. Die succesvolheid volgt een soort script, wat te herhalen valt op verschillende
plekken en in verschillende media, wat betekent dat stedelijke ruimte moeilijk als uniek ervaren kan
worden.
Amsterdam en het beeld dat daarvan leeft heeft om drie redenen een interessante relatie met
globalisatie, urbane cultuur en de beeldmaatschappij:
, - Het beeld van de ‘global village’: Amsterdam zou relatief vrijer zijn van de duistere
connotaties van de wereldstad (die steden als London, Tokyo en New York wel hebben),
maar toch intens verbonden zijn met de wereld. Dit beeld kan afkomstig zijn van het fysieke
formaat (een kleine metropool), maar ook omdat de stad de belichaming van tolerantie zou
zijn.
- De twee historische periodes die nog steeds krachtig resoneren in de stad:
o De VOC-periode van werelddominantie, met Amsterdam als centrum. Dit had een
sterke impact op het zelfbeeld van 17e-eeuwse Amsterdammers en bracht hen ook
een soort mondiaal bewustzijn. Ondanks dat Nederland helemaal niet zo lang aan de
top stond, verdwijnt het beeld van de handelende Nederlander niet snel, en in de
stad is koloniale iconografie nog op veel plekken te zien.
o Het neoliberalisme, opgekomen in de late 1970’er jaren en nog steeds aanwezig,
heeft ook een grote impact, op verschillende manieren:
▪ Het transformeert urbane ruimte. De Zuidas en het langzaam tot pretpark
verwordend centrum zijn daar voorbeelden van.
▪ In de immigrantenwijken creëert het nieuwe vormen van urbane identificatie
en nieuwe modellen van lokale en gemeenschappelijke verbondenheid.
▪ Stadsmarketing en -branding worden ook voelbaar in de fysieke ruimte, denk
aan de I amsterdam-campagne.
De samensmelting en dynamische onderlinge afhankelijkheid van globaal en lokaal
wordt ‘glocalization’ genoemd. Een voorbeeld is de benoeming van de
grachtengordel tot werelderfgoed.
- Articulaties van de stad zijn – zowel in commerciële en politieke discoursen als in literatuur,
film en beeldende kunst – sterk betrokken geraakt bij de industrie rondom cultureel erfgoed
in Europa, en bij de processen van politisering en commodificatie die daarmee verbonden
zijn. EU-lidstaten promoten cultureel toerisme gefocust op cultureel-historische
authenticiteit en eigen identiteit, juist omdat er zoveel fysieke mobiliteit is in het Europa
zonder grenzen. Dit raakt aan de discussie over culturele homogeniteit en heterogeniteit.
Voorbeelden zijn de ‘museumisatie’ van urbane ruimte en het verkopen van ‘het authentiek
lokale’.
College:
--- Vervallen en vervangen door opname van Wouter van Elburg uit 2022
Het begrip identiteit kent twee definities:
1. Gelijkheid: ‘je identiteit bewijzen’, bewijzen dat je de persoon bent voor wie je je uitgeeft.
2. Eigen karakter, kan van een individu maar bijvoorbeeld ook van een groep.
De identiteit van een stad hangt sterk samen met erfgoed:
- Materieel erfgoed: tastbare overblijfselen uit het verleden. Hieronder vallen:
o Gebouwd erfgoed: de architectuur van de grachtengordel is uniek aan Amsterdam,
en ze geniet er internationale aandacht mee. De 17e-eeuwse grachtengordel (binnen
de Singelgracht) is UNESCO Werelderfgoed.
o Musea en kunst: vallen deels ook onder gebouwd erfgoed, zoals het gebouw van het
Rijksmuseum, maar wat daarin staat valt er ook onder: De nachtwacht, Het
melkmeisje van Vermeer, De bedreigde zwaan van Asselijn, maar ook alle minder
bekende werken. Onder de kunsttraditie van de stad vallen echter ook recentere