Organisatiekunde gehele samenvatting
Week 1: hoofdstuk 1
Organisatiewijs behandelt de organisatiekunde vanuit het perspectief van juridische professionals
die in de praktijk werkzaam zijn of dat in de toekomst gaan zijn.
Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen en middelen om een bepaald doel te
bereiken. Het woord organisatie komt van het Griekse woord organon, wat instrument of middel
betekend.
Een dienst is een ontastbaar product (niet-fysiek goed). Dienstverleners maken dus geen dingen
maar zij stellen kennis, vaardigheden en tijd ter beschikking om daarmee hun afnemers te dienen.
Juridische professionals zijn dus ook dienstverleners, zij helpen andere om wet- en regelgeving te
interpreteren, toe te passen of op te stellen. Zij zijn bijv. in staat om:
Juridische adviezen te geven aan burgers, bedrijven of overheden
Te bemiddelen bij geschillen
(Rechterlijke) uitspraken om te zetten in procedures
Contracten op te stellen
De juridische aspecten van oprichting, fusies en overnames van bedrijven te verzorgen
(Voorstellen voor) wet- en regelgeving op te stellen
Partijen in een (gerechtelijke) procedure te vertegenwoordigen.
Of te wel dienstverleners worden organisatiekundig bezien als personen die dingen (zoals juristen,
advocaten, vertalers, kappers etc) kennen en kunnen die tegemoetkomen aan de behoeftes van de
afnemers.
Kennisintensieve dienstverlening door hoogopgeleide professionals zijn bijv. accountants, medici,
docenten, juridische dienstverlening, docenten, vertalers, belastingadviseurs en organisatieadviseurs.
Kenmerkend hiervoor is dat voor het verrichten van werkzaamheden over het algemeen
theoretische kennis en praktische vaardigheden zijn vereist die alleen door langdurige opleiding en
ervaring kunnen worden verkregen.
Tuchtrecht= een deel van het publiekrecht, dat aan bepaalde groep beroepsbeoefenaren de
bevoegdheid geeft om toezicht uit te oefenen op de behoorlijke uitoefening van hun taak door leden
van beroepsgroep
Beroepsgroep Tuchtrechtelijke instantie
Advocaten Raden van discipline
Gerechtsdeurwaarders Kamer voor gerechtsdeurwaarders
Notarissen Kamer van toezicht
Medici (arsten, verpleegkundigen, Tuchtcollege voor de gezondheidszorg
fysiotherapeuten, tandartsen)
Accountants Accountantskamer
Laag kennisintensieve diensten:
- Kappers, loodgieters, masseurs, etc
- In opleiding veel nadruk op de vaardigheden
- Training voor een belangrijk deel op de werkvloer
- Ambacht/ kunde
Hoog kennisintensieve diensten:
- In opleiding veel nadruk op verwerving van theoretische kennis en inzichten
- Training op werkvloer eveneens belangrijk, maar gedurende carrière vaak veel bij- en
nascholing.
- (Vrij) beroep, wettenschappelijk
- Kwaliteit van het beroep soms geborgd door tuchtrecht
Juridische diensten:
- Diensten die hoogwaardig juridische expertise vereisten
, - (kern van de) dienst alleen leverbaar door juristen (personen met een hogere juridische
opleiding, of vergelijkbare kwalificaties)
Diensten met belangrijke en/of complexe aspecten:
- Diensten die geen brede of hoogwaardige juridische expertise vereisten, maar wel
belangrijke rechtsgevolgen hebben, of hierop uiteindelijk gericht zijn.
- Ook leverbaar door niet-juristen (vereisen wel bijzondere deskundigheid en vaardigheden)
- Soms geleverd door professionals die van overheidswege een bijzondere bevoegdheid
beschikken (zoals gemeentelijke handhaver of APK-keurmeester)
En hiernaast heb je ook nog alle overige diensten.
Organisaties met juridische dienstverlening als kernactiviteit moet je denken aan organisatie waar
vooral juristen op de werkvloer zijn (rechtelijke instanties, advocatenkantoren, notarissenkantoren, gerechtsdeurwaarders etc)
*klassiek juridisch adovcatenkantoren, notariskantoren, deurwaarders, rechtbanken, OM
*niet klassiek juridisch rechtbijstandverzekeraars, rechtswinkel, juridische loket, juridisch
adviesbureaus etc
Organisaties met andere kernactiviteiten zijn dan wel vaak juristen werkzaam op de organisatie of
een afdeling van de organisatie.
Om organisatiewijze, proactieve juridische professionals te beschrijven, wordt vaak het begrip T-
shaped juridische professionals gebruikt. De staander staat voor juridische expertise (verticale
streepje) en de ligger staat voor de basiskennis en vaardigheden (Horizontale streepje)
Als je naar het begrip organisatie kijkt in de organisatiekundige theorie is er sprake van het
volgende zodra er sprake is van mensen en middelen die samenwerken om een bepaald doel te
bereiken kunnen we spreken van een organisatie. Dus de volgende elementen zijn nodig om van een
organisatie te kunnen spreken:
- Mensen
- Middelen
- Samenwerken
- Doel
Organisatie is het overkoepelde begrip en daaronder vallen de begrippen bedrijf en onderneming.
De elementen van organisatie staan hierboven beschreven. Heel veel instanties vallen onder een
organisatie (voetbalvereniging valt hieronder vallen). Organisatie is dus een heel ruim begrip.
Bedrijf niet alle organisaties zijn bedrijven. Volgens de organisatiekunde is een bedrijf een
organisatie is die producten of diensten voortbrengt in de maatschappelijke behoefte. Niet mag
commercieel maar ook niet-commercieel zijn. Een bedrijf is altijd ook een organisatie
Onderneming dit ben je pas als je als bedrijf iets commercieels doet, of te wel het moet een
winstoogmerk hebben. (Het is het meest enge begrip omdat het minst eronder valt.) Een
onderneming is altijd ook een organisatie.
Organisatie kan je vervolgens ook nog onderscheiden in publiek- of privaatrechtelijke.
- Private organisaties zijn organisaties zijn eigendom zijn van private (rechts)personen en dus
niet in handen van de overheid
- Publiekrechtelijke organisaties zijn dus WEL in handen van de overheid en deze maken dus
deel uit van de publieke sector hieronder vallen centrale, decentrale en
semioverheidsorganisaties.
*centrale overheid staat (dus 1 en 2 kamer, ministeries, ministeriële diensten, zelfstandige bestuursorganen en openbare lichamen voor beroep)
ste de
*decentrale overheid provincies, waterschappen en gemeenten.
Rechtspersoon, privaatrechtelijk nv, bv, se, eesv, vereniging en stichting
Rechtspersoon, publiekrechtelijk staat, provincie, gemeente, waterschappen (art. 2:1 BW)
zelfstandige bestuursorganen met eigen rechtspersoonlijkheid, openbare lichamen
Niet-rechtspersonen eenmanszaak, maatschap of cv
Als organisaties als oogmerk hebben om winst te maken dan vallen ze onder profitorganisaties en als
ze niet als oogmerk hebben om winst te maken dus niet-winstgericht zijn dan vallen ze onder non-
profitorganisaties.
, Het INK-model (minder belangrijk) hier onder zie je hoe dit model eruitziet.
Management van Medewerkers
medewerkers
Leid Managem
ent van Bestu
ersc processen ur en
Klanten en
hap Strategie en beleid
partners financ
iers
Management van
middelen
Maatschappij
Organisatie Resultaat
Verbeteren en vernieuwen
Aan de linkerkant in de blauwe vakken zijn alle belangrijke aspecten van een organisatie die nodig zijn om de
resultaten te bereiken.
De rechterkant in het groen gaat het om een genuanceerd beeld te krijgen van het ‘succes’ van de organisatie.
En hieruit komt dus ook het zogenaamde feedback lus.
7S-model (dit is een heel belangrijk onderdeel!)
Hier zie je het 7S-model uitgewerkt. Net zoals bij het
INK-model hierboven besteed het 7S-model aandacht
aan meer ‘harde’ aspecten van een organisatie (zoals
organisatiestructuur en de gebruikte systemen), maar
het 7s-model besteed ook aandacht aan de ‘zachte’
aspecten (stijl, shared values).
Deze 7 woorden staan voor alle belangrijke
aspecten binnen een organisatie.
Doel deze 7 aspecten hangen samen en er is
evenwicht en samenhang nodig tussen deze
aspecten voor een zo goed mogelijke organisatie.
Nu ga ik kort behandelen wat alles in houdt:
- Strategy doelstellingen van een organisatie en de wegen waarlangs de organisatie zich
tracht te bereiken
- Structure organisatiestructuur
- Shared values Geheel van gedeelde opvattingen, gemeenschappelijke waarden en normen
- Systems procedures en informatiesystemen
- Skills kerncompetenties en (sleutel)vaardigheden
- Style de managementstijl(en) die binnen de organisatie worden gehanteerd
- Staff personeelsmanagement.
OP TENTAMEN VOORAL TOEPASSINGS VRAGEN EN MOET JE DE STOF OOK ECHT KUNNEN
TOEPASSEN (BIJV. 7S-MODEL MOET JE KUNNEN TOEPASSEN)