Dit bestand bevat alle theorie over Domein I voor je examen havo 2023, beschreven op een duidelijke manier. Samenvatting bestaat uit alle begrippen/onderwerpen die onder elkaar worden uitgewerkt, zodat je de begrippen/onderwerpen kan stampen. Handig voor mensen met ad(h)d, mensen die snel afgeleid ...
Structuur: Aanbodzijde van de economie. Draait om inrichting
productieproces. Gericht op concurrentievermogen. Productiecapaciteit,
afhankelijk van kwaliteit
Productiecapaciteit: Structuur
KANO: Kapitaal, arbeid, natuur, ondernemingsschap
Capaciteit: Hoeveel mensen je kan aannemen/producten kan maken
Arbeidsproductiviteit: Hoeveel kan 1 persoon maken.
Arbeidsproductiviteit/a: Bruto binnenlands product/arbeidsvraag (bbp/Av)
Kapitaalproductiviteit: De gemiddelde productie per eenheid kapitaal p jaar.
Kapitaalproductiviteit/k: Bruto binnenlands
product/kapitaakgoederenvoorraad (bbp/Kv)
Investeren: Het kopen van kapitaalgoederen. Wanneer investeren bedrijven?:
- Bedrijven zullen investeren als zij verwachten dat de investering winst
oplevert. Dat kan het geval zijn als met de beschikbare
productiecapaciteit niet voldoende kan worden geproduceerd om aan
de verwachte verkopen te voldoen
- Omdat de meeste investeringen in Nederland worden gefinancierd met
geleend geld kan een lagere rentestand de investeringen stimuleren
- Bij stijging van de loonkosten in verhouding tot de kapitaalkosten zijn
bedrijven eerder geneigd werknemers door machines te vervangen
- Technologische vernieuwingen die die productie kunnen versnellen of
goedkoper maken, kunnen de investeringen bevorderen
- Het verstrekken van investeringssubsidies door de overheid of het
scheppen van een voor bedrijven gunstig belastingklimaat stimuleert de
omvang van de investeringen
Arbeidsinkomensquote (aiq):
(Totale) loonsom bedrijven + toegerekend loon zelfstandigen
—------------------------------------------------------------------------------------ x 100%
Netto toegevoegde waarde bedrijven
Netto toegevoegde waarde: (Totale) loonsom bedrijven + toegerekend loon
zelfstandigen + totale winstinkomen bedrijven
Vermogensinkomensquote (viq):
Vermogensinkomens bedrijven
—----------------------------------------------------------------------------------- x 100%
Netto toegevoegde waarde bedrijven
Procesinnovatie: Invoering van technologische vernieuwingen in het
productieproces
,Diepte-investeringen: Productiviteitsverhogende investeringen die leiden tot
besparing op arbeid, kapitaal of natuurlijke hulpbronnen. Leiden tot stijging
arbeidsproductiviteit
Breedte-investeringen: Het kopen van niet-productiviteitsverhogende
(gelijkwaardige kwaliteit) kapitaal goederen van dezelfde kwaliteit als
voorheen. Verhouding arbeid/kapitaal blijft gelijk
Mechanisatiegraad: Verhouding kapitaal/arbeid
Kapitaal: Totaal van alle kapitaalgoederen waar een bedrijf over beschikt
Kapitaalgoederen: Machines van een bedrijf om producten mee te maken
(vrachtauto, broodbakmachine of een hijskraan)
Arbeidsintensiever: Verhouding kapitaal/arbeids wordt kleiner (werknemers
worden meer ingezet dan machines
Kapitaalintensiever/arbeidsextensiever: Verhouding kapitaal/arbeid wordt
groter (machines worden meer ingezet dan werknemers)
Bestedingen: Groei van capaciteit in een land heeft geen blijvend effect als
op het bbp de extra capaciteit onbenut blijft. Bestedingen moeten daarom in
de economie ook toenemen
Effectieve vraag (EV): Bestedingen. Deze EV is opgebouwd uit 4 soorten
bestedingen:
- (C) Particuliere Consumptie. Alle bestedingen van gezinnen
(boodschappen, kapper, auto). Hoogte afhankelijk van netto-inkomen
- (I) Particuliere investeringen. Alle aankopen van bedrijven. Vaste
kapitaal goederen (machines, fabrieken). Vlottende kapitaalgoederen
(grond- hulpstoffen). Pas op lange termijn hebben investeringen een
capaciteitseffect, bijv als de fabriekshal klaar en ingericht is en de
productiecapaciteit toe neemt. Hoogte afhankelijk van winst
verwachtingen
- (O) Overheidsbestedingen. Alle bestedingen overheid (verbetering
infrastructuur, salaris ambtenaren, benzine voor politieauto’s). Hoogte
afhankelijk van wat de politiek bepaald
- (E-M) Saldo van export en import. Als NL bedrijven goederen/diensten
aan het buitenland verkopen is er sprake van export. Bij import gaat het
om bestedingen van Nederlandse bedrijven naar het buitenland, leiden
tot beperking effectieve vraag en productie in NL. Bestedingen van
buitenland zijn per saldo (E-M)
EV = C + I + O + E - M
, Multipliereffect: Als er voldoende productiecapaciteit beschikbaar is, leidt
toename vraag (meer productie bedrijven). Meer werkgelegenheid, daling
werkloosheid. Binnenlands inkomen stijgt.
Bezettingsgraad: Getal dat aangeeft hoeveel procent van de (maximale)
productiecapaciteit wordt gebruikt
Feitelijke product bbp
—---------------------- x 100% —------ x 100%
Productiecapaciteit bbp(max)
Onderbestedingen: Wanneer de EV en de werkelijke productie (bbp) kleiner
zijn dan de productiecapaciteit (bbpmax), tijdvak AC en EG
Laagconjunctuur: Onderbestedingen. Economische neergang/krimp, tijdvak
AB en EF
Krimp: Economische neergang met daling reële bbp
Conjuncturele teruggang: Situatie waarbij bestedingen afnemen in een
periode van overbestedingen, tijdvak DE
Recessie: Een periode met minimaal 2 kwartalen economische krimp
Conjuncturele werkloosheid: Werkloosheid bij onderbesteding
Overbestedingen: Situatie waarbij de effectieve vraag groter is dan de
productiecapaciteit. Bbp = EV > bbpmax, tijdvak CE
Hoogconjunctuur: Situatie waarbij bestedingen in een periode met
overbestedingen toenemen, tijdvak CD
Bestedingsinflatie: Stijging prijspeil als gevolg van overbestedingen
Bestedingsevenwicht: Bbpmax = EV
Conjunctuurklok: Maandelijks door het CBS opgestelde beschrijving van de
conjunctuur in die periode. Af te lezen in een schema
Conjunctuurbeleid: Overheidsmaatregelen gericht op beïnvloeding van de
bestedingen (en dus de uiteindelijke conjunctuur)
Structuurbeleid: Overheidsmaatregelen gericht op beïnvloeding van de
omvang, kwaliteit en onderlinge afstemming van productiefactoren; arbeid,
kapitaal, natuur en ondernemerschap
Anticyclisch overheidsbeleid: Overheidsmaatregelen gericht op het
afremmen van conjunctuurschommelingen
Procyclisch conjunctuurbeleid: Overheidsmaatregelen die
conjunctuurschommelingen versterken
Demping conjunctuur: Afremming conjunctuurschommelingen onder invloed
van progressieve belastingheffing en het stelsel van sociale zekerheid
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lynnvanstarrenburg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,89. Je zit daarna nergens aan vast.