Organisatiekunde en strategisch management uitwerkingen:
Hoofdstuk 0:
Een organisatie: is elke vorm van menselijke samenwerking voor een gemeenschappelijk
doel.
Management: is het bestuur van een organisatie.
Organisatiemanagement: is de leer van het bestuur van elke vorm van menselijke
samenwerkingen voor een gemeenschappelijk doel.
Organisatiekunde: hierbij kijk je naar het gedrag van een organisatie en daarbij de factoren
die dit gedrag bepalen hierdoor kijk je naar de wijze die het meest doeltreffend bestuurd kan
worden.
Descriptief aspect: dit is een beschrijving van het gedrag van organisaties, met de motieven
en gevolgen.
Prescriptief aspect: dit is een advies over te volgen handelwijze en organisatie-inrichtingen.
Interdisciplinariteit: dit houdt in dat organisatiekunde veel elementen bevat die afkomstig
zijn uit andere wetenschappen. Denk hierbij aan financieel en juridisch bijvoorbeeld. Dit is
ook wel een ideaalbeeld vaak komt men niet verder dan multidisciplinair.
Multidisciplinair: alle bijdragen van verschillende vakgebieden bij elkaar verzamelen voor
een onderzoek/project.
Besturing: het richting geven aan de processen die in een organisatie plaats vinden.
Doeltreffend of effectief: wanneer een proces slaagt druk je dit met 1 van deze 2 begrippen
uit.
Socrates en Plato: Zij hebben theorieën opgedaan over leidinggeven, taakverdeling en
specialisatie.
Henri Fayol: Hij was een van de eersten die gesteld heeft dat management een vak is dat
geleerd moet worden.
Zijderoute: 1 van de eerste handelsroutes deze route verbond Europa met het Midden-Oosten
en Azië.
Achtbazenstelsel: dit bestaat uit:
1. Tijd en kosten
2. Werkinstructies
3. Bewerkingen en hun volgorde
4. Werkvoorbereiding en uitgifte
5. Onderhoud
6. Kwaliteitscontrole
7. Technische leiding
8. Personeelsbeheer
Personen leren met de sleutelbegrippen zie
samenvatting H0
Personen boom BLZ 29 goed bestuderen komt wss
een vraag over.
,Hoofstuk 1
Omgeving: de samenleving kan worden gezien als de omgeving van een organisatie. Dit
bestaat uit partijen of belanghebbenden zoals: afnemers, leveranciers, concurrenten en
vermogensverschaffers.
Omgevingsinvloeden: denk hierbij aan economische, technische en demografische
ontwikkelingen in de samenleving.
Omgevingsfactoren: dit zijn dus bijvoorbeeld de economische, technische en demografische
ontwikkelingen in de samenleving, dit zijn dus factoren waardoor het invloed heeft op de
omgeving.
Afstemming: het richten van de organisatie op de omgeving.
Milieufactoren:
Hierbij wordt veel gekeken naar klimaat veranderen en hoe we daaropin kunnen spelen. Denk
hierbij aan krachtig klimaatbeleid. Denk hierbij aan het verminderen van fossiele brandstoffen
en dat rijke landen ontwikkelingslanden hiermee moeten helpen door ze te financieren. Dit
heet het klimaatakkoord van Parijs. De broeikasgassen hebben hier ook een grote invloed
op dus deze moeten ook verminderen. Als het zo doorgaat wordt het bijvoorbeeld in Afrika
nog droger dan dat het nu al is.
Er zijn 5 doelstelling bepaald om de CO2 uitstoot te verminderen:
Woningen (7% minder uitstoot)
Denk hierbij aan een huis goed isoleren en van het gas afgaan.
Elektriciteit (41% minder uitstoot)
Denk hierbij aan windmolens en zonnepanelen die energie opbrengen i.p.v. door
middel van fossiele brandstoffen die dit doen.
Industrie (29% minder uitstoot)
Denk hier bij aan efficiënter gebruik maken van warmte en grondstoffen
hergebruiken.
Landbouw (7% minder uitstoot)
Denk hierbij aan het verminderen van de methaanmissie in de vleesindustrie. (Meer
plantaardig eten).
Mobiliteit (15% minder uitstoot)
Denk hierbij aan elektrisch rijden of het stimuleren van fietsen.
Strategie aandachtsvelden:
Het schoonmaken van de huidige activiteiten.
Het benutten van nieuwe kansen.
Het werken aan een duurzame toekomst.
Technologische factoren:
Technologische ontwikkelingen worden vaak de motor van onze economie genoemd.
Hierdoor is er namelijk sprake van constante ontwikkeling. Technologische innovaties komen
vaak uit concurrentie waarbij er behoefte is aan nieuwe goederen en diensten van een hogere
kwaliteit.
Technologische veranderingen die zullen doorbreken zijn vooral artificiële intelligentie denk
hierbij aan:
5G
, Energietransitie
Biotechnologie
Dit heeft te maken met levende organismen. Deze ontwikkeling is bijvoorbeeld voor de
voedingsindustrie, de farmaceutische industrie, de landbouw, cosmetica en de wasmiddelen
markt.
Informatietechnologie
Dit betreft de toepassing van micro-elektronica en heeft betrekking op de opslag en bewerking
van informatie. Voorbeelden hiervan zijn: hardware, software, communicatienetwerken en
intelligente chips.
De informatietechnologie zullen de komende jaren van grote invloed zijn voor alle
organisaties de belangrijkste gevolgen hiervan zijn:
1. De wijze waarop werk wordt verricht zal fundamenteel veranderen.
2. Een integratie van functies.
3. Verandering in schaalvoordelen en besluitvormingen.
Robotisering
Hiermee wordt bedoeld dat de taken die mensen normaal gesproken uitvoeren nu door robots
worden gedaan.
Demografische factoren:
Demografische factoren zijn de omvang, groen en samenstelling van de bevolking. Een
demografisch factor is dus bijvoorbeeld hoeveel inwoners een land heeft. In Nederland groeit
de bevolking heel hard. Dit komt door een hoog aantal geboorten en een hoog migratiesaldo.
Ook is een belangrijk demografisch factor leeftijd. Mensen worden tegenwoordig een stuk
ouder waardoor er erg veel vergrijzing ontstaat. Senioren van 50+ is daarentegen een erg
interessante doelgroep omdat ze vaak meer te besteden hebben en veel willen besteden.
Economische factoren:
Economische factoren bepalen de mate van succes van een organisatie. Een belangrijke rol
hierbij is de groei van het nationaal inkomen. Ook is de inkomensverdeling een
belangrijke factor. Veranderingen hierin kunnen een belangrijke economische invloed hebben
voor de omvang van bepaalde markten. Internationaal economische ontwikkelingen zijn ook
erg belangrijk voor Nederland. Het gaat hierbij om:
De economische groei in verschillende landen
Valutaschommeling
Ontwikkeling van de rentestand
Ontwikkeling van het buitenlandse loonpeil
Nederland moet het vooral hebben van een hoogopgeleide talenten. Hiermee zouden we de
kosten van de vergrijzing mee op kunnen vangen. Nederland zou ook graag tot de top van
Europa willen horen maar huidige investeringsniveau in ons land wordt door velen
onvoldoende geacht om dit te bereiken. Nederland is uit zijn verleden erg afhankelijk van
internationale handel en investeringen. Hierbij spelen niet alleen ontwikkelingen binnen
Europa maar ook ontwikkelingen op wereld niveau.
Taken die de Wereldhandelsorganisatie (WTO) heeft zijn: de verdere integratie van
ontwikkelingslanden en de relatie tussen handel en belangrijke thema’s zoals milieu,
voedselveiligheid en fundamentele arbeidsnormen.
Donut economie:
, De donut economie is bedacht door Kate Raworth en hierin zegt zij eigenlijk dat de economie
niet meer moet groeien omdat je hierbij bijvoorbeeld het milieu heel erg aantast. Ze vindt dat
iedereen moet voorzien van zijn basisbehoefte en daarnaast dus geen extreem stijgende
economie maar een economie op basis van een
gezond systeem. De buitenste cirkel van de
donut wordt de biosfeer waarin de economie
bestaat weergegeven. Hierin staat de:
Klimaatverandering
Verzuring van de oceaan
Chemische vervuiling.
Zoetwater onttrekking
Stikstof en fosforverzadiging
Grondconversie
Vermindering biodiversiteit
Luchtvervuiling
Aantasting ozonlaag.
In dit model staat de aarde centraal in plaats van
de markt. Progressieve bedrijven zouden transitie moeten leiden. Vooral uit de voedselsector
voedsel beïnvloedt alle 9 planetaire grenzen. De grootste bedreiging van bedrijven zijn de
aandeelhouders want die kiezen vaak voor geld i.p.v. natuur.
Politieke factoren:
Hierbij gaat het erom welke zaken in het economische leven de overheid kan bepalen. Denk
hierbij aan het veranderen van het prijsniveau, de inkomensverdeling, de arbeidsmarkt, de
betalingsbalans en de economische groei. De Europese Unie wil met alle lidstaten een
gemeenschappelijke interne markt op bouwen. Daarnaast is er sprake van een roep voor het
beperken van de macht in Europa door met name populistische partijen. De Brexit is een
duidelijk gevolg hiervan. De eenwording van Europa en verschuiving van politieke macht zijn
factoren waarmee organisaties in de naaste toekomst geconfronteerd kunnen worden.
Je kan op 5 manieren economische integratie onderscheiden:
1. Een vrijhandelszone: alleen de onderlinge handelsbelemmeringen worden door de
deelnemende landen afgeschaft. De landen hanteren wel hun eigen invoertarieven
voor producten bijten de vrijhandelszone worden geïmporteerd.
2. Een douane-unie: hier wordt tevens een gemeenschappelijke handelspolitiek
gevoerd. De opbrengsten uit invoertarieven worden hierbij via een bepaalde sleutel
onderling verdeeld.
3. Een gemeenschappelijke markt: de basis is een douane-unie. Daarnaast worden de
belemmeringen op het gebied van de productiefactoren weggenomen.
4. Een economische unie: het stapje verder is dat in een economische unie tevens het
monetaire beleid en de financiële overheidspolitiek geharmoniseerd zijn. Deze stap
vereist het opzetten van centrale instituties zoals 1 centrale bank.
5. Een volledige politieke en economische unie: hierbij gaan landen geheel samen. Een
voorbeeld hiervan is de vorming van de Verenigde Staten van Amerika.
De gemeenschappelijke interne markt is gebaseerd op een viertal economische vrijheden:
1. Vrijheid van goederenverkeer.
2. Vrijheid van dienstenverkeer.
3. Vrijheid van kapitaalverkeer.
4. Vrijheid van personenverkeer.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mauritsnwl. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,42. Je zit daarna nergens aan vast.