ANNE RENIERS
SAMENVATTING HBS
Hepatobiliair systeem
Thema 1: bouw hepatobiliair systeem............................................................................................................ 2
Hoorcollege 1: embryonale ontwikkeling en de functionele bouw van de lever.................................................2
Werkcollege 1: relatie histologische bouw en functie van de lever.....................................................................5
Practicum 1: anatomie en pathologische afwijkingen.........................................................................................8
Thema 2: functie.......................................................................................................................................... 10
Module 1: farmacologie en toxicologie..............................................................................................................10
Werkcollege 2: pathofysiologie van icterus en cholestase................................................................................15
Werkcollege 3: pathofysiologie van hepato-encefalopathie.............................................................................19
Thema 3: ziekteleer...................................................................................................................................... 23
Hoorcollege 2: algemene reactiepatronen van lever en galwegen...................................................................23
Werkcollege 4: algemene reactiepatronen van lever en galwegen...................................................................25
Hoorcollege 3: parasitaire leveraandoeningen..................................................................................................27
Werkcollege 5: epidemiologie leverbot..............................................................................................................30
Hoorcollege 4: leverziekten bij gezelschapsdieren.............................................................................................35
Hoorcollege 5: leverziekten bij landbouwhuisdieren.........................................................................................40
Hoorcollege 6: leverziekten bij het paard..........................................................................................................41
Thema 1: bouw hepatobiliair systeem........................................................................................................... 2
Hoorcollege 1: embryonale ontwikkeling en de functionele bouw van de lever.................................................2
Werkcollege 1: relatie histologische bouw en functie van de lever.....................................................................5
Practicum 1: anatomie en pathologische afwijkingen........................................................................................8
Thema 2: functie.......................................................................................................................................... 10
Module 1: farmacologie en toxicologie.............................................................................................................10
Werkcollege 2: pathofysiologie van icterus en cholestase................................................................................15
Werkcollege 3: pathofysiologie van hepato-encefalopathie.............................................................................19
Thema 3: ziekteleer..................................................................................................................................... 23
Hoorcollege 2: algemene reactiepatronen van lever en galwegen...................................................................23
Werkcollege 4: algemene reactiepatronen van lever en galwegen..................................................................25
Hoorcollege 3: parasitaire leveraandoeningen.................................................................................................27
Werkcollege 5: epidemiologie leverbot.............................................................................................................29
Hoorcollege 4: leverziekten bij gezelschapsdieren............................................................................................34
Hoorcollege 5: leverziekten bij landbouwhuisdieren.........................................................................................39
Hoorcollege 6: leverziekten bij het paard..........................................................................................................39
, ANNE RENIERS
SAMENVATTING HBS
Thema 1: bouw hepatobiliair systeem
Hoorcollege 1: embryonale ontwikkeling en de functionele bouw van
de lever
Functies van de lever:
- ontgiftigen: medicatie, toxines, bacteriën, ammoniak, hormonen etc.
- productie gal (bevat bilirubine): vetvertering
- metabolisme koolhydraten, eiwitten en vetten
- productie stollingsfactoren
- opslag van glycogeen, vitamines en mineralen
- aanmaak albumine en globulines
- embryonaal: hematopoëse
- etc.
Symptomen leverproblemen: icterus (ophoping bilirubine), buikpijn, braken, anorexie, sloom,
neurologisch, stollingsproblemen, ascites/oedeemvorming (te weinig albumine).
Oorzaken leverproblemen: neoplasie, porto systemische shunts, hepatitis (ontsteking
lever)/cholangitis (ontsteking galgang), levercirrose, leververvetting (hoorcollege 4, 5 & 6).
Embryologie lever en galblaas:
, ANNE RENIERS
SAMENVATTING HBS
Endoderm:
Ventrale deel pancreas voegt zich bij de afvoergang van de lever en galblaas. Na
maagdraaiing verplaatst ventrale deel van de pancreas naar het dorsale deel. Afvoer
pancreas bestaat dus uit 2 afvoergangen (met een gezamenlijke afvoergang samen met lever
en galblaas bij mens, paard en hond).
Diersoortverschillen:
Diersoortverschillen in aanwezigheid galblaas, afwezig bij: rat, paard, duif en walvis. Bij
varken en rund blijft alleen de ductus pancreaticus accessorius bestaan en bij de kat en
kleine herkauwer alleen de ductus pancreaticus (gezamenlijke afvoergang, hierbij vaak
problemen triaditis (ontsteking in galwegen, pancreas en darmen bij kat). Bij mens, paard
en hond blijven beide afvoergangen.
Mesoderm:
Septum transversum (pezige blad diafragma) komt uit het mesoderm.
Craniale leverweefsel gaat het septum transversum ingroeien. Septum
transversum vormt het bindweefsel tussen de lever lobben. Uit het
mesoderm komt ook de vv. vitellinae (dooierzak venen) en die vormt de
sinusoïden (capillairen lever), deel van vena cava caudalis, poortader en
ductus venosus (omzeilt lever, rechter vv. vitallinae en linker v.
umbicale).
Portosystemische shunts:
Persisterende ductus venosus = intra hepatische levershunt. Dan geen ontgiftiging van het
bloed wat van de darmen vandaan komt. Casus wolfshond neurologische afwijkingen,
groeiachterstand, at niet meer, blaasontsteking (door ammonium houdende stenen).
Ligging en grootte:
Bij alle diersoorten achter het diafragma en craniaal in de buik. Bij
hond, kat en varken raakt de lever de ventrale buikwand en ligt hij
ook nog een stukje achter de laatste rib (dus ligt niet volledig in
ribbenkast). Bij paard en rund ligt de lever wel volledig binnen de
ribbenkast en raakt die niet de ventrale buikwand aan (klinisch
relevant voor lever biopt, ventraal prikken of lateraal).
Lever ligt bij meeste diersoorten meer naar rechts (varken paard
rund), bij hond in het midden.
Lever ligt ver naar caudaal en bolle randen dan dus
vergroot.
Lever niet zichtbaar en blaas te ver naar craniaal en
rechtop dan lever verkleind.
, ANNE RENIERS
SAMENVATTING HBS
Bevestiging:
- Dorsale bevestiging aan de maag = ventrale mesogastrium/omentum minus (aan curvatura
minor van de maag)
- Ventrale bevestiging aan de buikwand = ligamentum falciforme (heel vet, daarin het
ligamentum teres hepatis)
- Craniale bevestiging aan het diafragma = ligamentum coronaria (langs vena cava) en
ligamentum triangulare (links en rechts, lateraal)
Vorm:
Diersoortverschillen, te zien bij practicum. Bij paard J vorm en
lichtere kleur, varkens lever bindweefseltussenschotten, hond
lever meer lobben. Opbouw is hetzelfde, 4 verschillende
lobben: links, rechts, cuadate en quadrate (let op plek
galblaas, ligamentum falciforme, poortader en vena cava
caudalis)
Galblaas:
Paard, rat, duif (en walvis) geen galblaas, maar verwijding van de galgangen voor opslag.
Uitscheiding in darm via ductus choledochus.
Hepatocyt galcanaliculi galductuli interlobulaire ductus ductus hepaticus
(samen met ductus cysticus, afvoer galblaas) ductus choledochus papilla duodeni major
(minor bij accessorius).
Leverpoort, bloedvoorziening en vena porta:
80% vena porta (zuurstofarm) en 20% a. hepatica (zuurstofrijk), binnenkomst
via hilus. Gaan zich samen vertakken tot interlobulaire arteriolen en venulen.
Via lever sinusoïden langs de hepatocyten naar de centrale vene (vena
hepatica) en die meerdere vena hepatica gaan dan naar de vena cava caudalis.
Galbuis, poortader en leverslagader worden samen de portale driehoek
genoemd.
Histologie lever:
3 verschillende indelingen:
Portale lobulus zegt meer iets over de
functie door galgang in het midden te
zetten. Dit zegt iets over de excretie
functie.
Portale acinus kan je gebruiken voor
diagnose. Indelen in zones: zone 1 krijgt
het meeste zuurstof en zone
3 minste, dus bij hypoxie
meeste schade zone 3. Bij
zone 1 schade door een
toxische stof in het bloed.