Samenvatting Relatievermogensrecht
Familievermogensrecht: personen, relaties & vermogen
Week 1: De verschillende samenlevingsvormen, rechten en verplichtingen van partners onderling,
rechtsgevolgen aangaan huwelijk/partnerschap/samenlevingsovereenkomst
Belangrijke onderwerpen:
Samenwonen, huwelijk (titel 6, 7 en 8 boek 1 BW), geregistreerd partnerschap (art. 1:80b
BW)
Inleiding gemeenschap van goederen, art. 1:94 BW, verdieping in werkgroep 2
Art. 1:81 BW
Art. 1:84 BW
Art. 1:85 jo 6:6 lid 2 BW
Art. 1:88 BW: uitspraken Maastrichtse woning I en II
Hoofdstuk 6: Huwelijk
6.1 Inleiding
Een huwelijk kan worden aangegaan door twee personen van verschillend of van gelijk geslacht en
de wet beschouwt het huwelijk alleen in zijn burgerlijke betrekkingen (art. 1:30 BW).
Huwelijk is een duurzame levensverbintenis tussen twee personen, met afstammingsrechtelijke
gevolgen als deze personen van verschillend geslacht of van het vrouwelijk geslacht zijn en zonder
deze gevolgen als zij van het mannelijk geslacht zijn.
Vóór 01/01/2018: in algehele gemeenschap van goederen
Vanáf 01/01/2018: in beperkte gemeenschap van goederen
Huwen met een vorm van huwelijkse voorwaarden
6.2 vereisten tot het aangaan van een huwelijk
De vereisten tot het aangaan van een huwelijk kunnen worden onderverdeeld in twee groepen:
materiele of inwendige vereisten, en formele of uitwendige vereisten, anders gezegd: formaliteiten
die aan de voltrekking van het huwelijk moeten voorafgaan, en de huwelijksvoltrekking zelf (art.
1:44-49a) en (art. 1:58-68).
Eerste inwendige vereisten: leeftijdsvereiste
Man en een vrouw moeten op grond van art. 1:31 de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt om
een huwelijk te kunnen aangaan.
Tweede inwendige vereiste: geen gestoorde geestvermogens
De geestvermogens van een partij mogen niet zodanig zijn gestoord, dat deze niet in staat is haar wil
te bepalen of de betekenis van haar verklaring te begrijpen (art. 1:32). Men moet dus feitelijk
bekwaam zijn om rechtsgeldig een huwelijk te kunnen aangaan (art. 3:59 jo art. 3:33 en 3:34).
Het feit dat iemand wegens zijn geestelijke toestand onder curatele is gesteld (art. 1:378 lid 1 aanhef
en onder a), behoeft aan een rechtsgeldig huwelijk niet in de weg te staan. Alleen is de toestemming
van de kantonrechter nodig (art. 1:38).
Derde inwendige vereiste: verbod van bi- en polygamie
Het is vereist dat de aanstaande echtgenoten ongehuwd zijn. Art. 1:33 bepaalt dat een persoon
tegelijkertijd slecht met één andere persoon door het huwelijk kan zijn verbonden. Anders betreft
het hier een ambtsmisdrijf.
,Vierde inwendige vereiste: toestemmingsvereiste
In sommige gevallen is het vereist om toestemming te geven. In welke gevallen en door wie
toestemming moet worden gegeven is geregeld in art. 1:37-39. Deze bepalingen zijn ook van belang
ingeval huwelijkse voorwaarden vóór het huwelijk worden gemaakt of gewijzigd (art. 1:117).
Als een persoon onder curatele is gesteld, moet ter beantwoording van de vraag of hij een huwelijk
mag aangaan, onderscheid worden gemaakt tussen:
a. Curatele wegens gewoonte van drank- of drugsmisbruik (art. 1:378 lid 1 aanhef en onder b);
bekwaam tot het verrichten van familierechtelijke handelingen (art. 1:382), waaronder het
aangaan van een huwelijk.
Wel is toestemming van curator nodig (art. 1:37 lid 1) of vervangende toestemming
van de kantonrechter (art. 1:37 lid 2).
b. Curatele wegens lichamelijke of geestelijke toestand (art. 1:378 lid 1 aanhef en onder a);
onbekwaam tot het aangaan van een huwelijk (art. 1:382), maar het tegendeel kon door
toestemming van de kantonrechter (art. 1:38).
De termijn van hoger beroep is veertien dagen en kan gedurende die termijn de beschikking die de
door de rechter verleende toestemming inhoudt, niet worden ten uitvoer gelegd (art. 1:39 lid 1).
Vijfde inwendige vereiste: geen te nauwe bloedverwantschap
Volgens art. 1:41 lid 1 mag een huwelijk niet worden gesloten tussen hen die elkander, hetzij van
nature hetzij familierechtelijk, bestaan in de opgaande en in de nederdalende lijn of als broeders,
zusters of broeder en zuster.
Zesde inwendige vereiste: geen geregistreerd partnerschap
Tussen de aanstaande echtgenoten mag geen geregistreerd partnerschap bestaan (art. 1:42).
6.3 Formaliteiten die aan de voltrekking van het huwelijk moeten voorafgaan
De belangrijkste uitwendige vereiste tot het aangaan van het huwelijk is het kenbaar maken van het
voornemen van de aanstaande echtgenoten om in het huwelijk te treden (art. 1:44 lid 1), waarna in
de onderdelen a-j een minutieuze opsomming volgt van de gegevens die zij hiertoe aan de
ambtenaar van de burgerlijke stand moeten verstrekken.
Indien de geboortegegevens van een aanstaande echtgenoot niet kunnen worden geverifieerd, kan
de betrokkene een beëdigde verklaring afleggen, inhoudende het geslacht, de plaats, het land en, zo
nauwkeurig mogelijk, de datum van geboorte, alsmede de persoonsgegevens van de ouders (art.
1:45 lid 1.
Indien hij die wil hertrouwen, het gezag heeft over kinderen uit een vorig huwelijk (art. 1:251 e.v.),
geeft de ambtenaar van de burgerlijke stand van dit voornemen onverwijld kennis aan de rechtbank
van de woonplaats van de ouder die met het gezag is belast (art. 1:48)
Art. 1:49 geeft de bepalingen weer over verloving of wel trouwbeloften.
Hoofstuk 7: het geregistreerd partnerschap
7.1 Wat is een geregistreerd partnerschap?
Een geregistreerd partnerschap is een door de wet geregelde leefvorm tussen twee personen van
hetzelfde of van verschillend geslacht met zoveel mogelijk dezelfde rechtsgevolgen als het huwelijk,
inclusief afstammingsrechtelijke gevolgen voor eventuele kinderen die uit of binnen dit partnerschap
worden geboren, althans voor zover het gaat om een geregistreerd hetero of lesbisch partnerschap,
, en onder omstandigheden ook met gezagsrechtelijke gevolgen voor deze kinderen ingevolge art.
1:253aa en 253sa.
Art. 1:80a heeft betrekking op de voorwaarden, art. 1:8-b op de rechtsgevolgen voor de verhouding
tussen de geregistreerde partners onderling en ten slotte zien art. 1:80c-1:80g op het einde van het
geregistreerd partnerschap.
Gelijkstelling geregistreerd partnerschap aan huwelijk v.w.b. titels 6, 7 en 8.
Een aantal verschillen tussen het huwelijk en het geregistreerd partnerschap zijn:
1. Het huwelijk en geregistreerd partnerschap van twee mannen hebben in tegenstelling geen
afstammingsrechtelijke gevolgen.
2. Bij het geregistreerd partnerschap wordt de inhoud van de verklaring aan de partners
gelaten, in tegenstelling tot gehuwden (art. 1:67 lid 1).
3. Art. 1:68 betreffende godsdienstige plechtigheden gelden wél voor het huwelijk, maar niet
voor het geregistreerde partnerschap.
4. Rechtelijke tussenkomst is bij geregistreerd partnerschap slechts vereist indien het eindigt
door ontbinding op verzoek van de partners of een van hen, maar niet indien met wederzijds
goedvinden.
5. Scheiding van tafel en bed (art. 1:169 e.v.) is slechts mogelijk in het geval van een huwelijk en
niet in geval van een geregistreerd partnerschap.
Verschillen huwelijk/geregistreerd partnerschap (art. 1:80b)
Kan gemeen inkomen ontstaan bij een beperkte of algehele gemeenschap van goederen
Kan gemeen vermogen ontstaan bij een beperkte of algehele gemeenschap van goederen
Bij beëindiging partneralimentatie
Automatisch juridisch vaderschap
Automatisch gezag
Geslachtsnaam mag aangenomen worden
Je erft van elkaar
Samenwonen
Zonder of met enige juridische regeling (samenlevingscontract en/of testament)
Samenlevingsovereenkomst (titel 6, 7 en 8 boek 1 BW)
Geen gemeenschappelijk inkomen
Geen gemeenschappelijk vermogen
Bij beëindiging geen partneralimentatie
Erkennen voor juridisch vaderschap
Gezag moet verzocht/aangevraagd worden
Geslachtsnaam mag niet aangenomen worden
Je erft van elkaar niet, tenzij opgenomen in testament
7.2 Inhoud van de wettelijke regeling
De voorwaarden voor de registratie van het partnerschap zijn opgenomen in art. 1:80a. een persoon
kan tegelijkertijd slecht met één andere persoon een geregistreerd partnerschap aangaan (art. 1:80a
lid 1). Huwelijk en geregistreerd partnerschap sluiten elkaar uit (art. 1:80a lid 2).
De wijze van registratie is geregeld in art. 1:80a lid 3.
Geschiedt bij een akte van registratie van partnerschap, opgemaakt door een ambtenaar van
de burgerlijke stand.