Sociologie – Samenvatting (2023)
Hoorcollege 1 – Wat is sociologie en Karl Marx
Wat is sociologie?
Sociologie is het systematisch onderzoeken van de menselijke samenleving. De kern hiervan
is het sociologisch perspectief. Dit onderzoekt de menselijke patronen van denken, voelen en
handelen en bekijkt hoe we in het bijzondere, het algemene kunnen zien. We kunnen uit het
gedrag van bepaalde mensen algemene patronen zien.
Sociologie is dus het onderzoeken, beschrijven en verklaren van de manieren waarop mensen
met elkaar samenleven. Alles wat er in de samenleving gebeurt roept bij de socioloog vragen
op. Vaak wordt er ook gekeken naar het verhaal achter de cijfers. Je onderzoekt de interactie
tussen mensen en gaat op zoek naar algemeen sociaal gedrag, dit doe je door individuen op te
delen in hokjes en dan de overeenkomsten en verschillen te bekijken. Achteraf lijken dingen
vaak heel logisch, maar je zal ze wel eerst moeten onderzoeken. Je kijkt naar het
daadwerkelijke functioneren van de samenleving, waarmee je gedrag kan voorspellen en
versturen, dit maakt de samenleving dus maakbaar.
Sociologie is een aanvulling op de psychologie. Waar de psychologie naar het individu kijkt,
kijken sociologen naar hoe individuen gevormd worden door hun omgeving. Sociologen
kijken dus naar de maatschappij, maar er is geen perfect onderscheid. De psychologie geeft
vaak een individuele verklaring terwijl de sociologie vaak een sociale verklaring geeft.
Sommige mensen beweren dat er geen sprake is van een samenleving, echter valt dan niet te
verklaren waarom mensen vaak hetzelfde doen. Mensen lijken op elkaar en vinden het ook
fijn om ergens bij te horen.
Het hanteren van het sociologisch perspectief is zinvol omdat:
➢ Het speelt een belangrijke rol in het tot stand komen van wetten en
overheidsmaatregelen.
➢ Het bevordert onze persoonlijke groei en bewustwording.
➔ Je gaat na wat er wel of niet klopt aan ‘alledaags denken’.
➔ Je krijgt een beter inzicht in de mogelijkheden en hindernissen in het dagelijkse
leven.
➔ Je krijgt de mogelijkheid om een actieve rol te spelen in de samenleving.
➔ Het helpt om te leven in een diverse wereld.
➢ Het geeft goede voorbereiding op de arbeidsmarkt want voor vrijwel elk welkterrein is
kennis van de sociologie nuttig.
,Voordelen en nadelen van de sociologie.
De sociologie heeft zo zijn voordelen:
• Debunking: niet alles wat we denken is altijd waar en dat kunnen we onderzoeken.
• Begrip: een beter begrip van de omstandigheden waarin we zitten en waarom, maar
ook de hindernissen die we tegenkomen.
• Empowering: het laat nadelen voor sommige groepen zien, wat mobiliserend kan
werken. Het geeft ons ook de mogelijkheid om een actieve rol te spelen in de
samenleving waarvan we deel uitmaken.
• (H)erkenning: het zet ons aan tot het kritisch denken over de sterke en zwakke punten
van alle denkbare levenswijzen.
Daarnaast kent de sociologie ook nadelen:
• Alles verandert altijd
• Sociologen zijn ook mensen, ze kunnen dus moeilijk afstand houden
• Sociologie wordt onderdeel van een maatschappelijk debat, dingen die je als
wetenschapper zegt krijgen snel een bijvoorbeeld politieke lading. Begrippen
vervuilen vaak in de dagelijkse discussie dus er ontstaat veel jargon.
Durkheim: het individu in massa samenlevingen.
Durkheim stelde dat de mens een dubbel wezen is met twee elementen in hem: een individu
en een sociaal wezen. Het individu is gebaseerd op zijn eigen biologische zijn, het sociaal
wezen wil er graag bij horen en een onderdeel vormen van een samenleving die zaken zoals
gedrag, normen en waarden voorschrijft.
Mills: veranderingen in de samenleving.
Volgens Mills zorgen perioden waarin de samenleving veel verandering ondergaat of in een
crisis verkeert, voor het uit evenwicht brengen van de mensen en het aannemen van een
sociologische visie.
Voorbeeld.
Het niet kunnen vinden van een baan in een crisis. Mensen denken dan niet dat het aan
henzelf ligt, maar beseffen dat het komt doordat de economie in elkaar is gestort.
Volgens Mills krijgen mensen die gebruik maken van ‘sociologische verbeeldingskracht’ een
beter inzicht in het functioneren van de samenleving en de wijze waarop de samenleving hun
leven beïnvloed.
De sociologische verbeelding stelt dat er persoonlijke problemen en sociale problemen
zijn. Wanneer persoonlijke problemen bij veel mensen voorkomen wordt het een sociaal
probleem (bijvoorbeeld werkeloosheid). Je wordt je bewust van hoe de samenleving werkt. Er
is een manier van denken (theorieën) en een manier van doen (methoden). Er is wel kritiek
op de sociologie, er wordt gesteld dat het een pseudowetenschap is omdat er geen eigen object
van studie is, maar dit klopt niet. Je leert kritisch te kijken naar wat als vanzelfsprekend
aangenomen wordt. Ook kijk je naar sociologie versus de ‘common sense’, dit is natuurlijk
niet hetzelfde.
,Volgens Zygmunt Bauman zijn er verschillen tussen de sociologie en de ‘common sense’:
1. Responsible speech: regels van verantwoorde argumentatie
2. Size of the field: het overstijgen van de eigen sociale wereld
3. Making sense: het verklaren en interpreteren van menselijk gedrag door te kijken naar
de verschillende figuraties en instituties waarin mensen zijn ingebed.
4. Defamiliarize: het vermogen om bekende en vanzelfsprekende zaken ter discussie te
stellen.
Daarnaast zijn er drie niveaus waarop de sociologie naar onderwerpen kijkt:
➢ Micro: familie, vrienden
➢ Meso: kantoor, universiteit
➢ Macro: overheid, land
Ontstaan van de sociologie.
Sociologie is ontstaan rond de veranderingen in structuren van samenlevingen, want mensen
gingen meer nadenken over de samenleving en hun eigen positie daarin. Deze verschillende
fases waren:
1. Jagers en verzamelaars
2. Nomadische samenlevingen
3. Agrarische samenlevingen
4. Industriële samenlevingen
5. Postindustriële samenlevingen
De indeling is gebaseerd op de ontwikkeling van de technologie. Je moet echter oppassen
voor technologisch determinisme want technologie is neutraal, mensen bepalen hoe het wordt
gebruikt. De vijf samenlevingen zijn geen opeenvolgende stadia, wat ook wel eurocentrisme
genoemd wordt. Daarnaast kent technologie zijn grenzen, het is geen oplossing voor alles. Het
kan sterker nog nieuwe problemen produceren. De drie belangrijkste veranderingen die een
transformatie van de samenleving teweegbrachten zijn de industrialisering, de explosieve
groei van steden en de nieuwe opvattingen over democratie en politieke rechten.
Sociologie kunnen we zien als een sociaal verschijnsel dat zich heeft ontwikkeld op de
volgende onderdelen:
I. Maatschappelijke veranderingen.
➔ Dit bracht economische veranderingen, namelijk de groei van het kapitalisme en
de industriële revolutie.
➔ Politieke veranderingen zoals de Franse revolutie met vrijheid, gelijkheid en
solidariteit.
➔ De kerkelijke ontwikkelingen en momenteel de ontkerkelijking van de
maatschappij.
➔ De groei van steden en het ontstaan van sociale problemen.
II. De ontdekking van de samenleving.
➔ De opkomst van de moderne wetenschap, en dus de herwaardering voor de
empirische waarneming.
➔ De ontdekking van de samenleving.
➔ De sociologie als studie van de samenleving.
, III. Auguste Comte.
➔ Hij bedacht de term ‘sociologie’ om het denken over de samenleving te kunnen
beschrijven. Daarnaast bedacht hij de wet der drie stadia waarmee hij bedoelde
dat er drie ontwikkelingsfasen voorafgingen aan het ontstaan van de sociologie:
1. Theologisch stadium: verklaring door middel van goden en geesten
2. Metafysisch stadium: verklaring door abstracte, filosofische speculatie over
de ‘natuurlijke orde’.
3. Wetenschappelijk stadium: wetenschappelijke verklaring door objectieve
waarneming. Comte ’s benadering wordt positivisme genoemd, het houdt in
dat je inzicht verwerft op basis van wetenschappelijk onderzoek.
De sociologie en de moderne samenleving.
Moderniteit zijn sociale patronen die het resultaat zijn van de industrialisering.
Modernisering is het sociale veranderingsproces dat in gang is gezet door de
industrialisering. Modernisering heeft vier belangrijke kenmerken:
1. Het verdwijnen van kleine, traditionele gemeenschappen.
2. De uitbreiding van persoonlijke keuzemogelijkheden. Het verdwijnen van tradities
heeft als gevolg dat mensen hun eigen leven als een oneindige reeks van keuzes
kunnen gaan zien, dit proces noemen we individualisering.
3. Grote sociale diversiteit. De combinatie van verstedelijking, bureaucratisering en de
toenemende contacten tussen mensen met verschillende achtergronden stimuleren de
ontwikkeling van diversere opvattingen en gedragspatronen.
4. Oriëntatie op de toekomst en een groeiend tijdsbewustzijn. Mensen kijken meer
vooruit en zijn over het algemeen optimistisch.
Tonniës had een theorie over Gemeinschaft en Gesellschaft. Hij stelde dat de modernisering
met zich meebracht dat de kleine menselijke gemeenschap steeds meer verdween
(Gemeinschaft). Gesellschaft houdt in dat mensen in westerse samenlevingen zich
langzamerhand ontheemd voelen, omdat de meeste sociale betrekkingen tussen mensen op
eigenbelang zijn gebaseerd.
In de 19e eeuw kwam er een hoop:
➢ Opkomst van het sociaal-darwinistisch denken: Herbert Spencer → “survival of the
fittest”, bij Spencer gaat het er specifiek over dat alleen de beste soort overblijft.
➢ De beschavingsarbeid: midden en hogere klassen gaan zich bekommeren om de
situatie van de arbeiders. Deze arbeiders kregen volksopvoeding. Onderwijs leert je
om vrij te zijn en de wereld om je heen te ontdekken, maar het zorgt er ook voor dat je
gedisciplineerd wordt om in een klas te zitten en tentamens te maken. Deze mensen
werden gedrild over hoe je jezelf hoort te gedrag. Academici en ‘do gooders’ gaven de
volksverheffing, dit was dit soort onderwijs, en deze mensen waren dus een soort
social workers.
➢ Er was een toenemend vertrouwen in de wetenschap
➢ Er kwam meer aandacht voor de ‘sociale quaestie’
➔ De ellende van urbanisatie en industrialisatie
➔ Opkomst van de arbeidersbeweging
➔ Reactie van liberalen en confessionelen.