Gebiedsontwikkelingsbeleid | Samenvatting hoorcolleges
College 1 | Gebiedsontwikkelingsbeleid in vogelvlucht
De wereldbevolking groeit en woont steeds vaker in een stedelijke omgeving. De
wereldbevolking groeit met name in ontwikkelde landen, maar ook westerse landen krijgen
nog te maken met groei.
In Nederland is een bevolkingsgroei te zien in de Randstad. Zo groeit de bevolking tot 2025
met 700 duizend inwoners.
Op dit moment zijn er veel verhuisbewegingen te zien, gericht op terugkeer naar de stad.
Verhuisbewegingen naar randgemeenten en naar buiten de randstad nemen toe. Er is dan
ook een groei te zien betreft de bevolking in steden en de stedelijke omgeving. Ca. 45% van
de bevolking woont in een stedelijke omgeving. 30% woont nabij de stedelijke omgeving.
Rotterdam
Rotterdam is erg in ontwikkeling. Zo liggen er vele nieuwbouwprojecten op tafel. Zowel op
project- als gebiedsniveau (project- en gebiedsontwikkeling). Zo steekt Rotterdam 233
miljoen in 7 beeldbepalende stadsprojecten (Hofplein, Blaak en Westblaak).
Stedelijke crisis?
Leefbaarheid | Inclusiviteit | Resillience
• Steden worden veel intenser gebruikt, dan vroeger.
• Er is veel verstening en verharding te zien.
• Er is weinig ruimte voor groen en water.
• Kwaliteit en veiligheid staan geregeld onder druk betreft het sociale domein.
• De toegankelijkheid van onderwijs, woningmarkt en voorzieningen staat onder druk.
• De leefbaarheid in steden staat onder druk.
• De verandering van het klimaat heeft negatieve invloed op de stedelijke omgeving.
• Echter zijn de steden en het intensief gebruik van steden ook onderdeel van de
oplossing.
Ruimtelijke ordening | Planologie | Vastgoedontwikkeling
Stedelijk samenleven
Mensen leven, wonen en werken. Mensen ontwerpen, herontwerpen, bebouwen,
herbouwen, verdelen, herverdelen en beheren de fysieke ruimte.
Karakteristieke kenmerken van een stad ten opzichte van een dorp
De stedelijke bevolking:
• Is heterogeen;
• Heeft een grote diversiteit;
• Heeft verschillende achtergronden:
o Beroep;
o Opleiding;
o Inkomen;
, o Etniciteit;
o Levensbeschouwing;
o Leefwijze.
De stedelijke voorzieningen, zorgen voor meer aantrekkingskracht door:
• Veelzijdigheid;
• Diversiteit;
• Van hoog niveau.
Het stedelijk grondgebied:
• Is klein voor het aantal mensen dat er leeft.
• Er wonen, werken, leven veel mensen in de stad.
Een stad is te typeren in twee delen, namelijk:
1. Fysieke werkelijkheid: huizen, kantoren, winkelpanden, horecagelegenheden,
bedrijventerreinen, scholen, openbaar vervoer en groen.
2. Sociale werkelijkheid: binnen het fysieke domein leven de bewoners met elkaar
samen.
Hoe diverser de stedelijke omgeving, hoe groter de diversiteit van de problemen.
Stad:
• Kwaliteit en aanbod van woningen;
• Kwaliteit van de openbare ruimte;
• Niveau en toegankelijkheid voorzieningen;
• De bereikbaarheid;
• Het verkeer;
• Werkgelegenheid.
Niet overal in de stad zijn problemen. Zo is er in sommige delen van de stad sprake van
cumulatie (=opstapeling) van problemen.
Probleemwijk
Prachtwijk
Krachtwijk
Focuswijk
Achterstandswijk
Stedelijke herstructurering | Stedelijke vernieuwing & Social engineering
Stadsvernieuwing, PCG-beleid en sociale vernieuwing
Stadsvernieuwing in de jaren ‘70
• Doelstellingen hadden een sociaal karakter;
• Emancipatie en integratie van bewoners en verbeteren sociale samenhang;
• Gericht op het laten stijgen op de sociale ladder.
Werd uiteindelijk toch een technische operatie: veel sloop en nieuwbouw.
, • Als woonomstandigheden beter zijn zal het sociaal ook beter gaan in de wijk;
• Echter: woonkwaliteit nam toe maar sociale problemen bleven.
Stadsvernieuwing in de jaren ’80:
• Probleemcumulatiegebiedbeleid (PCG-beleid);
• Gebiedsgerichte aanpak;
• Meer sociaal gericht dan het stadsvernieuwingsbeleid;
• Beleid gericht op 30 wijken (18 grote steden en middelgrote steden);
• Aandacht vooral naar het wegnemen van sociale achterstand.
Stadsvernieuwing in de jaren ’90:
• Sociaal vernieuwingsbeleid;
• Doelstelling: wegnemen sociale achterstand;
• Beleid gericht op:
o Emancipatie stadsbewoners door werkgelegenheids- en scholingsprojecten;
o Versterken van de sociale cohesie in kwetsbare stadsbuurten;
• Verdere decentralisatie, door de verkokering op Rijksniveau à stagnatieprocessen;
• Beleid bleef richten op de fysieke aanpak van de steden.
Het Grotestedenbeleid
Opbrengsten van het beleid
Na 40 jaar GSB nog veel onopgeloste problemen:
• Multidomeinvraagstuk: vraagstukken die verschillende domeinen betrekken (sociaal,
fysiek en economisch)
• Multiactorvraagstuk: vraagstukken waarbij meerdere actoren aanwezig zijn.
• Multischaalvraagstuk: vraagstukken die zich afspelen op verschillende schaalniveaus
(rijk, provincie en regio).
Complexe stedelijke vraagstukken vragen om innovaties in de beleidsontwikkeling:
• Verschuiving van rijksbeleid à stedelijk beleid
• Verschuiving van stadsbeleid à wijkbeleid
• Verschuiving top-down beleid à bottom-up samenwerking
• Verschuiving van sectoraal à integraal beleid
1960: Stadsvernieuwing | Fysieke focus | transformatie gebouwen en gebieden
1970: Stadsvernieuwing | Sterke focus sociale verbetering, maar resultaat vooral fysiek
1980: PCG-gebieden | Sterkte focus op sociale verbetering | Gebiedsgerichte aanpak met
focus op 30 wijken.
1990: Sociale vernieuwing | Vooral gericht op sociale verbetering.
1994: Grotestedenbeleid | Gericht op economische verbetering > 1,5 miljard
1999: Grotestedenbeleid 2 | Economisch (50%), sociaal (30%) > 11,1 miljard
2005: Grotestedenbeleid 3 | Sociaal (60%), fysiek (30%) > 5,6 miljard
2010: Stedenbeleid | Sociale integratie & veiligheid > 5,4%
Een van de laatste programma’s is Krachtwijken (2007). Dat houdt in:
• Verbeteren van de 40 slechtste wijken in Nederland.
• Verkoop sociale huurwoningen
, • Sloop en nieuwbouw
• Verbetering van woningen en de woonomgeving
• Sterkte focus op sociale verbetering en veiligheid