College 2:
Ingewikkelder geworden door twee redenen:
Gemengde verhoudingen -> ene kant privaatrechtelijk persoon andere kant
publiekrechtelijke persoon. Moet je dan internationaal publiekrecht of internationaal
privaatrecht toepassen? Veel debat overgevoerd. Nu wordt veelal aangenomen dat het
privaatrechtelijk is, aangezien het gaat over privaatrechtelijke verplichtingen.
Dan wel: welke rechter is dan bevoegd? -> dat wordt bepaald aan de hand van regels of
forumkeuze. Maar veelal gaan dit soort gemengde contracten naar arbitrage.
Tweede vraag ipr: welk recht is dan van toepassing? Gaat vaak over geschreven contracten
en wordt dan middels rechtskeuze gekozen.
Mensenrechten -> van oorsprong internationaal publiekrecht. Maar onder bepaalde
voorwaarden heeft het privaatrechtelijke doorwerking.
Voorbeeld is urgenda-arrest: EVRM heeft privaatrechtelijke doorwerking wat zorgt voor
verplichtingen voor de staat ogv de OD. Meneer hier heeft kritiek op urgenda mbt
interpretatie EVRM (hij vindt rechtsvormende taak van de rechter wel oke). In het arrest
wordt verwezen naar uitspraken van het Hof, maar Urgenda is iets heel anders dan een
specifiek gelokaliseerde vuilnisbelt. Hij vindt de Straatsburgse jurisprudentie onvoldoende
basis voor de interpretatie van het EVRM. Door deze smalle basis had beter de wetgever het
op kunnen lossen.
We hebben het nu gehad over internationaal publiekrecht/privaatrecht etc.
Maar er is ook dwingend privaatrecht! (Staat in nummer 20nogiets van deel 1
onderwijsmateriaal).
De vraag hoe zit het met dwingend recht of recht van openbare orde in internationale
verhoudingen? Daarbij geldt dat in deze verhoudingen dwingend recht en openbare orde
meer beperkend moet worden uitgelegd. In het Ipr wordt daarom gesproken van
internationale openbare orde.
Stel je krijgt een vonnis uit Myanmar door een partijdige rechter. Moet je dit
tenuitvoerleggen in NL? in principe hoeft dat niet ten alle prijzen, een soort veiligheidsklep =
exceptie van internationale openbare orde. Dat betekent niet dat strijdigheid moet zijn met
NL openbare orde, maar het betekent dat inhoud en gevolgen van buitenlandse uitspraak in
strijd zijn met fundamentele normen/waarden. Dan blokkeren we de tenuitvoerlegging.
Hetzelfde begrip van internationale openbare orde heb je ook bij toepasselijk recht. Door
conflictregels kan buitenlands recht worden toegepast. Dat is niet onvoorwaardelijk en
absoluut, want ook hier zit veiligheidsklep van exceptie van internationale openbare orde.
Het heeft dus dubbele functie:
- Houdt buitenlandse akte/vonnissen tegen die in strijd zijn met normen/waarden
- Voorkomen NL rechter in NL procedure buitenlands recht moet toepassen wat in
strijd is met onze waarden en normen.
Voorbeeld: punitive damages
,Het ruime begrip is openbare orde. Het begrip Internationale openbare orde is meer
beperkt. Internationale openbare orde valt onder de openbare orde. Maar iets wat onder de
openbare orde valt hoeft niet per se onder de internationale openbare orde te vallen.
Naast openbare orde is er ook het gewone dwingend recht.
Voorbeeld: regeling boek 6 BW algemene voorwaarden is dwingend recht. Dat kan je niet
uitsluiten in de algemene voorwaarden in Nederlandse verhoudingen. Maar wat in een
internationale verhouding als consument in NL zit en gebruiker van algemene voorwaarden
in buitenland. Is de regeling van boek 6 van algemene voorwaarden dan toepasselijk?
6:247 BW -> gaat specifiek over de internationale reikwijdte van de titel over algemene
voorwaarden van boek 6.
Lid 1: B2B + beide partijen in NL gevestigd = afdeling van toepassing ongeacht toepasselijk
recht.
Bij dergelijke dwingendrechtelijke bepalingen werk je dus niet met conflictregels. Het zijn
‘semipubliekrechtelijke bepalingen’. Het zijn voorrangsregels.
Lid 2: B2B + een van de partijen niet in NL gevestigd = recht algemene voorwaarden niet
toepasselijk.
Lid 4: B2C + C in NL en B maakt niet uit waar = regeling van algemene voorwaarden wel
toepasselijk ongeacht toepasselijk recht.
C2C is niet geregeld in dit artikel, want algemene voorwaarden niet van toepassing op deze
relatie. Hoe zit het dan met C2C?
Maar heel vaak is het niet goed geregeld voor dwingend recht bij internationale
verhoudingen.
Agentuurovk’s in boek 7 -> HvJ ING MER/EATON, internationale reikwijdte bepaalt van
agentuurrecht: waar is agent gevestigd? Als dat in EU is is het toepasselijk. Als het buiten EU
is, is het niet toepasselijk.
Maar wat als contract bepaalt dat NL recht toepasselijk is? Heb je dan toch gekozen voor de
dwingend rechterlijke bepalingen agentuur? Is onduidelijk.
1 mei 2021 -> wettelijke regeling ivm franchaiseovk. Als titel 16 van boek 7.
Dit is eigenlijk een centrale inkooporganisatie van ‘know how’. Je sluit je eigenlijk aan bij
bestaand concept. De franchaisenemer is vrij afhankelijk van de franchaisegever.
Kenmerkende van titel 16 boek 7 is dat het dwingend rechtelijk is, het is ter bescherming van
de franchaisenemer.
Maar wat als er sprake is van een internationale partij, wat is dan de werkingssfeer? 7: 922
waarin staat dat het dwingend recht is, maar dan komt ook de voorrangsregel die zegt dat
als de nemer in NL is de titel niet in nadelen van deze nemer kan gelden.
Ipr:
Ipr is nationaal recht. De voorrangsregels, Rv, EU-recht wat geïmplementeerd is etc.
Het is een bij elkaarraapsel van verschillende regels: beetje publiek, beetje privaat,
voorrangsregels, eenvormig privaatrecht etc.
Drie hoofdmethodes om tegen internationaal probleem van privaatrechtelijke aard te kijken:
, Unilaterale methode -> kijkt alleen naar eigen recht en je bakent alleen maar de
toepassingssfeer van je eigen recht af (deze vind je in het publiekrecht. Maar ook bij
de voorrangsregels (bv algemene voorwaarden of franchaise) zoals die net zijn
besproken). Dit is eerder de uitzonderingsmethode, maar je kan er wel mee te maken
hebben.
Multilaterale methode -> dit is de heersende methode. Je kijkt naar een
internationaal geschil (zoals OD) en kijkt naar met welke landen dat verbonden is (bv.
plaats ongeval, woonplaats/verblijfplaats slachtoffer, plaats schade etc). Je gaat
opzoek naar het recht wat de nauwste band heeft met internationale
rechtsverhouding. Dus bij OD aan de hand van Rome II kijken welk recht van
toepassing is.
Eenvormige methode -> als je onmiddellijk naar een eenvormig verdrag gaat, zoals
Weens koopverdrag, vervoersrecht, arbitragerecht etc. Daar vind je dan
materieelrechtelijke uitkomst.
Eigenlijk zou je:
1. Is er eenvormig methode?
2. Zijn er voorrangsregels? (unilaterale methode)
3. Zo nee, dan gewoon conflictrecht (multilaterale methode)
Arbitrage en overheidsrechter
Zijn partijen arbitrage overeen gekomen? Nee = overheidsrechter
Wel? Dan ovk die bindend is voor partijen en wordt het geschil dus aan de overheidsrechter
onttrokken.
Als je bij de overheidsrechter bent is vervolgens de vraag of er een internationale regeling is
(bilateraal of multilateraal verdrag)?
Let erop dat multilaterale regelingen, eerst moet worden gekeken of er een specifieke
regeling is? Zoals tav vervoer, IE, forumkeuze etc. Als er geen specifieke multilaterale
regeling, kunnen de algemene multilaterale van toepassing zijn (Brussel I-bis of Lugano)?
Dus relevantie van internationale handelsarbitrage vermijdt al deze bevoegdheidsvragen van
overheidsrechter.
Arbitrage lijkt wel een beetje op proces bij overheidsrechter. Want gelden ook normen van
goede procesorde en het leidt tot een arbitraal vonnis wat dezelfde rechtskracht heeft als
vonnis overheidsrechter. Één belangrijk verschil: de tenuitvoerlegging van een vonnis van de
rechter vs de tenuitvoerlegging van arbitrage instituut. Het arbitraal vonnis blijft een privé
titel. Dus je moet met een arbitraal vonnis naar de overheidsrechter voor een stempel op
het exequatur, dan geeft de rechter toestemming om het arbitraal vonnis ten uitvoer te
leggen. Rechter toetst marginaal, niet inhoudelijk. Dus arbitraal vonnis is een privé titel en
heeft overheidsingrijpen nodig.
Ander groot verschil: voor een arbitrage heb je een ovk tot arbitrage nodig. Geen ovk tot
arbitrage is ook geen arbitrage, dan moet je naar de overheidsrechter.
Nog een verschil: overheidsrechter is er altijd voor jou. Arbiters zijn er niet onmiddellijk, die
moeten benoemd worden. Gaat vaak via arbitrageinstituut.
Kijk even naar kosten van arbitrage bij Nederlands arbitrage instituut.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Froukje123. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,99. Je zit daarna nergens aan vast.