Samenvatting beco
hoofdstuk 25-30
Hoofdstuk 25
Paragraaf 25.1
Kosten bestaan uit:
- Inkoopprijs per artikel x de afzet
Grondstoffen maken deel uit van het eindproduct
Hulpstoffen niet, deze zijn nodig om productie mogelijk te maken
Paragraaf 25.2
Duurzame productiemiddelen = activa die langer dan 1 productieproces
meegaan gebouwen, machines enz.
Prestaties in de toekomst = als de producent een belangrijk
productiemiddel koopt, koopt hij dit voor nu en voor prestaties in
de toekomst.
Aanschafprijs = de prijs van productiemiddelen en de overige kosten
Afschrijven = waardevermindering tot uitdrukking brengen in de
boekhouding ook op winst- en verliesrekening
Grote van de afschrijving op duurzame productiemiddelen zijn
afhankelijk van:
1. Waarde van duurzame producten
2. De levensduur: periode waarin actief wordt gebruikt
3. De restwaarde: de opbrengst bij verkoop aan einde van
levensduur
4. Het gebruik
De boekwaarde: waarde waarvoor een duurzaam productiemiddel op de
balans staat (balanswaarde)
Complementaire kosten: bijv. onderhoudskosten.
Paragraaf 25.3
Personeelskosten van een onderneming bestaan uit:
1. De brutolonen en -salarissen
2. Wettelijke sociale lasten: bijv. premies, vakantiegeld
3. Vrijwillige sociale lasten: bijv. kosten gratis vervoer/voeding
, 4. De voor de rekening van de werkgever komende pensioenpremies
Arbeidsuurtarief: personeelskosten per productief uur
Factuurtarief: arbeidsuurtarief verhoogd met een opslag voor alle
niet apart gefactureerde kosten en een winstopslag.
Paragraaf 25.4
Interestkosten: bijv. kosten voor het kopen van voorraad op
rekening, of financiering met rekening-courantkrediet
Kosten van grond: gaat niet in waarde achteruit. Wat wel kosten zijn
is:
1. Interestkosten van het vermogen dat in de grond is geïnvesteerd
2. Waardevermindering van bijv. drainagesysteem of het hekwerk
3. Eventuele belastingen voor het gebruik van grond
Kosten van belastingen:
1. Onroerendezaakbelasting: eigenaar/gebruiker van bijv. pand
moeten dit betalen
2. Motorrijtuigenbelasting: belasting op alle bedrijfsauto’s
3. Assurantiebelasting: belasting voor verzekeringen
Hoofdstuk 26
Paragraaf 26.1
Toegevoegde waarde: waarde die een bedrijf toevoegt aan de bestaande
waarde.
Over korting hoeft geen omzetbelasting betaalt te worden 21%
Factuurbedrag is inclusief btw
Vooraftrek: aan de onderneming in rekening gebrachte omzetbelasting
door de leverancier.
Omzetbelasting ronden we naar beneden af
vooraftrek ronden we naar boven af’
Paragraaf 26.2
Verkoopprijs berekenen:
Verkoopprijs = inkoopprijs (ex. Btw) + winstopslag
Winstopslag = een percentage van de inkoopprijs
Brutowinst = verkoopprijs – inkoopprijs
Brutowinst – kosten = winst (voor belasting)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Steef06. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,79. Je zit daarna nergens aan vast.