Een handige samenvatting met de belangrijkste punten uit de hoorcolleges en werkgroepen. Hierbij zijn schema's opgesteld aan de hand van tentamens en ook jurisprudentie overzichten gemaakt.
Recht van Europese Unie – samenvatting
Jurisprudentie/hoorcolleges/werkcolleges/schema’s per week
Inhoudsopgave
WEEK 1 – VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN........................................................................................................ 2
Hoorcollege 1 – inleiding......................................................................................................................................2
Hoorcollege 2 – vrij verkeer van goederen...........................................................................................................6
Extra hoorcollege – tarifaire belemmeringen....................................................................................................12
Responsiewerkgroep 1 – vrij verkeer van goederen..........................................................................................14
Schema’s – week 1.............................................................................................................................................20
Vrij verkeer van goederen – non-tarifaire belemmeringen – art. 34 VWEU.................................................20
In- en uitvoerrechten (douanerechten).........................................................................................................22
Tarifaire belemmeringen – art. 110 VWEU...................................................................................................22
WEEK 2 – VRIJ VERKEER VAN DIENSTEN, VESTIGIG EN KAPITAAL..................................................................24
Hoorcollege 3 – vrij verkeer van diensten..........................................................................................................24
Hoorcollege 4 – vrijheid van vestiging en vrij verkeer van kapitaal...................................................................29
Responsiewerkgroep 2 – vrij verkeer van diensten, vestiging en kapitaal........................................................35
Schema’s week 2................................................................................................................................................39
Vrij verkeer van diensten – art. 56 en 57 VWEU...........................................................................................39
Vrij verkeer van vestiging..............................................................................................................................41
Vrij verkeer van kapitaal................................................................................................................................42
WEEK 3 – VRIJ VERKEER VAN WERKNEMERS EN UNIEBURGERSCHAP............................................................43
Hoorcollege 5 – vrij verkeer van werknemers....................................................................................................43
Hoorcollege 6 – Unieburgerschap......................................................................................................................49
Responsiecollege 3 – vrij verkeer van werknemers en Unieburgerschap..........................................................56
Schema’s week 3................................................................................................................................................59
Vrij verkeer van werknemers.........................................................................................................................59
Unieburgerschap...........................................................................................................................................60
WEEK 6 – EFFECTEN IN DE NATIONALE RECHTSORDE....................................................................................97
Hoorcollege 11 – effecten in de nationale rechtsorde I.....................................................................................97
Hoorcollege 12 – effecten in de nationale rechtsorde II..................................................................................101
Responsiewerkgroep 6 – effecten in de nationale rechtsorde.........................................................................107
Schema’s week 6..............................................................................................................................................111
Rechtstreekse werking................................................................................................................................111
Doorwerking richtlijn...................................................................................................................................112
Staatsaansprakelijkheid...............................................................................................................................112
WEEK 7 – RECHTSBESCHERMING................................................................................................................ 113
Hoorcollege 13 – rechtsbescherming tegen maatregelen van lidstaten.........................................................113
Hoorcollege 14 – rechtsbescherming tegen handelingen van EU-instellingen................................................118
Responsiewerkgroep 7 – rechtsbescherming tegen handelingen....................................................................124
Schema’s week 7..............................................................................................................................................129
Prejudiciëlevraagprocedure – art. 267 VWEU.............................................................................................129
..........................................................................................................................................................................130
Beroep tot nietigverklaring – art. 263 VWEU..............................................................................................130
WEEK 1 – VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN
Hoorcollege 1 – inleiding
3 karakteristieken van het EU-recht
- Onderscheid tussen primair recht (EU-verdragen) en secundair recht (wetgeving van
de EU-instellingen)
- Voornamelijk rechtersrecht: veel open normen
- Verdragsherzieningen en bijbehorende her nummering van de verdragen
De interne markt
- Art. 26 lid 2 VWEU: de interne markt omvat een ruimte zonder binnengrenzen waarin
het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd
volgens de bepalingen van de verdragen
o Vrij verkeer van goederen: art. 30, 34-36 en 110 VWEU
o Vrij verkeer van personen
Werknemer: art. 45 VWEU
Zelfstandige: art. 49 VWEU
o Vrij verkeer van diensten: art. 56-62 VWEU
o Vrij verkeer van kapitaal: art. 63-65 VWEU
o Unieburgerschap: art. 20 en 21 VWEU
o Mededinging: art. 101-109 VWEU
- Art. 3 lid 3 VEU: waarden en beginselen van de interne markt
- Art. 1 en 3 lid 1 VEU
,Positieve en negatieve integratie
1. Negatieve integratie: de verboden in het verdrag
a. De verdragen vertellen lidstaten door middel van verboden wat ze niet
mogen doen
b. Focus op nationale regelgeving die het functioneren van de interne markt
belemmert
2. Positieve integratie (harmonisatie): secundair recht
a. Nationale regelgeving wordt vervangen door uniforme EU-standaarden
b. Focus op EU-regels die het functioneren van de interne markt bevorderen
Constitutionalisering van het EU-recht
Oftewel: integratie door recht
- Autonomie
- Rechtstreekse werking
- Voorrang
Autonomie: Van Gend en Loos
- “Het [EEG]-verdrag is meer dan een overeenkomst welke slechts wederzijdse
verplichtingen tussen de verdragsluitende mogendheden schept”
- “Dat […] de Gemeenschap in het volkenrecht een nieuwe rechtsorde vormt ten bate
waarvan de Staten, zij het op een beperkt terrein, hun soevereiniteit hebben
begrensd en waarbinnen niet slechts deze Lidstaten, maar ook hun onderdanen
gerechtigd zijn.”
- “Dat het gemeenschapsrecht derhalve, evenzeer als het, onafhankelijk van de
wetgeving der lidstaten, ten laste van particulieren verplichtingen in het leven roept,
ook geëigend is rechten te scheppen welke zij uit eigen hoofde kunnen geldig
maken”
Autonomie en rechtstreekse werking
- “Dat het gemeenschapsrecht derhalve, evenzeer als het, onafhankelijk van de
wetgeving der lidstaten, ten laste van particulieren verplichtingen in het leven roept,
ook geëigend is rechten te scheppen welke zij uit eigen hoofde kunnen geldig
maken”
o Monisme en dualisme zijn niet relevant voor de inroepbaarheid van het
Unierecht in de lidstaten
- Waarom is dit zo?
o Van Gend en Loos: “Dat de waakzaamheid der belanghebbenden op de
verzekering van hun rechten een doelmatige controle verschaft, die zich paart
aan het toezicht dat de artikelen [258 en 259 VWEU] aan de Commissie en de
lidstaten opdragen.”
- Wat betekent rechtstreekse werking in praktijk?
o Een bepaling van Unierecht kan door een individu worden ingeroepen voor
de nationale rechter
- Welke bepalingen kunnen individuen inroepen?
, o Van Gend en Loos:
Voldoende duidelijk
Onvoorwaardelijk
- Tegen wie kan de bepaling worden ingeroepen?
o Verticaal: tegen de staat
o Horizontaal: tegen ander individu
Zie uitgebreider komende weken
Autonomie en voorrang: Costa/ENEL
- Van autonomie naar voorrang
o “…[dat] het verdragsrecht, dat uit een autonome bron voortvloeit, op grond
van zijn bijzonder karakter niet door enig voorschrift van nationaal recht opzij
kan worden gezet, zonder zijn gemeenschapsrechtelijk karakter te verliezen
en zonder dat de rechtsgrond van de gemeenschap zelf daardoor wordt
aangetast”
o “Dat […] latere eenzijdig afgekondigde [nationale] wettelijke voorschriften,
die tegen het stelsel van de Gemeenschap ingaan, iedere werking ontberen”
(p. 319–320)
- Met andere woorden:
o De voorrang van Unierecht is absoluut
o Bovendien: lidstaten hebben een plicht tot loyaliteit (art. 4(3) VEU), die geldt
voor alle entiteiten van de lidstaten (nationale rechters, bestuursorganen, …)
Prejudiciëlevraagprocedure
- Nu art. 267 VWEU
o HvJ is bevoegd om verdragen uit te leggen
o HvJ is bevoegd om handelingen van instellingen, organen en instanties van de
Unie uit te leggen
Bevoegdheidsverdeling: attributie
- Art. 4 lid 1 VEU: de EU heeft alleen de bevoegdheden die de lidstaten aan haar
hebben toegedeeld
- Art. 5 lid 1 en 2 VEU: de EU handelt slechts binnen de grenzen van haar
bevoegdheden om de daarin bepaalde doelstellingen te verwezenlijken
- Dat vertaalt zich in drie soorten bevoegdheden
o Exclusieve bevoegdheden – art. 3 VWEU
De lidstaten hebben op dit gebied geen bevoegdheden meer: bv.
Monetair beleid
Douane
o Gedeelde bevoegdheden – art. 4 VWEU
De interne markt
De EU is bevoegd maar zolang dat nog niet gedaan is, dan blijven de
lidstaten zelfstandig bevoegd
o Ondersteunende bevoegdheden – art. 6 VWEU
Bevoegdheidsverdeling – rechtsgrondslag
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper arendjeterpstra. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.