Begrippen Psychologie en Sociologie (8e druk) – Noordhoff Uitgevers
Hoofdstuk: 1
Handelingen of activiteiten van mensen die waarneembaar
zijn of die je kunt meten.
Persoon die we niet alleen imiteren, maar waar we ons ook
mee vereenzelvigen.
De manier waarop je je zelf ervaart.
Seksuele en agressieve lusten omzetten in sociaal
geaccepteerd gedrag.
Het deel van iemands gedachten, kennis en inzichten over
een onderwerp.
De wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen
van het gedrag en de mentale processen van de mensen als
individuen.
De wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen
van de manier waarop mensen in grotere verbanden
samenleven.
Hoofdstuk: 2
Onbewuste maatregelen ter bescherming tegen dreiging,
heftige emoties of pijn.
Verinnerlijking van belangrijke cultuurelementen, als
waarden, normen of opvattingen. Zij worden dan als EIGEN
waarden, normen of opvattingen beschouwd.
Terugvallen in kinderlijk of afhankelijk gedrag.
Tweede levensfase, waarin de lust gericht is op plassen en
op de ontlasting.
Derde levensfase, waarin het kind plezier kan beleven aan
de geslachtsorganen.
Vijfde fase waarbij de puber of adolescent volwassen
seksuele ervaringen kan beleven.
Vierde fase, waarbij de seksualiteit meer verdrongen is en
het kind zich richt op identificatie met leeftijdsgenoten en
leren op school.
Zich vereenzelvigen met de ander, als het ware net zo wil
zijn als de ander.
Omzetten van sterke agressieve of seksuele impulsen in
sociaal aanvaardbaar gedrag.
Het onbewuste, een reservoir vol driften en lusten.
Verschijnsel waarbij het jongetje of meisje (onbewuste)
liefdesgevoelens ontwikkelt voor de ouder van het ander
geslacht en (onbewuste) afgunstige of vijandige gevoelens
ontwikkelt voor de ouder van hetzelfde geslacht.
Ongewenste vergissing met een duidelijke (onbewuste)
bedoeling.
Laten afleiden. (Figuurlijk) weglopen voor moeilijke emoties
en situaties
Afreageren van sterke emoties ten opzichte van een
belangrijke persoon op andere personen (of dieren).
Pagina 1 van 16
,Begrippen Psychologie en Sociologie (8e druk) – Noordhoff Uitgevers
‘Vergeten’, onbewust maken van bedreigende, pijnlijke
gebeurtenissen en emotionele ervaringen.
Aangeboren gedragingen en gevoelens.
De verzameling van duurzame eigenschappen die iemand
kenmerken. Die eigenschappen bepalen hoe iemand denkt,
voelt en zich gedraagt.
Persoonlijkheidstest die vijf dimensie meet: extraversie,
vriendelijkheid (mildheid), zorgvuldigheid
(consciëntieusheid), emotionele stabiliteit en openheid
voor nieuwe ervaringen.
Centrale, (bewuste) besturende deel van de
persoonlijkheid.
Gericht zijn op mensen en prikkels uit de buitenwereld.
Gericht zijn op de eigen binnenwereld en de neiging om te
veel prikkels uit de buitenwereld te willen afschermen.
Behoefte om het middelpunt te zijn van liefde en
bewondering.
Het overnemen en verinnerlijken van gedrag, normen en
waarden die binnen een bepaalde groep algemeen
aanvaard zijn.
Het aanleren of afleren van gedrag onder invloed van meer
keren toegediende externe prikkels.
Toeschrijven van eigen sterke gevoelens en behoeften aan
die van anderen.
Tonen van gedrag dat tegengesteld is aan de innerlijke
angsten of andere emoties.
Afgrenzing, bescherming van de eigenheid ten opzichte van
belangrijke hechtingsfiguren, zoals de moeder.
Mensen kunnen veilig of onveilig verbonden zijn met hun
ouders of andere belangrijke primaire figuren.
Geweten en ideaal-ik.
Wegredeneren van nare emoties
Aangeboren onbewuste dat alle mensen op aarde met
elkaar delen, volgens Jung.
Eerste levensfase waarin de lust vooral gericht is op
activiteiten met de mond.
Binding voelen met belangrijke hechtingsfiguren, zoals de
moeder.
Geestelijke problemen die niet direct een lichamelijke
oorzaak hebben.
Pagina 2 van 16
, Begrippen Psychologie en Sociologie (8e druk) – Noordhoff Uitgevers
Hoofdstuk: 3
Gedrag dat al beheerst wordt vertonen in een nieuwe
situatie. Bijvoorbeeld reflexen en emoties in een nieuwe
situatie vertonen.
Het aanleren of afleren van gedrag onder invloed van meer
keren toegediende externe prikkels.
Het leren van nieuw gedrag en afleren van gedrag onder
invloed van 'beloningen" en 'straffen'.
Het geheugen waar zintuigelijke indrukken minder dan een
seconde bewaard worden voordat ze naar het
kortetermijngeheugen gaan.
Het vermogen om te leren, te redeneren, analytisch te
denken, problemen op te lossen en doelgericht te
handelen.
De verzameling van iemands gedachten, kennis en
inzichten.
Het vermogen om mee te leven met en adequaat te
reageren op het gedrag en de emoties van anderen en van
zichzelf.
Het proces waardoor je nieuwe kennis, inzichten of
vaardigheden verwerft.
De angst breidt zich naar andere situaties uit.
Onderscheid leren maken tussen situaties waarin je wel of
niet (met angst) reageert.
Het zwakker worden van de geleerde reactie op de
geconditioneerde stimulus.
Nieuw gedrag af en toe belonen.
Leerproces dat plaatsvindt in een sociale context door
observatie zonder expliciete beloning.
Interne voorstelling die je hebt bij een reeks handelingen
(met bijbehorende deelacties) die een doel dienen.
Werkgeheugen, het geheugen waarin informatie ongeveer
30 seconden bewaard kan worden en bewerking van de
indrukken plaatsvindt.
Het geheugen waarin veel informatie is opgeslagen.
Deel van het langetermijngeheugen met bewust
oproepbare kennis.
Deel van het langetermijngeheugen met bewust
oproepbare kennis.
Zelfkennis hebben, optimistisch zijn en kunnen afzien.
Inzicht in, en positief over, wat men wel of niet kan.
Zelfrespect, zelfbewustzijn, assertiviteit, onafhankelijkheid,
zelfontplooiing.
De voorkeursmanier om een bepaalde leertaak aan te
pakken.
Je leert iets zonder dat je daar bewust voor gekozen hebt.
Je kiest er bewust voor om iets te leren.
Hoofdstuk: 4
Pagina 3 van 16