Het document bevat een samenvatting van het basisboek criminologie. Het is een samenvatting van het gehele boek! Het tentamen is op basis van deze samenvatting behaald met een 9!
Wat we crimineel gedrag noemen hangt af van de gevolgen die het gedrag heeft voor zowel de
slachtoffers als de samenleving, van de (morele) opvattingen van de machthebbers, van de publieke
opinie, en vaak ook van de context waarin het gedrag plaatsvindt.
Decriminaliseren: iets wat voorheen strafbaar gesteld was en nu uit de wet is gehaald.
Criminaliseren: nieuwe feiten binnen de werking van het strafrecht brengen.
Er is geen harde grens tussen wat er nou wel of geen crimineel gedrag is, ook al is er het Wetboek
van Strafrecht.
Criminaliteit als sociaal construct
Criminaliteit wordt geconstrueerd binnen het geheel van interacties tussen daders, slachtoffers,
omstanders en functionarissen belast met formele sociale controle.
Criminaliteit kan dus worden gezien als een sociaal construct, dat wil zeggen dat criminaliteit is ‘wat
we noemen’, waarover binnen de samenleving afspraken zijn gemaakt.
Criminaliteit = gedrag dat strafbaar is gesteld in een formele wet.
1.2 Historisch overzicht
Startpunt van criminologie als wetenschap kun je situeren in het begin van de 19 e eeuw.
Restorative justice of herstelrechtbeweging: hierin was genoegdoening (en niet wraak) het
uitgangspunt.
Utopia – betrekking tot de klassieke school
Thomas More stelt de vraag of het opleggen van straffen door de overheid wel is te rechtvaardigen
als diezelfde overheid de veroorzaker is van veel criminaliteit omdat zij burgers onderdrukt en
‘besteelt’.
-> Alleen zware straffen zullen de misdaad niet inperken. Ondanks het verhangen van
dieven, kwam er geen eind aan de stroom van misdaden.
-> Men moet op zoek naar de oorzaken van criminaliteit en die wegnemen.
-> Door het stellen van zware straffen op betrekkelijk lichte feiten (bijv. doodstraf bij diefstal)
, bestaat het risico dat men overgaat tot het plegen van zwaardere feiten omdat het risico van
zwaardere straffen niet vermeerdert
Montesquieu stelt dat de staat de vrijheid van zijn onderdanen moet kunnen garanderen met behulp
van heldere wetten die beletten dat te veel macht in handen van één persoon terechtkomt.
-> Richtte zich op een grondwet die de heersende macht beperkingen oplegde en controle-
mechanismen voor die macht invoerde.
-> Dit leidde tot de trias politica, de scheiding der machten. (wetgevende, uitvoerende,
rechtelijke macht)
-> Straffen diende in verhouding te staan tot de gepleegde misdrijven, een visie die zich
ontwikkelde tot het ook in het Nederlandse strafrecht verankerde proportionaliteitsbeginsel.
Rousseau zag eigendom als de oorzaak van rivaliteit en de tegenstelling tussen rijkdoem en armoede.
Hij was een tegenstander van de vooruitgang, die hij als oorzaak van problemen in de maatschappij
zag.
-> Ontwikkelde de leer dat geen enkel gezag wettig kan zijn indien het niet is ingesteld of
wordt uitgeoefend door hen die eraan zijn onderworpen.
Rousseau gaat ervan uit dat de burgers alleen gebonden kunnen zijn aan afspraken die zij zelf
hebben ingesteld. Dit is de centrale gedachte van de leer van het ‘sociaal contract’. Het recht is
het instrument om dit vorm te geven.
Belangrijkste figuur uit klassieke school:
Beccaria zette al zijn bezwaren tegen het bestaande strafrecht en de gangbare straffen uiteen.
Beccaria verzet zich tegen het willekeurig gebruik van het strafrecht hij werkte het ook het
legaliteitsbeginsel uit dat stelt dat er geen straf kan worden opgelegd zonder een voorafgaande
wettelijke strafbaarstelling.
Beccaria gaat ervan uit dat de crimineel zelf uit eigen wil beslist tot het plegen van criminaliteit.
Hij ziet de oorsprong van criminaliteit dus als iets subjectiefs en is om die reden een voorstander
van vrijheidsstraffen.
Het voorkomen van criminaliteit door middel van straf hangt volgens Beccaria af van:
1. De kans dat de straf daadwerkelijk wordt opgelegd
2. De snelheid waarmee de straf wordt opgelegd
3. De hoogte van de staf (in verhouding tot de criminaliteit)
Bentham heet het idee dat menselijk gedrag in het algemeen wordt gedreven door het behalen van
zo veel mogelijk voordeel en het vermijden van nadeel
-> Neemt aan dat de crimineel een rationele afweging zal maken tussen het mogelijke
voordeel dat het voorgenomen misdrijf hem zal opleveren en het mogelijke nadeel dat de
op te leggen straf hem zal toebrengen.
-> Drie basisideeën uit zijn werk die worden gezien als cruciaal voor de preventie van
criminaliteit worden heel belangrijk:
1. De kans dat de straf daadwerkelijk zal worden opgelegd (pakkans)
2. De snelheid waarmee de straf volgt op het delict
3. De hoogte van de straf
-> Bedacht hoe gevangenissen gebouwd diende te worden (rond)
,Na de Franse revolutie, met de introductie van de code Pènal kwam er een einde aan het strafrecht
van het ancien régime. Alle burgers werden gelijk voor de wet, misdrijven werden in het recht precies
geformuleerd, lichaamsstraffen werden afgeschaft, en de doodstref werd op veel minder delicten
gesteld en zonder voorafgaande verminkingen geëxecuteerd. Er werd gestreefd naar evenredigheid
tussen daad en straf. Het proces werd openbaar en droeg direct en accusatoir karakter. De willekeur
van de rechter kwam ten einde en het bewijsrecht werd beter geregeld.
1.3 Grondleggers; de eerste theorieën
Het idee van de klassieke school dat misdadigers vanuit de rationele motieven zouden handelen
werd aan eind 19e eeuw tegengesproken door het positivisme.
De leer stelde dat criminaliteit was aangeboren en bediende zich van de natuurwetenschappelijke
methode om haar gelijk te bewijzen. Alles moest objectief kunnen worden vastgesteld zonder
emoties of morele argumenten.
Eén van de belangrijkste representanten van deze stroming was: Lombroso. Hij wordt gezien als
grondlegger van de criminologische wetenschap.
-> Frenologie; de leer dat de vorm en de afmeting van de schedel een graadmeter en
voorspeller van menselijk gedrag zouden zijn.
-> Deed onderzoek naar lichaamskenmerken onder gevangen en geestelijk gestoorden
Conclusie: dat misdadigers aangeboren afwijkingen vertonen, zoals: specifieke
schedelvorm, een asymmetrisch gezicht, opvallend grote of kleine oren, extra
vingers of tenen.
Maar ook in gedrag had hij een conclusie: grotere beweeglijkheid, hogere pijngrens,
luiheid, ijdelheid en aanleg tot gokken
Volgens Lombrosso toonden lichamelijke ‘afwijkingen’ aan dat de betrokkenen moesten worden
gezien als een stap terug in de evolutie. Dit idee wordt het ‘atavisme’ genoemd.
De manier waarop Lombrosso de evolutieleer in zijn theorie gebruikte: Lombrosso is in zijn
manier van denken geïnspireerd door de evolutietheorie van Darwin. Hij ging ervan uit dat als
mensen vooruit kunnen gaan in de evolutie, er ook mensen waren die achteruit konden gaan. Hij
meende dat crimineel gedrag het gevolg is van een terugval in de evolutie. (‘atavisme’, ook wel:
‘degeneratie’)
Waarom wordt Lombrosso gezien als een van de grondleggers van criminologie ondanks dat zijn
theorie over het algemeen niet meer wordt gebruikt:
Lombrosso heeft als eerste systematisch onderzoek gedaan naar het ontstaan van
criminaliteit. Zo heeft hij metingen gedaan bij duizenden gevangenen en heeft hij zijn
bevindingen nauwgezet gerubriceerd.
Kritiek
Gorin had kritiek om de theorie van Lombroso na het doen van onderzoek.
Lombroso schreef samen met Ferri een nieuw boek met nieuwe inzichten.
Ferri betoogde dat elke misdaad de reusltante is van individuele, fysieke en sociale factoren. De
individuele factoren waren het belangrijkste, de andere twee werkten hierop in.
-> Hieruit kwam later de biosociale school voort. (hoofdstuk 5)
, Lacassagne en Manouvrier ontkende de theorie van de geboren misdadiger en duidden als oorzaak
het sociale milieu waarin iemand opgroeit.
-> Hierin is een parallel te zien met de latere leertheorieën en met de kritische criminologie.
Lacassagne stelde dat het criminele gedrag niet aangeboren was zoals Lombrosso maar stelde dat
het werd veroorzaakt door het milieu waar de persoon in opgroeide. Dit onderbouwt hij door
middel van statistisch onderzoek. Hij deed de uitspraak ‘een samenleving heeft de criminelen die
zij verdient’.
Guerry paste als eerste de nieuwe verworven kennis van de statistische wetenschap toe op het
fenomeen criminaliteit.
-> Bracht gegevens als sekse en leeftijd in verband met criminaliteit en deed onderzoek naar
geografische spreiding van criminaliteit.
-> Hij verklaarde de grote geografische verschillen in criminaliteit door verbanden te leggen
met armoede.
Quetelet analyseerde de verzamelde gegevens en ook de inmiddels bij de overheid bekende data
met de nieuw ontwikkelde mathematische analysetechnieken.
-> Toonde aan dat onderwijs, armoede en klimaat van invloed zijn op het niveau van
criminaliteit. Constateerde een toename van economische delicten in de winter en
geweldsdelicten in de zomer.
-> Toonde grote verschillen in criminele gedragingen tussen mannen en vrouwen aan.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maravandelft2000. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.