Samenvatting voor het boek Recht in je opleiding - bestuursrecht. Dit zijn de hoofdstukken: 1 -10, 13-15, 17 en 18. Later zullen de andere hoofdstukken toe worden gevoegd voor het tweede deeltentamen
Bestuursrecht:
H1 Inleiding bestuursrecht:
Het bestuursrecht bevat de regels die de overheid nodig heeft om te kunnen en mogen besturen, de
normen voor het overheidsbestuur die bij het besturen in acht moeten worden genomen en de
regels die de burger nodig heeft om tegen dit besturen te kunnen optreden. Er wordt een
onderscheid gemaakt tussen het algemeen en bijzonder bestuursrecht. Het algemeen bestuursrecht
wordt in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) behandeld. In deze wet worden algemene regels
gegeven over de rechtsbescherming, handhaving en bijvoorbeeld de begrippen bestuursorgaan,
delegatie, attributie, mandaat, besluit en beschikking. Het bijzonder bestuursrecht richt zich op een
bepaald onderdeel van het bestuursrecht. Het betreft dan de diverse terreinen van overheidszorg. Je
kunt recht onderscheiden in privaatrecht en bestuursrecht. Privaatrecht regelt de relatie tussen
burgers onderling en bestuursrecht de relatie tussen overheden en de overheid en burger.
Het publiekrecht kun je onderverdelen in:
1. Het strafrecht
2. Het staatsrecht
3. Het bestuursrecht
Het materieel bestuursrecht bevat rechtsnormen waarin voor burgers en bestuursorganen
aanspraken en verplichtingen zijn opgenomen. Onder formeel bestuursrecht verstaat men de
procesrechtelijke regels die de burger nodig heeft om tegen het optreden van de overheid iets te
ondernemen.
Een van de kenmerken van het bestuursrecht is dat voor overheidsoptreden het legaliteitsbeginsel
van toepassing is. Dat houdt onder andere in dat bevoegdheden en rechten van de overheid om op
te treden in de wet zijn terug te vinden. Een ander kenmerk van het bestuursrecht is het
specialiteitsbeginsel. De overheid behartigt vele algemene belangen. Het algemeen belang is een
ruim begrip. Om te voorkomen dat de overheid zich te makkelijk beroept op het dienen van het
algemeen belang, wordt in de wet telkens het specifieke belang aangegeven. De bevoegdheden om
het specifieke belang te behartigen worden in de wet nauwkeurig omschreven. De overheid mag bij
het gebruik van een bevoegdheid, alleen het belang behartigen waarvoor die regeling speciaal is
bedoeld. Indien de overheid zijn bevoegdheid voor een ander doel aanwendt, is er sprake van
détournement de pouvoir.
Regels mogen niet de een hogere regel tegen werken. De orde is hierbij als volgt:
, Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Overheidsmacht is verspreid over verschillende
niveaus. Op elk van deze niveaus treffen we openbare lichamen aan: de staat, de provincies, de
waterschappen, de gemeenten en de openbare lichamen waaraan krachtens de grondwet
verordende bevoegdheid is verleend. De provincie wordt bestuurd door provinciale staten,
gedeputeerde staten en de commissaris van de koning. Gemeenten worden bestuurd door de
gemeenteraad, burgemeester en het college van burgemeester en wethouder. De openbare
lichamen bezitten rechtspersoonlijkheid. De overheid staat gelijk met een natuurlijk persoon.
Wanneer de overheid privaatrechtelijk handelt, moe zij rekening houden met het feit dat zij handelt
in het algemeen belang. De overheid die als “burger” optreedt, moet rekening houden met de
algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Communicatie tussen burgers en overheid kan op
allerlei manieren plaatsvinden: schriftelijk, mondeling en ook digitaal. Volgens art. 2:1, eerste lid,
Awb kan eenieder zich in het verkeer met bestuursorganen laten bijstaan of door een gemachtigde
laten bijstaan. De overheid mag een bijstand van een bepaald persoon weigeren als hier ernstige
bezwaren tegen bestaan. Dit mag niet bij advocaten.
H2 bevoegdheidsverkrijging:
Attributie is het toekennen (=het scheppen) van een nieuwe bevoegdheid. Bij attributie wordt een
bevoegdheid in het leven geroepen. Voorbeeld hiervan is Art. 147 lid 1 van de gemeentewet, waarin
wordt bepaald dat de gemeenteverordeningen mag vaststellen. Bij delegatie is sprake van
overdragen van een bevoegdheid aan een ander. Delegatie is slechts toegestaan indien dit bij
wettelijk voorschrift mogelijk is gemaakt. Er moet een wettelijk voorschrift (= is bijvoorbeeld een
provinciale of gemeentelijke verordening) zijn dat de delegatie mogelijk maakt (art. 10:15 Awb).
Delegatie aan ondergeschikten is niet toegestaan (art. 10:14 Awb). Onder mandaat wordt verstaan:
de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (art 10:1 Awb). Het verschil
met delegatie is dat er bij mandaat geen bevoegdheden worden overgedragen. De
verantwoordelijkheid en de bevoegdheid blijven dus bij het bestuursorgaan dat de ander
gemachtigd heeft om in naam van hem besluiten te nemen (art. 10:2 Awb).
H3 belanghebbende:
Onder belanghebbende wordt verstaan: degene diens belang rechtstreeks bij een besluit is
betrokken (art. 1:2 Awb). Als een bestuursorgaan een besluit neemt dat juridische consequenties
heeft voor degene tot wie het besluit is gericht, is die persoon belanghebbende. Als je niet degene
bent tot wie de beslissing direct gericht is gericht, maar wel tegen een bepaald besluit bezwaar wilt
maken, ben je pas belanghebbende als je aan de volgende vijf, door de rechter ontwikkelde,
voorwaarden voldoet:
1. Je hebt een eigen belang: Het belang moet een belang van jezelf zijn, waar jij door getroffen
bent
2. Je hebt een objectief bepaalbaar belang: Je belang mag niet te persoonlijk zijn. Enkel een
subjectief gevoel van sterke betrokkenheid is onvoldoende.
3. Je hebt een actueel, voldoende zeker belang: Je belang moet op het moment dat het besluit
is genomen aanwezig zijn en mag niet een in de toekomst gelegen onzeker belang zijn.
4. Je hebt een persoonlijk belang: Je belang moet zich voldoende onderscheiden van dat van
anderen.
5. Je hebt een rechtstreeks betrokken belang: Iemands belang moet voldoende direct door het
besluit zijn geraakt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tijmendegroot. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,57. Je zit daarna nergens aan vast.