Kerninzicht: Inzicht behaald als: Overige informatie
Kerninzicht 1: Synchroon tellen. Alle voorwerpen tellen, niet dubbel of Ganzenborden om te oefenen.
1 voorwerp met 1 telwoord overslaan, telwoorden in juiste volgorde,
Asynchroon= niet tegelijk. tegelijkertijd aanwijzen.
Kerninzicht 2: Resultatief tellen. Na het tellen van telwoorden weten dat het Ordinale functie: de volgorde, het telgetal.
Laatste getal bij het tellen geeft de laatste telwoord de hoeveelheid aangeeft, bij Kardinale functie/hoeveelheidsfunctie: het resultaat ’25 knikkers’, het
hoeveelheid aan ’25 knikkers’. (on)geordende hoeveelheden kan tellen hoeveelheidsgetal.
hoeveel het er zijn, kleine hoeveelheid Telgetal: geeft aantal aan, zoals 1, 2, 3.
bewegende voorwerpen (vissen) kan tellen, Naamgetal: geeft een object weer, zoals bus 12.
aantal geluiden kan tellen, aantal kort getoonde Meetgetal: staat een maat achter.
voorwerpen weet, getallen met verschillende Rekengetal: kale/ abstracte getallen om mee te rekenen.
functies.
Kerninzicht 3: Representeren. Bij een uitgesproken getal de juiste hoeveelheid Cijfersymbolen zijn 0 t/m 9.
Hoeveelheden presenteren met voorwerpen neerleggen, dobbelsteenpatroon Representatie van het getal 4 = 4 vingers opsteken.
materiaal, schema’s of cijfersymbolen. kan aanwijzen, vingers op kan steken of het Akoestisch tellen: ritmisch opzeggen van telrij zonder betekenis van telwoorden
juiste cijfersymbool kan aanwijzen. (liedje/versje).
Natuurlijke getallen: 0 of hoger.
Negatieve getallen: min getal, onder de 0.
Gehele getallen: natuurlijke & negatieve getallen.
Getalbeeld: mentale voorstelling van een getal (stippen op dobbelsteen, vingers,
muntjes).
Objectgebonden tellen: hoeveel-vragen met objecten.
Verkort tellen: niet 1 voor 1, maar 5 (vingers) + 2 vingers = 5, 6, 7.
Kerninzicht 4: Tientallige bundeling Tellen grote hoeveelheden groepjes maken, 10 42 representeren door vier grote stappen van 10 + twee kleine stappen van 2.
Bundels van 10, 100, 1000 is efficiënt bundels van 10 = 100, kent positieschema Bundelen van 10 leidt tot tientallig/decimaal talstelsel.
DHTE, getal sprongenspel (groot=10,klein =1) Sexagesimaal (16), octaal (8), binair (2), decimaal (10), hexadecimaal.
raden. Kralenketting en getallenlijn gebruiken bij het splitsen en tellen.
Kerninzicht 5: Plaatswaarde. Kan 456 opsplitsen in 400+50+6, snel weet dat Cijfersymbool is 0-9. Positieschema DHTE 101 -> 1= 100 en 1= 1.
Waarde van het cijfer hangt af van de 48-8=40, getal 87 snel opsplitst in 80+7, weet Positioneel getalsysteem: positie waar de cijfer staat bepalend is voor waarde.
plaats waar het cijfer staat. dat 0,589 kleiner is dan 0,61 +aanwijzen Analogie= overeenkomst 300+500= 800, want 3+5 is 8.
getallenlijn. Duizend (103), Miljoen (106), Miljard (109), Biljoen (1012), Biljard (1015),
Triljoen (1018), Triljard (1021), Quadriljoen (1023), Quadriljard (1027) .
Kerninzicht 6: Optellen. Groep 3. Formele optrekopgave kan laten zien met Zelf een verhaaltje verzinnen bij kale som. Symbolen +, - en= kennen +pijlentaal.
, Optellen in situaties waarbij blokjes of op de getallenlijn. Formele som Communicatieve eigenschap: omwisselen 6x7 is 7x6.
hoeveelheden worden noteren met + en =. Rijgen: eerste getal blijft intact. Tweede getal wordt opgesplitst.
samengevoegd, of sprongen maken. Verhaaltje verzinnen. Kinderen zelf sommen laten bedenken heeft eigen producties.
Kerninzicht 7: Aftrekken. Groep 3. Formele aftrekopgave kan laten zien met Type aftreksituaties:
Aftrekken in situaties waarbij je het blokjes of op de getallenlijn. Formele som met – 1.Verschil bepalen: Hoeveel knikkers heeft kind A (58) meer dan kind B (31)?
verschil gaat bepalen. en = noteren. Verhaaltje verzinnen. 2.Wegnemen, eraf halen: Ik had 17 snoepjes en at er 9 op. 17-9=8.
Verschil bepalen, wegnemen of aanvullen. 3. Aanvullen/doortellen: boek met 217 blz. Je bent op blz. 101, hoeveel nog?
Kerninzicht 8: Inverse optellen en Redeneert 8-3=5, want 5+3=8. Bus waarbij mensen in- en uitstappen.
aftrekken. 5 mensen in de bus +3 = 8. 3 stappen uit = 5.
Groep 3. Verband kun je laten zien op lege getallenlijn.
Kerninzicht 9: Vermenigvuldigen. Formele vermenigvuldigopgave met blokjes of Groepsstructuur: per zakjes van 5.
Groep 4. Herhaald optellen met op de getallenlijn. Verhaal erbij vertellen. Rechthoekstructuur: postzegels. 4 rijen van 6.
dezelfde hoeveelheid. Groepjes-, rechthoeks- of lijnstructuur herkent. Lijnstructuur: 3 touwen van 6 meter aan elkaar.
Kan juist intoetsen op rekenmachine. Product: zo heet de uitkomst van een vermenigvuldiging.
Kerninzicht 10: Delen. Deelopgave oplossen door herhaald aftrekken 1.Herhaal aftrekken/opdelen: zakje is 3 broodjes, hoeveel zakjes met 12 maken?
Groep 4. Herhaald aftrekken met of opvermenigvuldigen. Antwoord van deling 2.Verdelen/ eerlijk verdelen: 12 dropjes, 3 kinderen. Hoeveel krijgt ieder?
dezelfde hoeveelheid. controleren door vermenigvuldiging. 3.Omgekeerd vermenigvuldigen: 12 stoelen in totaal, 3 per rij. ? X 3 = 12.
Deelsom met breuken begrijpen. Opvermenigvuldiging: hoe vaak past het getal erin? 24:6.. 4x
Kerninzicht 11: Inverse delen en Redeneer 24:8=3, want 3x8 = 24. Rechthoekmodel gebruiken bij inverse relatie uitleg.
vermenigvuldigen. 4x7=28, 7x4=28, 28:7=4, 28:4=7.
Kerninzicht 12: Handig rekenen. Een deel uit het hoofd rekent, goed kijkt naar Cognitief netwerk: kennis die iemand bezit.
Getalrelaties en eigenschappen van de opgave, plezier in het ontdekken van Commutatieve eigenschap: omwisselen. 6x7 is 7x6.
bewerkingen gebruiken. handige oplossingsmanieren, zoekt relaties Associatieve eigenschap: halveren/verdubbelen.
tussen getallen, gebruikt eigenschappen -> Distributieve eigenschap: splitsen. 105:2 = 100:2 en 5:5.
Kerninzicht 13: Schattend rekenen. Kent referentiematen om mee te redeneren, 1. Afronden van getallen: 2004 -> 2000.
Globale uitkomst door te werken met eenvoudig afrond zelf getallen kiest om ermee 2. Schattend optellen en aftrekken
afgeronde getallen. te rekenen. 3. Schattend vermenigvuldigen en delen
4. Schattend rekenen met onvolledige gegevens
Kerninzicht 14: Standaardprocedure. Kolomsgewijs rekenen begrijpt, verkorting Kolomsgewijs rekenen: onder elkaar zetten.
Getallen bewerken door toepast, juiste wijze onder elkaar zetten, Kolomsgewijs rekenen kan je inkorten door niet alle resultaten voluit te schrijven,
schematische verkorting van betekenis van 0 kent. maar verder te rekenen met 1.
rekenaanpakken
Kerninzicht 15: Vergelijking tussen Uitspraken over verhoudingen doen: ik ben de Verhoudingstabel: twee verschillende grootheden vergelijken.
grootheden. 1 staat tot 20. helft van juf, lachspiegels, recept voor 2 pers. Vergrotingsfactor: 1,5x groter is 1,5x1,5 groter.
naar 4 personen veranderen. Schaal. Evenredig verband: gelijkheid van verhoudingen, er komt evenveel bij.
Kerninzicht 16: Gelijkwaardige Getallenparen zijn oneindig, evenredigheid op Dubbele getallenlijn is een verhoudingstabel, maar dan op de getallenlijn.
