Samenvatting I: Core Module International Relations
HOORCOLLEGES
Hoorcollege 1 - Eeuwige debatten: realisme versus idealisme
Contextueel raamwerk: multi-level politiek
● Besluitvorming op verschillende niveaus van collectiviteit
● Acties op een niveau beïnvloeden uitkomsten op andere niveaus
● Beloningen voor strategisch gedrag
● Verschillende niveaus en vormen van openbaarheid, formaliteit, hiërarchie en
middelen van politieke invloed
Idealisme Realisme
Doelen van theoretiseren Normatieve doelen Positieve doelen
Relatie ethiek en politiek Ethiek → politiek Politiek → ethiek
Menselijke aard (en van Fundamenteel goed Eigen belang en macht
staat) zoekend
Onderzoekseenheid Individuen, groepen, staten, Staten en hun leiders
internationale organisaties
Binnenlandse politiek Beïnvloedt buitenlandbeleid Van secundair belang
Mogelijkheid van Mogelijk door democratie en Onwaarschijnlijk, machtsbalans
vooruitgang internationale instituties verstoord door oorlogen
Idealisme:
● Opkomst gemotiveerd door gruwelen van WOI
● Gecreëerd als IB-discipline
● Oorlog en vrede als fundamentele vragen
● Promotie van democratie, zelfdeterminatie, onderlinge afhankelijkheid en instituties
voor vrede
○ 14 punten van Wilson
○ League of Nations: collectieve veiligheid
○ Verdragen om oorlog onwettig te maken: Verdragen van Genève
○ Maar: blijvend racisme, imperialisme, Eurocentrisme
● “War is simply a failure of understanding. We shall emerge from the world of political
warfare and armed peace (by correcting a defect in understanding).”
● Kritiek:
○ Grote Depressie, opkomst van nazisme en fascisme , WOII, Koude Oorlog
○ Democratie incompleet, VS isolationisme, opkomst van protectionisme
○ Realistische kritiek: de utopiaan bekleed zijn eigen belangen, verkleed als
universeel belang (Carr)
● De Russische invasie van Oekraïne:
○ Buitenlandbeleid moet een waarden-eerst zaak zijn, waarom Rusland
geloofwaardigheid en legitimiteit verliest sinds de invasie, toont een zwakte
van de realistische benadering
, ○ Poetin heeft de macht, Zelensky de legitimiteit
○ De hele wereld verwachtte een snelle en makkelijke overwinning voor
Rusland maar binnen deze analyse was geen ruimte voor menselijke
levenskracht, loyaliteit, liefde en vrijheid
■ Onderschatten van de Oekraïense bereidheid om weerstand te bieden
en te vechten voor hun vrijheid en waarden
■ Onderschatting van de Westerse mogelijkheid om verenigd te blijven
en om het ‘vrije, democratische’ Oekraïne te verdedigen
■ Overschatting van de Russische bereidheid om te vechten zonder
overtuigende reden
Realisme:
● Carr (1939), Morgenthau (1948) en Waltz (1959)
● Mensen en staten acteren naar eigen belang en zoeken macht
○ Hitler, Stalin, Mussolini, maar ook normale mensen
● Tekort aan wereldregering: wedstrijd om macht en overleving
● Stabiliteit via machtsbalans
● Geschiedenis als cyclisch
● Kritiek:
○ Consistent realisme: geen ruimte voor normatieve beschrijving
○ Over het hoofd zien, negeren, of minder maken van coöperatieve elementen
○ Primaat van de staat en internationale politiek bevraagd
● De Russische invasie van Oekraïne:
○ Rusland voelt zich bedreigd door de oostwaartse expansie van de NAVO en
Oekraïne zijn draai naar het Westen
○ Poetin reageert op een opvallende verschuiving van macht tussen het
Westen en Rusland, hij wil een Russische invloedssfeer verzekeren rond
eigen grenzen
○ Rusland verdedigt de belangen van etnische Russen in Oekraïne (en op
andere plekken) en reageert op een Oekraïense poging om de Russische
minderheid de marginaliseren
○ Rusland wil serieus genomen worden en beschouwd worden als grootmacht
Synthese:
● Idealisme was dominant tijdens het Interbellum
● Realisme was dominant tot de jaren 90 (daarna neo-realisme, Waltz)
● Idealisme inspireert drie liberale tradities:
○ Liberale binnenland politiek (Doyle, 1983)
○ Liberale internationale politiek (neoliberaal institutionalisme; Keohane, 1984)
○ Liberale economische politiek (Keohane & Nye, 1971)
● Neo-neo synthese: convergentie van neorealisme en neoliberalisme sinds de jaren
80
○ Adresseert de simpliciteit en het reductionisme van realisme
■ Primaat van staten, bijna onmogelijkheid van samenwerking,
permanent wantrouwen, etc.
○ Maar ook de naïviteit van idealisme:
■ Samenwerking en vooruitgang, maar altijd als functie van staatsmacht
○ Kritiek:
, ■
Idealisten: synthese heeft te weinig te doen met de grondbeginselen
van idealisme
■ Realisten: geeft te weinig belang aan supranationale actoren
○ Conclusie: dit is, en blijft, een eeuwig debat
Hoorcollege 2 - Realisme versus liberalisme versus marxisme
Het IPE debat:
● Ontologisch: zijnsleer
○ Positieve en normatieve waarden
○ Paradigmatisch en ideologisch debat
● Focus: haves versus have-nots
○ Interactie tussen politieke en economische domeinen op het gebied van
rijkdom verdeling
Realisme Liberalisme Marxisme
Relatie politiek - Politiek → economie Politiek ↔ economie Economie → politiek
economie
Kernwaarden Nationale autonomie en Negatieve vrijheid Positieve vrijheid
veiligheid
Economische en politieke Economische Economische
macht efficiëntie rechtvaardigheid
Onderzoekseenh Soevereine, rationele Rationele individuen Socio-economische
eden staten klassen
Vrijwillige associaties
Politiek Conflict is onontkoombaar: Conflict is te Conflict is
anarchie voorkomen onontkoombaar:
kapitalisme
Economie Markten zijn nooit volledig Economische Economie = onbalans
vrij uitwisseling en
equilibrium vindt
spontaan plaats
Geschiedenis Discontinuïteit en cycli in Vooruitgang door Vooruitgang door
de machtsbalans verbreden en onbalans
verdiepen van
Geen echte vooruitgang markten/welvaart Dialectiek tussen
relaties van krachten
en productie
Internationale Verhinderd door het Gebeurt natuurlijk en Lenin: weinig
samenwerking streven naar relative gains spontaan samenwerking
en power balancing
Kautsky: coöperatie
binnen de kern, tegen
de periferie
Afhankelijkheid:
samenwerking tussen
kapitaaleigenaren, in
de kern en periferie
, Globalisering Beperkt Gebeurt natuurlijk en Gecreëerd door
spontaan kapitaal
Realisme en imperialisme:
● Realisme en imperialisme:
○ Oud: eind 19e eeuw, onderdeel van machtspolitiek van supermachten
■ FR en VK in competitie om Noord-Afrika
○ Nieuw: ook machtspolitiek
■ Amerikaanse hegemonie, militaire basissen, etc.
■ Verlengd Amerikaanse culturele en politieke invloed
○ Nieuwste: economisch
■ Toegenomen invloed van China op het gebied van investeringen en
handel (in Afrika en Latijns Amerika)
■ Irak Oorlog: olie of het balanceren van Chinese macht?
● Liberalisme en imperialisme: echt imperialisme bestaat niet
○ Oud: element van non-democratische politiek (Wilson), iets waar wij van af
moeten
○ Nieuw: niet echt imperialisme (Pax Americana), economische banden tussen
industrieel en ontwikkelende landen zijn wederkerig voordelig
○ Nieuwste: bestaat ook niet echt, uitwisselingen tussen landen die de potentie
hebben op mutual gains (mercantilistische doeleinden)
● Marxisme en imperialisme:
○ Oud: directe focus op klassieke marxistische theorieën, maar met grote
theoretische en empirische problemen (Lenin)
■ Nodig voor staten om toe te treden tot nieuwe markten en toegang te
krijgen tot bronnen
■ Zonder zou de de economie niet meer kunnen groeien, het
kapitalistische systeem zou instorten
○ VS buitenland beleid via MNC’s, economische relaties in tijden van
globalisering
Realisme in economie:
● Politieke realiteit bepaalt economisch binnen- en buitenlandbeleid
● Internationale openheid is beperkt: zelfvoorziening
● Internationale samenwerking is beperkt: altijd met zicht op relative gains
● Voorbeeld: asymmetrische afhankelijkheid, relatieve macht van Duitsland vergroten
ten opzichte van andere grootmachten door middel van handelsrelaties
○ Monopolisme: enkele aanbieder
○ Monopsonistische macht: 1 koper, geeft Duitsland de macht om landen te
bedreigen
● Anarchie: zelfvoorziening + relative gains
● Economische samenwerking:
○ Hegemonische stabiliteitstheorie (HST): voordelig voor de hegemonie op de
lange termijn, hebben belang bij het functioneren van de markt en het
voorkomen van marktfalen
■ Politieke economie: relative gains + power balancing = samenwerking