Geschiedenis tijdvak 4
De tijd van steden en staten
§1 De opkomst van steden
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven
van een agrarisch-urbane samenleving.
Vanaf de 11e eeuw kwamen er weer steden in Europa op. 5 eeuwen na de
ondergang van het Wets-Romeinse rijk ontstond opnieuw een landbouwstedelijke
(agrarisch-urbane) samenleving. De urbanisatie (verstedelijking) was een
langdurig proces dat ook na de middeleeuwen plaatsvond.
Oorzaken van het ontstaan/groei van steden:
- Door een eind aan de invasies en plundertochten van Vikingen, kon de
handel tot bloei komen en konden nederzettingen groeien.
- Boeren gingen overschotten produceren, waardoor steden groeide. Om
vraag en aanbod bij elkaar te brengen, kwamen er markten.
- Ondanks dat er in steden meer mensen doodgingen dan geboren werden,
groeiden de steden doordat er mensen heen bleven emigreren. Steden
waren aantrekkelijk door welvaart en vrijheid (mensen konden ontsnappen
aan de verplichting van hun heer.
- De Europese bevolking verdubbelde in 1000-1300. Er werden bossen
gekapt en moerassen drooggelegd, maar dat was niet genoeg om iedereen
te voorzien van landbouwgrond. Dus verhuisde een deel naar steden.
Naast handel op lokale markten werden sommige producten over grote
afstanden verhandeld, zoals Aziatische luxeproducten (zijde, parfum,
specerijen). Italiaanse kooplieden kochten deze van Arabieren in het Midden-
Oosten en verkochten hun hout ijzer en laken.
Laken was het belangrijkste Europese nijverheidsproduct voor de lange
afstandshandel. In Vlaanderen ontstond een grote lakennijverheid.
Lakenkooplieden importeerde wol uit Engeland en zetten er arbeiders voor aan
het werk. Omdat er veel soorten bewerkingen nodige was er veel arbeid nodig.
Zo werd Vlaanderen door de lakenindustrie samen met Gent, Ieper en Brugge
een van de meest verstedelijkte regio’s van Europa.
Bevaarbare waterwegen waren belangrijker dan in het Romeinse rijk, omdat de
oude Romeinse wegen slecht waren en er was geen overheid die wegen liet
bouwen. Steden, edelen en vorsten hieven tol bij bruggen, wegen en havens om
te verdienen aan het vervoer over de handelsroutes. Kooplieden uit verschillende
steden sloten zich aan bij hanzen. Deze handelsorganisaties huurden militairen
in om leden op handelsroutes te beschermen, maakten afspraken met vorsten en
kregen recht om geen tol te betalen. De grootste handelsorganisatie werd de
Duitse Hanze (steden in Noord-Europa en Nederland).
Munten werden weer het belangrijkste betaalmiddel, waarbij gouden en zilveren
munten uit Italië in heel Europa werden gebruikt. In Italië werden nieuwe
handels- en betaalmethoden verspreid:
- Er ontstond de compagnie, waarbij mensen geld staken in een
onderneming en gezamenlijke eigenaar werden. Sommige groeiden uit tot
handelshuizen, die handelaren in dienst hadden.
- Een andere vernieuwing was de wisselbrief voor handelaren die elkaar
vertrouwden. Hierin stond dat de koper geld schuldig was aan de verkoper
, en hoefden handelaren niet met veel geld te reizen, waarvan ze beroofd
konden worden.
- Er ontstonden de eerste banken, waarin handelaren geld gingen uitlenen
tegen rente.
- Bankiers bedachten het systeem van de giro, het overmaken van geld.
Handelaren konden een rekening openen, waarmee ze geld konden
overmaken. Dit systeem maakte net als de wisselbrief muntgeld
overbodig.
§2 De stedelijke burgerij
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid
van steden.
De eerste bewoners van steden beloofde elkaar steun en gingen met de heer
onderhandelen over voorrechten. Met die privileges of vrijheden werden ze
bevrijd van verplichtingen aan de heer (geen herendiensten, vrij om te trouwen).
Later gingen stedelingen onderhandelen over stadsrechten, zoals het recht
zichzelf te besturen met eigen wetten en het recht om stadsmuren te bouwen.
Steden moesten zichzelf verdedigen tegen plunderaars en vijandige steden.
Edelen en koningen versterkten de privileges en stadsrechten om invloed te
krijgen via een baljuw of schout (ambtenaar die namens hem rechtsprak. En
steden betaalden jaarlijks voor hun rechten. Steden werden machtig door
groeiende rijkdom en koningen en edelen werden afhankelijk van hun geld en
steun. Steden namen huursoldaten in dienst en rustten oorlogsvloten uit.
Alle burgers vielen onder het stadsrecht. Wie een jaar en een dag in een stad
woonde kon burgerrecht kopen. Burgers konden zo alleen door hun eigen
stedelijke rechtbanken worden berecht. Maar vrouwen, arbeiders, los werkvolken
en bedelaars hoorden niet bij de burgerij. Geestelijken vielen onder het kerkelijk
recht en joden konden ook geen burger worden. Hun werden gezien als
vreemdelingen en vielen onder het recht van de koning, die hem tegen betaling
beschermd (moesten leven in aparte wijken.
Rijke handelaren waren de baas in steden. Het stadsbestuur bestond uit leden
van enkele koopmanfamilies die de macht binnen de familie hield. Zij zaten in de
raad van schepenen, die vanuit het raadhuis de stad bestuurde, wetten en
regels vaststelde en rechtsprak.
Naast de kleine stadsraad was er een grote raad, die kon meepraten met
belangrijke besluiten: een vroedschap. Vanaf de 13e eeuw werden ook
burgemeesters benoemd, die de leiding hadden over het bestuur.
De stadsstaten hadden veel taken en bevoegdheden:
- Ze legde belastingen op.
- Ze lieten openbare bouwwerken maken zoals stadhuizen, handelshallen,
kanalen, grachten, bruggen en waterleidingen.
- Ze gingen over gevangenissen, stadsscholen en zorg voor wezen en
geesteszieken. Ziekenhuizen en armenzorg werden aan de kerk
overgelaten, maar door het stadsbestuur gecontroleerd.
- Burgers konden lid worden van de gewapende schutterijen, die de
veiligheid handhaafde.
Burgerrecht was nodig om lid te zijn van een gilde. Iedere ambacht had een
eigen stedelijke gilde en lidmaatschap was verplicht voor een zelfstandige
ambachtsman. Hierin werd de beroepsopleiding geregeld, maakte de producten
van goede kwaliteit, stelde prijzen vast en zorgden voor elkaar. In sommige
steden kregen gilden invloed in het stadsbestuur en kwamen ambachtslieden in
opstand tegen stadsbesturen die de kooplieden bevoordeelden.