Samenvatting Grondslagen
Linguïstische handeling = er wordt iets gezegd dat betekenis heeft.
- Semantische regels: linguïstische handelingen moeten iets betekenen
- Syntactische regels: linguïstische handelingen moeten correct gevormd zijn (grammatica)
Taalhandelingen (speech acts) = de functie van een uitspraak/taaluiting.
- Wat de persoon wil bewerkstelligen door iets te zeggen.
Soorten taalhandelingen:
- Indicatieven: constaterend, stellend, beschrijvend
o Ik heb een pukkel
- Imperatieven: gebiedend, bevelend
o Ga weg!
- Interrogatieven: vragend
o Vind je me lief?
- Expressieven: emotie uitdrukkend, uitend
o Allemachtig, wat een toffe kerel!
- Perfomatieven: taaluitingen die iets tot stand brengen/een handeling voltrekken. De
taaluiting valt samen met de handeling.
o We noemen haar Maartje
o Ik wed om 100 euro
Expliciete performatieven = uitingen in een specifieke vorm die als een bepaalde taalhandeling
worden opgevat. Ze kunnen niet zinvol ontkend worden: ze voldoen aan de daardoor/daarmee-toets
- Ik verklaar u tot man en vrouw
- Ik nodig je hierbij uit
Altijd 1e persoon enkelvoud, onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.)
6 vragen om een taalhandeling te analyseren:
1. Is een bepaalde formulering nodig?
o Trouwerij: de verklaring moet op een bepaalde manier worden uitgesproken, anders
is het niet geldig.
2. Is er een reactie nodig om de taalhandeling compleet te maken?
o Weddenschap: de hand moet worden geschud.
3. Moet de spreker/het publiek een bepaalde functie bekleden?
o Trouwerij: ambtenaar van de burgerlijke stand.
4. Zijn er voorwaarden voor de taalhandeling?
o “Ik beloof je naar het vliegveld te brengen.” Voorwaarde: je moet daar heen willen.
5. Wat wordt er verondersteld in de spreker om te gaan?
o Men moet menen wat hij zegt.
6. Wat is het algemene doel van de taalhandeling?
o “Het spijt me.” Functie: verontschuldigen.
Gesprekshandelingen (conversational acts) = het gebruiken van taalhandelingen/speech acts om bij
een ander iets teweeg te brengen.
- Taaluitingen zijn vaak onderdeel van een gesprek
- We richten ons tot een partner om diegene ergens van te overtuigen
, Conversational rules (Grice) = regels voor gesprekshandelingen:
1. Kwantiteit – wees efficiënt; juiste hoeveelheden informatie geven en geen zinloze
overbodige informatie.
o “Wat is uw geboortedatum?” – “Grappig dat u dat vraagt, blablabla”
2. Kwaliteit – wees eerlijk; lieg niet en vertel geen dingen waar je geen bewijs voor hebt.
o “Hoe komt u aan deze kinderporno?” – “De kat heeft dat per ongeluk gedownload”
3. Relevantie – wees ter zake; het moet een passend vervolg zijn op het voorafgaande.
o “Ik zou willen dat je niet zo laat thuiskwam.” – “Het schijnt dat je van jam dik wordt”
4. Manier – wees duidelijk; wees zo helder en begrijpelijk als mogelijk.
o “Waar was je gisteravond?” – “De groep waarvan ik doorgaans deel uitmaak, etc.”
Coöperative principle = om het doel van een gesprek te bereiken is samenwerking tussen mensen
nodig Regels van Grice. Deze worden stilzwijgend al verondersteld in elk gesprek.
In normaal taalgebruik kan je met deze regels spelen:
- Understatement: ze was niet echt blij (Tegen de regel van manier/kwantiteit)
- Sarcasme: wat zal ze blij geweest zijn! (Tegen de regel van kwaliteit)
- Hyperbool: ik zou wel een paard op kunnen (Tegen regel van kwaliteit)
Standpunt = je neemt een stelling t.a.v. een bewering/conclusie/propositie.
- Positief standpunt: rechtvaardiging van de propositie – verdedigingsplicht
- Negatief standpunt: ontkenning van de propositie – ontkrachtingsplicht
- Neutraal standpunt: twijfel – geen verplichting
Meningsverschil = de standpunten komen niet overeen. Er wordt een tegenovergesteld standpunt
ingenomen of er wordt getwijfeld.
Typen meningsverschillen:
- Enkelvoudig: meningsverschil over 1 propositie
- Meervoudig: meningsverschil over meerdere proposities
- Niet-gemengd: 1 partij met verdedigings- of ontkrachtingsplicht (positief/negatief standpunt)
- Gemengd: meerdere partijen met verdedigings- of ontkrachtingsplicht
Enkelvoudig niet-gemengd: hij is gek – is dat zo?
Meervoudig niet-gemengd: hij is gek en dom – daar twijfel ik aan
Enkelvoudig gemengd: jij bent gek – ik ben niet gek
Meervoudig gemengd: jij bent gek en dom – ik ben niet gek en dom
Argumentatie = verdediging van je standpunt d.m.v. argumenten.
Analyseren van argumentaties:
- Wat zijn argumenten?
- Hoe herken ik argumentatie?
- Waarover verschilt men van mening?
- Welke argumenten worden expliciet of impliciet aangevoerd?
- Wat is de structuur van de argumentatie?
- Wat verstaan we onder een geldige argumentatie?
Basisvorm/ideale vorm van een enkelvoudig argument:
(1) Premisse – beetje algemeen Meisjes hebben geen ruimtelijk inzicht
(2) Premisse – specifieker Sandra is een meisje
(3) Conclusie Sandra heeft geen ruimtelijk inzicht
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper et98. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,24. Je zit daarna nergens aan vast.