2016/2017
Radboud University
Alyssa Vos
[DICTAAT
BESTUURS(PROCES)RECHT I]
Pre-master Nederlands Recht | Bachelor II
,Contents
College 1: Bestuursrecht en de Awb ........................................................................................................ 2
College 2: Deelnemers aan het bestuursrecht......................................................................................... 8
College 3: Belanghebbende ................................................................................................................... 14
College 4: Het bestuur, een gesloten verzameling van bevoegdheden ................................................ 20
College 5: Discretionaire bevoegdheden ............................................................................................... 26
College 6: Besluitbegrip I........................................................................................................................ 32
College 7: Besluitbegrip II....................................................................................................................... 39
College 8: Overheid en privaatrecht ...................................................................................................... 47
College 9: Algemene beginselen van behoorlijk bestuur I ..................................................................... 55
College 10: Algemene beginselen van behoorlijk bestuur II.................................................................. 63
College 11: Behoorlijk bestuur in Europees perspectief; EVRM en het bestuursrecht ......................... 69
College 12: Behoorlijk bestuur in Europees perspectief. EU-recht en het nationale bestuursrecht .... 76
College 13: Synthesecasus ..................................................................................................................... 82
Extra informatie: college 12 ................................................................................................................... 90
Collegedictaat bestuurs(proces)recht I 1 van 92
,College 1: Bestuursrecht en de Awb
Tussen algemene wet en centrale codificatie
Bestuursrecht is een vak dat maatschappelijk relevant is.
De algemene wet bestuursrecht niet vergelijken met een bestuursrechtelijk wetboek. Het enige dat
die wet is, is een algemene wet over algemene bestuursrechtelijke leerstukken. Naast deze wet zijn
er andere wetten die het bestuursrecht vormen. De Awb is dus een algemene wet die voor het
bestuursrecht relevant is. Dus geen codificatie van het bestuursrecht.
De Awb is een belangrijke bron van onder meer
Algemene begrippen
De Awb is in de eerste plaats de wet die ons in het bestuursrecht de algemene begrippen aangrijpt.
In het hele bestuursrecht kun je werken met de begrippen van de Awb. Denk aan de begrippen:
besluit, bestuursorgaan en belanghebbende. Andere wetten kunnen van de Awb afwijken, maar de
wetgever is er vanuit gegaan dat de Awb de algemene begrippen aangrijpt.
Definities van en bepalingen over de algemene leerstukken van het bestuursrecht
Daarbij vinden we in de Awb definities van en bepalingen over de algemene leerstukken van het
bestuursrecht. In het bestuursrecht is het belangrijk om te weten of een bestuursorgaan een besluit
mag nemen. Dit is een simpele en belangrijke vraag over bevoegdheid. De eerste reactie die een
jurist hierover moet geven is dat dit in belangrijke mate, zo niet helemaal af, van de vraag of de wet
het bestuursorgaan de bevoegdheid geeft om dat besluit te nemen. Met andere woorden: in het
bestuursrecht is het legaliteitbeginsel (wetmatigheid van bestuur) erg belangrijk. In de wet blijkt of
het bestuursorgaan de bevoegdheid heeft. Deze bevoegdheid kan worden overgedragen, dit noemt
men delegatie. Een bestuursbevoegdheid mag ook in naam van een ambtenaar worden uitgeoefend,
oftewel mandaat.
Codificaties en uitwerkingen van rechtsbeginselen
Ook vinden we in de Awb codificaties en uitwerkingen van rechtsbeginselen. Denk aan
zorgvuldigheidsbeginsel en behoorlijk bestuur.
Algemene regelingen voor bepaalde besluiten
Ten slotte zijn de algemene regelingen voor bepaalde besluiten in de Awb geregeld. Denk aan
handhavingsbesluiten. Op alle terreinen van het bestuursrecht moeten regels of
vergunningvoorschriften worden gehandhaafd. De wetgever heeft ervoor gekozen om de
handhaving grotendeels in de Awb te regelen.
Een Awb geeft een mooie centrale plek in het bestuursrechtelijk systeem waarbij je alle je zaken kunt
regelen, definities kunt geven, algemene regels kunt geven en kunt codificeren. Dit leidt tot eenheid
en systematiek. Ook erg belangrijk voor een stukje extra rechtszekerheid voor de burger.
Drone
Is een drone bestuursrechtelijk relevant? Is het wenselijk dat iedereen straks met drones gaat
rondvliegen? Bestuurlijk Nederland heeft zich deze vraag gesteld.
Collegedictaat bestuurs(proces)recht I 2 van 92
,Hoe zou je een drone bestuursrechtelijk gezien kunnen regelen?
- Eerste denkrichting is een serie algemene regels stellen waaraan drones aan moeten
voldoende, denk aan niet boven een bepaalde hoogte vliegen.
- Tweede denkrichting is een vergunningsstelsel in het leven roepen: het is verboden te
vliegen met een drone behoudens vergunning van een nader aan te wijzen bestuursorgaan.
Vervolgens moet afgevraagd worden wanneer een vergunning verleend mag worden. Een
vergunningsstelsel dient dan gekoppeld te worden aan bepaalde belangen. Dit is een
typische bestuursrechtelijke constructie: je hebt een vergunning nodig, je wijst een
bestuursorgaan aan dat bevoegd is om een vergunning te verlenen en vervolgens geef je in
de regels ook aan in welke gevallen en in kader van welke belangen een aanvraag kan
worden geweigerd. Denk aan veiligheid personen of verstoring openbare orde.
Vraag 1
De burgemeester van Haaksbergen weigert een evenementenvergunning voor een ‘drone-wedstrijd’
in verband met de veiligheid van het publiek. De weigering van de vergunning is een:
A. Beschikking
B. Besluit
C. Een met een besluit gelijkgestelde handeling
D. Een met het oog op bezwaar en beroep met een besluit gelijkgestelde handeling
Aan de hand van de Awb
Een vergunning is in het algemeen een beschikking. Een publiekrechtelijke rechtshandeling in een
concreet geval genomen door een beslissing van het bestuursorgaan. Het zit hem hier in de
weigering, is dit ook een beschikking? Dit is geregeld in art. 1:3 lid 2 en 3 Awb. Hierin zie je onder lid
2 een definitie van het begrip beschikking: “Onder beschikking wordt verstaan: een besluit dat niet
van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan.” Dus niet iedere
weigering van de beschikking is gelijkgesteld aan het nemen van de beschikking, maar alleen het
afwijzen van de aanvraag. Je kunt er van uitgaan dat als je te maken hebt met een vergunning en een
vergunning van een evenement, dat die is aangevraagd. Dus een organisator heeft een vergunning
aangevraagd en vervolgens wordt die geweigerd en is dus een afwijzing van de aanvraag en dus een
beschikking. Daarbij is in principe iedere beschikking ook een besluit, hier hebben we echter te
maken met een weigering waardoor dit nader bekeken dient te worden.
Zeker kan gezegd worden dat antwoord A klopt.
Vraag 2
De burgemeester van Haaksbergen is een bestuursorgaan omdat:
A. Hij openbaar gezag uitoefent
B. Hij een rechtspersoon ingesteld krachtens publiekrecht is
C. Hij orgaan is van de gemeente
D. Hij lid is van het college van burgemeester en wethouders
E. Hij in de Gemeentewet als bestuursorgaan is aangewezen
F. Geen alternatief is juist
Aan de hand van de Awb
In art. 1:1 Awb ziet men de definitie van een bestuursorgaan. In dit geval geldt art. 1:1 lid 1 sub a
Awb: “een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of”.
Antwoord C klopt. ‘Een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld’ is vervangen door de
‘gemeente’.
Collegedictaat bestuurs(proces)recht I 3 van 92
,Vraag 3
Het college van de gemeente Haaksbergen besluit het (aflopend) contract met de glazenwasser die
de ramen van het gemeentehuis reinigt niet te verlengen. De reden is dat de echtgenote van
wethouder Flipsen een schoonmaakbedrijfje heeft en bereid is om de ramen voor een substantieel
lager bedrag te wassen.
Welke stelling(en) is (zijn) juist:
A. Het gaat hier niet om een besluit zodat de Awb niet van toepassing is
B. Het college heeft geen bevoegdheid om dit te beslissen omdat alleen de gemeente
privaatrechtelijke overeenkomst kan aangaan of beëindigen.
C. Artikel 2:4 Awb is in casu van toepassing (verbod van vooringenomenheid)
D. Ik heb geen flauw idee waar dit allemaal over gaat…
Profielrechtelijke/rechtvaardigheidsgevoel bij deze casus is dat hier sprake is van vriendjespolitiek
(lichtelijk corruptief), namelijk opdracht geven aan het bedrijf van je echtgenote. Mag dit
bestuursrechtelijk gezien of zou hier bestuursrechtelijk gezien iets mis mee zijn? Bestuursrechtelijke
gezien zou hier sprake zijn van vooringenomenheid van art. 2:4 Abw en niet mag doen aan
belangenverstrengeling. Dus de Awb kent een belangrijke norm die moet voorkomen dat
bestuursorganen zich schuldig maken aan belangenverstrengeling. Is dit ook bij een
privaatrechtelijke handeling van toepassing? Dit is nu niet belangrijk, het gaat nu om de norm. Aan
het eind van het vak moet je kunnen analyseren of de norm al dan niet van toepassing is op deze
casus.
Geboorte van het moderne bestuursrecht
De geboorte van het moderne bestuursrecht bestaat uit de industriële revolutie en de Franse
revolutie.
Industeriële revolutie
De industeriële revolutie ontrok in Nederland in de 19e eeuw en is bepalend voor geweest voor het
hedendaagse bestuursrecht vanwege de inhoud van het bestuursrecht. Door de revolutie
ontstonden problemen die door de overheid moesten worden gereguleerd, denk aan spoorwegen,
kinderarbeid, sociale wetgeving, eenvoudige milieuwetgeving
Franse revolutie
De Franse revolutie heeft in essentie er toe geleidt dat de absolute vorst met bestuursmacht
verdween en dat daar voor in de plaats kwam een constructie waarbij het volk de macht heeft wat
bij wetmatigheid van bestuur gedacht wordt in termen van machtenscheiding, trias politica. Heel
simpel gezegt heeft de Franse Revolutie heel veel constitionele staatsrechtelijke denkbeelden
gebracht die ook relevant zijn voor het bestuursrecht. De Franse revolutie is bepalend geweest voor
het hedendaagse bestuursrecht vanwege de contitutionele kaders van het bestuursrecht,
wetmatigheid van bestuur, machtenscheiding, democratie.
Het bestuursrecht als rechtsgebied
- Een jong of een oud rechtsgebied: enig historie. In de literatuur schrijft men dat het
bestuursrecht het jongste rechtgebied is, dit doordat het in de 20e eeuw in ontwikkeling is
gekomen. Het heeft echter veel oudere wortels. Zodra er in welke samenleving dan ook een
zekere statelijke organistatie is, zul je ook regels van het bestuursrecht aantreffen.
- Het ontstaan van het hedendaagse bestuursrecht. Dus twee revoluties als opmaat, namelijk
de industriële revolutie en Franse revolutie.
Collegedictaat bestuurs(proces)recht I 4 van 92
, - De toekomst van het bestuursrecht. Op de eerste plaats moet men weten dat het
bestuursrecht een dynamisch rechtsgebied is. Het bestuursrecht verandert ontzettend snel.
o Dit komt doordat het politiek gevoelig is en sterk reageert op maatschappelijke
ontwikkelingen, sturing, beïnvloeding.
o Het nationale bestuursrecht ondervindt steeds meer invloeden vanuit het Europese
recht. Dit zijn twee soorten Europees recht: het recht van de Europese Unie (denk
aan de financiële crisis en het milieurecht) en het EVRM verdrag (denk aan de
Sinterklaasuitspraak waarbij de vraag was of bij de intocht in Amsterdam een
evenementenvergunning mag worden verleend, de juridische vraag ging om het
karakter van Zwarte Piet).
Verhouding tot andere rechtsgebieden
- Staatsrecht en bestuursrecht: geen specifieke benadering, een noodzakelijke relatie (bekend
leerstuk is het legaliteitsbeginsel).
- Bestuursrecht en burgerlijkrecht: overheidsprivaatrecht. Mag de overheid gebruik maken
van het privaatrecht als zij het algemeen belang wil behartigen. Dit mag, daarbij is zij
verbonden aan de beginselen van behoorlijk bestuur, dit op basis van de wet en
jurisprudentie. Dit is ver strekkend.
- Bestuursrecht en strafrecht: bestuursstrafrecht. Belangrijkste: bestuurlijke boete. Enerzijds
besluit in bestuursrechtelijk zin, maar tevens ook een sanctie met bestraffende kenmerken.
Eigenlijk een soort strafrechtelijke boete die in het bestuursrecht is geregeld. Daarmee is het
opleggen van de boete in strafrechtelijke zin geen exclusieve gelegenheid meer van het
strafrecht. Dit heeft consequenties voor o.a. de normering (ook als het bestuur straffend
handelt zijn er fundamentele rechten op van toepassen, denk aan ne bis idem).
- Bestuursrecht en Europees en internationaal recht: Europees bestuursrecht heeft steeds
meer van invloed op het nationaal bestuursrecht.
Kenmerken van het bestuursrecht
Wat nog buitenbeschouwing is, is de bestuursrechtelijke bescherming.
- Het belang van de wet en het begrip bestuursbevoegdheid (mag het en tot hoever)
o Legaliteit beginsel: is er bevoegdheid, kan een bestuursorgaan ergens in de wet een
bevoegdheid aanwijzen op basis waarvan het bestuursorgaan mag handelen.
o Specialiteitsbeginsel: met het oog op welke belangen mag de bevoegdheid worden
uitgeoefend, welke belangen heeft de wetgever beoogt met deze bevoegdheid. Dit is
het hart van het hele bestuursrecht, essentie van de Franse revolutie.
- Rechtsbetrekking: in het hedendaagse bestuursrecht staat buiten iedere discussie dat de
relatie die de burger heeft met zijn bestuur een volledige rechtsbetrekking is. Die
rechtsbetrekking heeft consequenties voor de burger en het bestuur. Beide zijn in een
onderling contact volledig aan rechtsregels en rechtsbeginselen onderworpen. In het
bestuursrecht overheerst het besluitmodel: in het bestuursrecht is het nemen van besluiten
en het tot stand komen van besluiten of het intrekking van besluiten/beschikkingen
kenmerkend. Ook kan de wet relevant zijn voor het feitelijk handelen van bestuur van
privaatrechtelijk handelen. Het nemen van besluiten is een kernactiviteit van ons bestuur. Er
is dus een rechtsbetrekking. Dit betekent dat het bestuursorgaan vaak als laatste aan de
touwtjes kan trekken, eenzijdige rechtshandeling. Het beeld van een wederkerige
rechtshandeling verdoezeld namelijk omdat een bestuursorgaan eenzijdig de knoop kan
doorhakken. Kortom twee punten:
o Het dominante besluitmodel
o De ongelijkwaardige relatie tussen bestuur en burger
Collegedictaat bestuurs(proces)recht I 5 van 92