Naam: P. Nap
Studentnummer: 1258758
Datum: 18 april 2022
Opleidingsinstituut: NCOI
Opleiding: Sociaal werk richting jeugd
Module: Regie overnemen van de jeugdige en zijn gezin
1
,Voorwoord
Op 3 april 2020 ben ik begonnen met de opleiding Social Work richting jeugd.
Voorgaande jaren ben ik werkzaam geweest in het bedrijfsleven, op verschillende afdelingen, zoals de
HR-, Sales-, Finance- en Inkoopafdeling. Na 16 jaar, en op 37 jarige leeftijd, merkte ik dat ik geen
voldoening uit de werkzaamheden haal en graag een carrièreswitch maak naar een functie in de
sociale sector.
Ik wil graag de opleiding afronden, omdat ik in de toekomst jongeren wil helpen en iets wil betekenen
voor degenen die niet of moeilijk op eigen kracht een volwaardige plaats in de maatschappij kunnen
innemen.
Sinds 14 februari 2022 werk ik als voordeurmedewerker bij Lokalis, buurtteam jeugd en gezin in
Utrecht West. Het buurtteam helpt gezinnen met zeer uiteenlopende vragen. De vragen komen bij mij
terecht en ik zet deze verder uit naar de gezinswerkers.
De opdracht betreft de moduleopdracht: regie overnemen van de jeugdige en zijn gezin. Met het
uitwerken van deze opdracht wil ik laten zien dat ik een advies kan opstellen voor de begeleiding van
een kind/ jongere en/ of het gezin, waarbij ik als professional de regie (tijdelijk) overneem op basis van
een casus.
Paulien Nap
Wilnis, 22 maart 2022
2
, Samenvatting
Het maken van de module regie overnemen van de jeugdige en zijn gezin, voor de opleiding Social
Work richting jeugd, houdt in dat aan de hand van casuïstiek een hulpverleningsplan opgesteld wordt.
Voor de uitwerking van een casus worden de eerste drie fasen van de plancyclus doorlopen.
In de eerste fase, de oriëntatiefase, wordt de uitgangssituatie beschreven en een probleemanalyse
opgesteld. Uit deze analyse ontstaat de volgende probleemdefinitie:
Sinds afgelopen jaar vertoont Jos (16) (die een autismespectrumstoornis, ADHD en kenmerken van
ODD heeft) steeds vaker agressief gedrag, onttrekt hij zich van het ouderlijk gezag en zijn moeder
weigert hulp te aanvaarden van de gezinswerkers van buurtteam Utrecht West.
Het nader onderzoeken en analyseren van het probleem staat in de volgende fase, de diagnostische
fase, centraal. De risico-inventarisatie en risicotaxatie is opgesteld op om inzichtelijk te maken in
hoeverre de jongere zelf het risico loopt in een onveilige situatie terecht te komen en wat het risico is
dat hij zelf grensoverschrijdend gedrag gaat vertonen. Voor de risico-inventarisatie is het Framework
for the Assessment of Children in Need and their Families gebruikt. Dit framework helpt om een
zorgvuldige afweging te maken met het oog op de veiligheid, het welzijn en de ontwikkeling van
jeugdigen. Daarnaast wordt gebruikt gemaakt van de checklist; het Licht Instrument Risicotaxatie
Kindveiligheid (LIRIK). De LIRIK kan ingezet worden bij beoordeling van de veiligheid van de
thuissituatie van kinderen en jongeren tot achttien jaar. De gedachten over mogelijke oorzaken van de
problemen zijn de hypothesen. De mogelijke hypothese om verder te onderzoeken is: jongere vertoont
agressief gedrag omdat hij autisme heeft. Aan de hand van een observatieplan wordt deze hypothese
nader onderzocht.
Aan de hand van de observaties kan de volgende diagnose gesteld worden: het blijkt dat Jos zich,
vanwege zijn autismespectrumstoornis, moeilijk kan verplaatsen in een ander en dat hij weinig tot
geen zelfinzicht heeft. Hij heeft daardoor geen zicht op de gevolgen van zijn eigen functioneren. Hij
reageert agressief naar zijn moeder toe.
Verschillende factoren vormen een bedreiging voor de ontwikkeling van Jos; hij verblijft op onbekende
wisselende adressen en het vermoeden is daar dat hij drugs gebruikt en een criminele vriendengroep
heeft. Juist door zijn stoornis heeft hij begrenzing nodig die niet aanwezig is op de adressen waar hij
nu verblijft. Er is sprake van een opvoed- en hulpverleningscrisis doordat een opvoeder niet
beschikbaar is voor hulp van de gezinswerker, buurtteam Utrecht West.
In de planningsfase worden de handelingsdoelen opgesteld aan de hand van de diagnose
Voor 2 juni krijgen Jos en zijn ouders specialistische ambulante hulp van KOOS Utrecht gericht op
het omgaan met autisme. Binnen twee werkdagen vindt het intakegesprek plaats samen met:
KOOS Utrecht, Jos, zijn ouders en de gezinswerker van Lokalis. De tijdens het gesprek gemaakte
afspraken worden door Jos en zijn ouders akkoord bevonden en ondertekend.
Voor 1 juli starten Jos en zijn ouders, onder leiding van KOOS Utrecht, met de interventie multi-
systeem therapie-child. De vooraf gemaakte afspraken en doelen worden door Jos en zijn ouders
samen met KOOS Utrecht opgesteld, akkoord bevonden en ondertekend.
Voor 1 december start Jos, onder leiding van KOOS, de dagbehandeling omtrent het omgaan met
autisme. De vooraf gemaakte afspraken en doelen worden door Jos en zijn ouders samen met
KOOS Utrecht opgesteld, akkoord bevonden en ondertekend.
Door de belemmerende en bevorderende factoren in kaart te brengen kan een haalbaarheids-analyse
opgesteld worden. Vervolgens staat beschreven welke methoden ingezet worden voor het nemen van
regie omtrent de casus van Jos. Gezien Jos zijn situatie is specialistische begeleiding onder leiding
van KOOS nodig. Ook is het, gezien de problematiek in deze casus, noodzakelijk om multi-systeem
therapie te starten met Jos en het gezin. Deze therapie betreft een intensieve gezinsbegeleiding in de
thuissituatie. Zij kunnen niet direct starten met de therapie en komen eerst op de wachtlijst te staan. In
de tussentijd wordt specialistische begeleiding van KOOS gestart. Na de multi-systeem therapie is het
belangrijk dat Jos ondersteuning krijgt bij het dagelijks functioneren met de stoornis autisme.
Dagbehandeling gericht op leren omgaan met deze stoornis naast school is dan aanvullend nodig.
Tenslotte staat een reflectie op het uitwerken van deze opdracht beschreven.
3