Samenvatting Aantekeningen pedagogiek-jaar 2-semester 2-FRESH Gezinsbegeleiding

Wat betekend taakverantwoordelijkheid?

Antwoord: afspraken die binnen een organisatie gemaakt zijn. Bv dat je als stagiaire je eigen casussen hebt en deze cliënten wekelijks spreekt.

Wat betekend deugdverantwoordelijkheid?

Antwoord: gebaseerd op normen en waarden, de morele plicht die je hebt.

Wat is een waarde?

Antwoord: Iets wat belangrijk gevonden wordt

Wat is een norm?

Antwoord: Een regel die hoort bij de waarde

Wat is een deugd?

Antwoord: Het handelen volgens normen en waarden

Wat is ethiek?

Antwoord: De leer wat gaat over goed en kwaad

Wat is een paradigma?

Antwoord: Denken over een bepaald aspect van de samenleving. Manier van kijken naar een kwestie die nu algemeen is, een andere manier van kijken is lastig, het paradigma vormt onze blik.

Wat is dwang binnen wettelijke kader

Antwoord: Formele dwang

Wat is dwang buiten wettelijke kaders

Antwoord: Informele dwang

Mensen willen niet dat gezien wordt dat zij niet volgens de normen en waarden van hun gemeenschap handelen. Als ze dit dan toch niet doen dan volgt er een gevoel van....

Antwoord: schaamte

Alliantie

Antwoord: Bij \'Alliantie\' gaat het om een professionele samenwerkingsrelatie, waarin sprake is van: Een emotionele band: \'de klik\' Overeenstemming over het samenwerkingsdoel en de aanpak om dat doel te bereiken

Orde-op-zaken-model

Antwoord: Kwetsbare gezinnen met één of meerdere risicofactoren die buitengesloten kunnen raken en in problemen dreigen te komen, hebben vooral een aanpak nodig waarbij hen geleerd wordt om toegang te krijgen tot voorzieningen. Hierbij moet coördinatie van de voorzieningen en instellingen voorhanden zijn.

Vinger-aan-de-pols-model

Antwoord: Bij gezinnen die geen expliciete hulpvraag hebben en daardoor geen actieve bemoeienis van de hulpverlening willen, kan worden gekozen voor een casemanager die regelmatig langskomt om te kijken of een ‘latent’ probleem zich inmiddels heeft ontwikkeld tot een reëel probleem waarop hulp aangeboden kan worden. De aard van de problematiek bepaalt vervolgens welke organisatie een gezinscoach levert.

Stut-en-steun-model

Antwoord: Gezinnen waarin sprake is van een chronische, hardnekkige en problematische situatie, waardoor men moeite heeft met het organiseren van het dagelijks leven, hebben langdurige en intensieve begeleiding nodig.

Direct (gedwongen) hulpaanbod

Antwoord: Voor gezinnen met een duidelijke, urgente problematiek is een hulpverleningsaanbod op al dan niet vrijwillige basis noodzakelijk. De urgentie van het probleem bepaalt waar de zorgcoördinatie komt te liggen.

Refresh-model

Antwoord: Multiprobleemgezinnen waarbij de bestaande hulpverlening is afgesloten, maar waarbij het nuttig en noodzakelijk is om gedurende een bepaalde periode regelmatig langs te gaan om te zien of alles nog goed gaat, moeten nazorg geboden krijgen door de hulpverlener die verantwoordelijk was gedurende het hulpverleningstraject.

complementair

Antwoord: Persoon 1: ‘Na u.’ Persoon 2: ‘Dank u.’

symmetrisch

Antwoord: Persoon 1: ‘Na u.’ Persoon 2: ‘Na u.’ Persoon 1: ‘Nee hoor, na u.\'

gespleten loyaliteit

Antwoord: Als een kind in een driehoek terechtkomt waarin het niet gelijktijdig loyaal kan of mag zijn aan zijn moeder én vader, is er sprake van gespleten loyaliteit

Delegaat

Antwoord: Doorgeven van het nageslacht ouder kon geen profvoetballer worden dus jij moet dat nu waarmaken