Sociale uitsluiting in de verzorgingsstaat (421014-B-6)
Tilburg University Hoorcolleges
Inhoud
HC1: Introductie ...................................................................................................................................................... 2
HC2: Definities en metingen van armoede en sociale uitsluiting ............................................................................ 4
HC3: Armoede en sociale uitsluiting in de verzorgingsstaat ................................................................................... 7
HC4: Verklaringen van armoede 1......................................................................................................................... 10
HC5: Verklaringen van armoede 2......................................................................................................................... 12
HC6: Dynamiek van armoede en uitsluiting .......................................................................................................... 14
HC7: Toekomst van sociale uitsluiting ................................................................................................................... 16
EXTRA STOF: Fatale Remedies ............................................................................................................................... 19
Voorbeeldvragen tentamen .................................................................................................................................. 20
Beoordeling:
Presentatie mini-colleges ‘fatale remedies’ (groep) 15%
Column-contest (individueel) 25%
Schriftelijk tentamen (open vragen) 60%
Overzicht van het vak:
,HC1: Introductie
Sociale uitsluiting in de verzorgingsstaat
Armoede is een ‘wicked problem’. Sociologisch onderzoek (oorzaken) en sociaal beleid (oplossingen) zijn nodig.
WICKED PROBLEM Toegepast op armoede
Complexity of elements, sub-systems and • Kent verschillende aspecten/oorzaken.
interdependencies. • Sociaal beleid als symptoombestrijding: verandert
oorzaken niet fundamenteel.
Uncertainty in relation to risks, consequences of • Onduidelijk hoe je het definieert/meet.
action, and changing patterns. • Heeft onbedoelde effecten (e.g. beleidsmaatregelen
die werk ontmoedigen).
Divergence and fragmentation in viewpoints, • Verschillende opvattingen over
values, strategic intentions. definitie/omvang/oorzaken/beleid.
Het is niet duidelijk of armoede een gevolg is van
falend beleid (structure) of van gedrag (agency).
DUS: We moeten de oorzaak begrijpen en deze
kennis toepassen in beleid. Er is niet één
oplossing.
Definities van armoede en sociale uitsluiting
Het is lastig om vast te stellen wat armoede is en
wanneer iets armoede is. Armoede wordt vaak
vastgesteld o.b.v. vooroordelen (prenotion). Het
wordt gezien als onacceptabel (normatief concept), maar niet iedereen vindt het even erg (contested concept).
Je kunt het begrip dus niet écht wetenschappelijk duiden. Het probleem moet op een andere manier benaderd
worden → WELFARE.
Welfare
Wat is welfare?
Daly “Material sufficiency, well-being, absence of negative conditions, physical and mental health,
satisfaction of desires, provision for need within the context of organised services for the needy
and the population more broadly”
Weber “Alle natuurlijk gegeven en maatschappelijk geproduceerde levenskansen voor de bevrediging van
menselijke behoeften” (fysisch-biologische overlevingskansen, materiële
consumptiemogelijkheden, ontwikkeling capaciteiten, sociale relaties/status.
In de maatschappij heeft dit te maken met ongelijke toegang (e.g. kansen, middelen, instituties, rechten), wie er
behoort tot de samenleving (e.g. migratie) en wie er gebruik kan maken van de verzorgingsstaat.
Sen kijkt naar welfare met de capabilties-benadering: Sommige vermogens (ergens toe in staat zijn) zijn
absoluut in tijd en ruimte (e.g. voeding, onderdak, vermijden van schaamte, participatie in de samenleving).
Middelen en goederen die nodig zijn om aan deze behoeften te voldoen kunnen verschillen in tijd en ruimte
(e.g. bezit van een koe).
“In a country that is generally rich, more income may be needed to buy enough commodities to achieve the
same social functioning, such as appearing in public without shame” (Sen).
“In the present time, a labourer would be ashamed to appear in public without a linen shirt” (Smith).
DUS: ARMOEDE = DISWELFARE
, Gangbare definities van armoede
• Lacking resources to obtain the type of diet, participate in the activities and have the living conditions
in the societies to which they belong (Townsend).
• Having resources (material, cultural, social) so limited as to be excluded from the minimal acceptable
way of life in the member states in which they live (European Council).
• Hangt af van wat er in de eigen samenleving op een gegeven moment onontbeerlijk is (SCP).
• Staat in betrekking tot het algemene welvaartsniveau van de samenleving (CBS).
Sociale uitsluiting
= De macro- en micro-oorzaken en processen of structuren die leiden tot de uitkomst armoede.
= Relatieve deprivatie (sociale, culturele en maatschappelijke participatie).
E.g. Marginalisering van laaggeschoolden, achtergestelde wijken, uitsluiting van gemeenschapsverbanden.
Video: What is social policy?
Conclusie
Vrijwel alle definities van armoede hebben een relatief component. Dit zie je ook in de capabilities-benadering
van Sen, hij combineert fysiek en sociaal overleven.