Samenvatting Personen & Familie
Familievermogensrecht: personen, relaties & vermogen
Week 1: Maatregelen van kinderbescherming: ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing
Kinderbeschermingsmaatregelen
Van vrijwillige hulp naar gedwongen kader. Er is beperking in de uitoefening van ouderlijk gezag
(gezag blijft wel behouden, maar beperkt in de uitoefening).
De Onder Toezicht Stelling (OTS)
De rechtsgrond van een OTS is gelegen in art. 1:255 lid 1 BW.
De kinderrechter kan een minderjarige onder toezicht stellen van een gecertificeerde instelling
indien de minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd en:
a. De zorg die in verband met de bedreiging noodzakelijk is wordt door ouder(s) niet of
voldoende geaccepteerd en
Hier geldt ook: wie stelt bewijst; dus de kinderrechter moet bewijzen. Dit kan een rapport zijn van de
leerplichtambtenaar of een rapport van de raad van de kinderbescherming waaruit blijkt dat er veel
aan de hand is, bijvoorbeeld ouderfactoren: psychische problematiek, verslavingsproblematiek,
financiële problematiek, kinderfactoren: gedragsproblemen, sociale problematiek, agressie
problematiek.
De ouders zullen stellen dat zij vrijwillige hulp accepteren, omdat dit op grond van a een
afwijzingsgrond is; zij zullen op die manier uit het gedwongen kader proberen te blijven. Zij zullen wel
moeten bewijzen welke hulp zij tot nu toe hebben geaccepteerd en of er intrinsieke motivatie is.
Het accepteren moet breed worden gelezen, het gaat niet alleen om accepteren maar ook om of het
helpt en of zij ervan kunnen profiteren.
b. De verwachting gerechtvaardigd is dat ouders binnen aanvaardbaar te achter termijn, de
verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding in staat zijn zelf te dragen
De verwachting moet er zijn dat de maatregel tijdelijk is en de verwachting moet er zijn dat na een
aanvaardbaar te achten termijn zij het zelf weer kunnen. Dit moet per geval beoordeeld worden. OTS
wordt voor 1 jaar uitgesproken, maar kan steeds met een jaar worden verlengd (art. 1:258 BW).
De b- grond wordt daarom steeds zwaarder gewogen en de kans dat het wordt afgewezen wordt
daarmee steeds groter.
Bij een OTS houden de ouders gezag, maar als je kan zeggen dat zij het niet na een redelijk
aanvaardbare termijn zelf kunnen, dan beëindigt het gezag.
Er vindt schending plaats van art. 8 EVRM, daarom altijd kijken wat de lichtste mogelijkheid is.
In welke gevallen kan een OTS plaatsvinden?
Dit hangt af van ouder/kind factoren. Omgangszaken/omgang OTS; niet hebben van omgang kan
lijden tot een ontwikkelingsbedreiging van het kind, de gezinsvoogd kan hierbij dan helpen
Zaak Laura Dekker
,Diegene die een verzoek kunnen doen om een minderjarige onder toezicht te stellen zijn, oftewel de
kinderrechter moet beslissen op verzoek van: RvdK, OM, ouder(s), degene die het kind als behorende
tot het gezin verzorgt en opvoedt, art. 1:255 lid 2 BW.
Hoe gaat het traject, hoe komt het verzoek feitelijk bij de kinderrechter terecht:
Meestal zijn een zorgen, vanuit bijvoorbeeld buren, maatschappelijk werker, school. De zorgen
worden gedeeld meestal met Veilig thuis, deze beoordelen de zorgen of deze reel zijn, deze meldt
dat dan aan de Raad van de Kinderbescherming, deze gaan bescherming onderzoek doen, dan blijkt
uit dit onderzoek of er een verzoek aan de kinderrechter moet worden gedaan.
Op grond van art. 1:262 BW is het de taak van de GI om hulp en steun te geven tegen de
ontwikkelingsbedreiging.
OTS schriftelijke maatregelen (art. 1:263 BW)
= een besluit van een bestuursorgaan (gecertificeerde instelling) aan jeugdige of ouders (als het de
opvoeding betreft)
Op grond van lid 1 kan de gecertificeerde instellingen kan schriftelijke aanwijzingen geven
betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Indien de ouders niet of niet voldoende
meewerken aan het ten uitvoerleggen van het plan of als het noodzakelijk is teneinde concrete
bedreigingen in de ontwikkeling weg te nemen.
De rechtsmiddelen zijn: ouders of jeugdige vanaf 12 jaar kan de kinderrechter verzoeken:
De aanwijzing vervallen te verklaren, art. 1:264 BW, moet binnen 14 dagen
Geen schorsende werking
Geen hoger beroep (art. 807 Rv)
Art. 1:263 lid 3 BW: de gecertificeerde instelling kan de kinderrechter vragen om de aanwijzing te
bekrachtigen en eventueel een dwangmiddel aan te koppelen/verbinden. De gezinsvoogd kan naar
de kinderrechter om de aanwijzing te laten bekrachtigen en om een dwangmiddel op te leggen.
De gezinsvoogd kan de ouders daarom zeggen dat zij bijvoorbeeld een training moeten volgen, of dat
er winterkleding of een fiets komt van de kinderbijslag, of omgangsregels.
Geschillen OTS
Vervangen GI door andere GI, art. 1:259 BW, op verzoek van: GI, RvdK, ouder met gezag of
minderjarige van 12 jaar en ouder
Geschillenregeling: art. 1:262b BW
De kinderrechter is bevoegd als het gaat om geschillen over de uitvoering van de OTS (bijv.
omgang)
Gaat het om de bejegening (bijvoorbeeld nooit bereikbaar of niet respect), dan is de
geschillenregeling van art. 4.2.1 Jeugdwet van toepassing.
De Voorlopige OTS (VOTS)
Art. 1:257 BW: indien een ernstig vermoeden bestaat dat de grond als bedoeld in art. 1:255 BW is
vervuld en de maatregel noodzakelijk is om een acute noodsituatie.
Ambtshalve of op verzoek RvdK of OM
Gaat vaak samen met een spoed uithuisplaatsing, maar mogelijkheid voor spoedmachtiging
is er ook, wordt deze verleend dan kan direct worden ingegrepen, ouders zijn dan niet
gehoord en dus niet in de gelegenheid om mening kenbaar te maken, kan gunstig zijn met
gevaar voor verslaving en verhuizen naar buitenland.
, Verhoor ouders, belanghebbenden en minderjarige van 12 jaar en ouder binnen 2 weken
door kinderrechter.
Je maakt inbreuk op art. 8 EVRM: recht om eigen kinderen te verzorgen en je maakt inbreuk
om ouders later pas te horen, daarom kan alleen maar inbreuk gemaakt worden op
Grondwet als er sprake is van proportionaliteit en subsidiariteit.
Maximaal 3 maanden.
De UHP (uithuisplaatsing in de pleegzorg)
Hoofdregel, art. 1:265a BW:
Bij een uithuisplaatsing gedurende dag en nacht buiten het gezin is altijd een machtiging uhp nodig.
De gezinsvoogd gaat dus niet over de uithuisplaatsing, dit kan alleen de kinderrechter doen.
Dus binnen kader van de OTS geen vrijwillige uithuisplaatsing meer (geen risico’s meer dat ouders
zich onder druk gezet voelen door gezinsvoogd).
Gronden van de UHP
Gronden uhp: art. 1:265b BW
a. In belang van de opvoeding en verzorging van de jeugdige, of:
b. Tot onderzoek van de geestelijke of lichamelijke gesteldheid van de jeugdige
(observatieplaatsing)
Een UHP gaat altijd samen met een OTS
Duur van de uithuisplaatsing
Art. 1:265c BW; max 1 jaar met telkens 1 jaar verlenging
Kan enkel op verzoek GI of ander RvdK of OM:
Ouders kunnen nooit zelf vragen om uithuisplaatsing van hun eigen kind, zouden eerst RvdK
moeten benaderen.
GI is een verzoekende partij: reden waarom ouders huiverig zijn voor GI.
Tenuitvoerleggen binnen 3 maanden anders vervalt de machtiging (om er voor te zorgen dat
de onzekerheid niet te lang duurt) op grond van art. 1:265c lid 3 BW.
Weigering mee te werken door ouders
Op grond van art. 1:265e BW geeft de GI de mogelijkheid om de kinderrechter een stukje gezag te
vragen om beslissingen te nemen, de GI geeft dan toestemming. Dit is een mogelijkheid wanneer
ouders niet toestemmen en meewerken. Ouders houden gezag, alleen als het gaat om iets
wezenlijke dan kan de gezinsvoogd aan de kir vragen om voor de beslissing gezag mogen uitoefenen.
Voor bijvoorbeeld een medische behandeling moeten de ouders toestemming geven, omdat
daar het gezag nog ligt, dit geldt bijvoorbeeld ook voor aanvraag van een school.
Ook biedt art. 1:265h mogelijkheid aan de GI om vervangende toestemming van de kir te vragen.
De gesloten uithuisplaatsing (Jeugdzorg +)
Criteria: art. 6.1.2. lid 2 Jw:
a. De jeugdige ernstige opgroei of opvoedingsproblemen heeft en
b. Deze ernstige opgroei of opvoedproblemen zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig
belemmeren en
c. Deze ernstige opgroei of opvoedproblemen maken dat opneming en verblijf noodzakelijk zijn
om te voorkomen dat de jeugdige zich aan de zorg die hij nodig heeft zal onttrekken of
daaraan door anderen zal worden onttrokken.