S&D – H2 Het deskundigenonderzoek
Gedragsdeskundig onderzoek wordt binnen het strafrecht jaarlijks in ongeveer 2700
strafzaken ingezet. In de meerderheid van deze zaken vindt ambulant onderzoek plaats. In
gemiddeld 225 strafzaken vindt klinisch onderzoek plaats in het Pieter Baan Centrum.
2.1 De PJ-rapportage
In een ‘dubbele’, multidisciplinaire rapportage krijgen een psycholoog en een psychiater de
opdracht om de vraagstelling over een verdachte te beantwoorden. Hier wordt voor
gekozen wanneer er een voorgeschiedenis is met geweld en eerdere interventies niet tot
resultaat hebben geleid.
Het doel van het PJ-rapport is de opdrachtgever informeren over de persoon van de
verdachte. Aanleiding is de vraag of er bij de verdachte sprake is van een stoornis en of deze
stoornis een rol heeft gespeeld in het tenlastegelegde. In het PJ-rapport staat het volgende:
- Diagnose
- Doorwerking van eventuele stoornis in het tenlastegelegde
- Advies ten aanzien van toerekeningsvatbaarheid
- Risicoanalyse
- Indicatie voor een gedragskundige interventie
2.1.1 Opdracht tot PJ-rapportage
De opdrachtgever in de PJ-rapportage is meestal de officier van justitie, maar kan ook de
rechter(-commissaris) zijn. Deze opdracht wordt alleen gegeven wanneer dat nodig wordt
geacht, en in veruit de meeste strafzaken is dat niet het geval. Dit oordeel is gebaseerd op
een aantal parameters, waaronder de ernst en de aard van het delict, de voorgeschiedenis
en het toestandsbeeld van de verachte.
2.1.2 Rapportagevarianten
Er zijn verschillende varianten van een PJ-rapportage. De meeste onderzoeken gebeuren
ambulant en een klein gedeelte van de onderzoeken in de kliniek. Klinisch onderzoek wordt
altijd uitgevoerd door een psychiater en psycholoog, naast de forensisch milieuonderzoeker
en de groepsleider. Ook in ambulante onderzoeken kan een forensisch milieuonderzoeker
benoemd worden, er wordt dan gesproken van triple-onderzoek. Veruit de meeste
rapporten worden monodisciplinair of multidisciplinair opgemaakt door een psycholoog
en/of psychiater. De keuze voor de rapportagevariant wordt gemaakt aan de hand van
indicatiecriteria.
2.1.3 De standaardvraagstelling
In opleggingsonderzoeken wordt gebruik gemaakt van een standaardvraagstelling die in
landelijk overleg tussen opdrachtgevers en NIFP is vastgesteld. Soms voegt een van de
procespartijen of de rechters aanvullende vragen toe. De standaardvraagstelling bestaat uit
vier kernelementen:
1. Diagnostiek
2. Doorwerking in het tenlastegelegde en toerekenen
2
, 3. Risicomanagement
4. Advisering voor interventies en/of behandeling in een strafrechtelijk juridisch kader
2.2 Onderzoeksmethoden
De gedragskundige heeft binnen het PJ-onderzoek de beschikking over verschillende
methodieken om te komen tot een beantwoording van de vraagstelling.
2.2.1 Diagnostiek
In een PJ-onderzoek in opdracht van de officier van justitie of de rechter-commissaris gaat
het primair om de vraag wat de invloed van de stoornis is geweest op de keuzevrijheid en
wat de kans is van herhaling van (soortgelijk) delictgedrag.
De vraag naar diagnostiek brengt een objectiverende gerichtheid in het onderzoek.
Er zijn echter grote verschillen tussen forensische diagnostiek en diagnostiek in de
gezondheidszorg:
- De opdrachtgever
- De aanleiding
- Kijken naar het verleden
Voor het diagnosticeren gebruikt de deskundige verschillende methoden en technieken,
waarvan het diagnostisch interview het belangrijkste is. In het forensisch gedragsdeskundig
onderzoek is het ook van belang dat verkregen informatie wordt voorgehouden aan de
onderzochte en met hem wordt besproken. Deze informatie komt uit heteroanamnestische
gegevens en beschikbaar gestelde strafdossiers.
2.2.2 Doorwerking
Nadat is onderzocht of er bij een verdachte sprake is van een psychische stoornis vraagt de
opdrachtgever de deskundige om uitspraken te doen over de invloed van de stoornis op het
delict en de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte.
Gelijktijdigheid Was de psychische stoornis aanwezig bij de verdachte ten tijde van het
tenlastegelegde?
Betekenisverband Invloed op de gedragskeuzemogelijkheden
Voor het toerekenen wordt gebruik gemaakt van drie gradaties:
1. Er is geen psychische stoornis die van invloed is geweest op het tenlastegelegde
(advies: toerekenen)
2. Er is een psychische stoornis die het tenlastegelegde heeft veroorzaakt (advies: niet
toerekenen)
3. Er is sprake van een psychische stoornis die weliswaar invloed uitoefende op het
tenlastegelegde, maar daar niet als enige factor toe heeft geleid (advies: gedeeltelijk
niet toerekenen)
Het advies tot verminderd toerekenen kan gepreciseerd worden door als rapporteur te
beschrijven of in de delictcontext de stoornis dan wel uitlokkende factoren de overhand
hadden in de beperking van de gedragskeuzemogelijkheden.
3
, De verdachte zal niet altijd naar waarheid verklaren. Daarnaast kan de verdachte het
onderzoek weigeren of ontkennen dat hij iets met de tenlastelegging te maken heeft.
Delictdiagnostiek Het delictgedrag draagt in hoge mate bij aan het objectiveren van
stoornissen.
Hiervoor moet de deskundige oppassen en de rechter zorgvuldig over inlichten.
2.2.3 Risicoanalyse
Om de rechter te kunnen adviseren wat er binnen het strafrecht zou moeten gebeuren om
recidive te voorkomen, is een goede risicoanalyse essentieel. De interventies die vanuit het
strafrecht kunnen worden ingezet vinden hierin hun legitimiteit. Van rapporteurs wordt
verwacht dat zij een eigen, klinische inschatting maken van de kans op herhaling. Hierbij
dienen zij gebruik te maken van vragenlijsten die zich richten op zowel niet-beïnvloedbare
risicofactoren, als op dynamische of klinische factoren.
Een interventie kan leiden tot vermindering van recidive als is voldaan aan het risicobeginsel
(benodigde duur en intensiteit om risico te verminderen), het behoeftebeginsel (gericht zijn
op de dynamische criminogene factoren bij de betrokkene) en het responsiviteitsbeginsel
(aansluiten bij de motivatie en mogelijkheden van de betrokkene).
2.3 Advisering aan de rechter
Als de standaardvraagstelling beantwoord is, wordt de rapporteur gevraagd een advies te
geven voor een behandeling in een strafrechtelijk kader. Er zijn verschillende juridische
kaders:
- Bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel
- Tbs-maatregel
- Zorgmachtiging
- Gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM)
2.3.1 Bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel
De rechter kan bij de veroordeling bepalen dat de gevangenisstraf gedeeltelijk niet ten
uitvoer wordt gelegd als de betrokkene zich aan de gestelde voorwaarde(n) houdt.
Algemene voorwaarde is altijd dat er geen nieuwe delicten worden gepleegd. De bijzondere
voorwaarden zijn casusspecifiek. Wanneer de veroordeelde zich niet aan de voorwaarden
houdt, kan detentie worden opgelegd (voorwaardelijk strafdeel).
Als de totale straf meer dan vier jaar bedraagt, kan een deel ervan voorwaardelijk worden
opgelegd tot een maximum van twee jaar.
Proeftijd De periode waarin de tenuitvoerlegging van het voorwaardelijke strafdeel kan
worden gevorderd indien de veroordeelde zich niet houdt aan de algemene en bijzondere
voorwaarden.
De gedachte achter een lange(re) proeftijd is dat het de kans vergroot dat de veroordeelde
zich aan de voorwaarden zal houden.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sevos. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,08. Je zit daarna nergens aan vast.