100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
samenvatting criminologische psychologie 2023 €9,19   In winkelwagen

Samenvatting

samenvatting criminologische psychologie 2023

2 beoordelingen
 249 keer bekeken  14 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Dit document bevat zowel de slides als notities van elke les van dit vak. Dit is dus een volledige samenvatting van het vak criminologische psychologie. Op het einde van het document staat de uitleg voor het examen en enkele voorbeeldvragen.

Voorbeeld 8 van de 113  pagina's

  • 4 juni 2023
  • 113
  • 2022/2023
  • Samenvatting

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: aliciareniers • 5 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: kobeholemans21 • 7 maanden geleden

avatar-seller
DE OORSPRONG EN DE GESCHIEDENIS VAN VOOR DE CRIMINOLOGIE RELEVANTE
PSYCHOLOGISCHE DISCIPLINES

ENKELE BELANGRIJKE GRONDLEGGERS

WILLIAM STERN

- Belangrijke grondlegger
- Kunnen fouten in strafrecht
- Toepassing psychologie in recht
- Uitvinder mok crimes  Misdrijven tot stand laten komen in de les en dan vragen
aan studenten om te beschrijven  alle verklaringen anders  waarnemingen
anders  belangrijk voor info van getuigen
- VS

HUGO MÜNSTERBERG

- Psychologie toegepast in recht
- Grondlegger
- Opgebouwd werk van william maar niet erkend
- Heeft ook grote impact gehad
- Kritisch vanuit psychologische bril van hoe juristen besluiten delen
- Psychologie tegen recht (want heel kritisch)  ook niet gunstig als je wilt dat deze
psychologische denkbeelden gebruikt worden in het recht  daardoor is het niet
zo vlot verlopen (voor in het recht)
- VS

FRANS VON LISZT

- Grondlegger
- Bedenker geïntegreerde strafrechtwetenschap  mag criminologie niet puur
empirisch zien  band houden met andere disciplines (bv: recht)




HANS GROSS

- Grondlegger
- Founding father psychologie in recht
- EU
- Strafrechtjurist & criminoloog
- Boek: kriminalpsychologie  oorzaken crimineel gedrag
- Brede visie op toepassing psychologie
- Psychische mechanisme  hoe tot bepaalde oordelen komen
- Impact op verklaringen gedachten en verklaringen getuigen




GUSTAV ASSCHAFFENBURG

, - Psycholoog
- Grondlegger
- Invloedrijk

KAUFMANN & WUFFEN

- Minder invloedrijk & belangrijk
- Voortgebouwd op oorzaken
- Waarom cr
- Hoe moeten we er mee omgaan in strafrechtprocedure

DE LEUVENSE TRADITIE

LOUIS BRAFFORT

- Deed niet psychologisch onderzoek in recht
- Allereerste voorzitter school criminologie in Leuven (in het Frans)
- Jurist
- Stond België bij in WO1  heel betrokken als academicus  wou niet vluchten
- Sinds hem is er aandacht voor psychologie binnen criminologie
- WO2: blijven vechten voor opleiding  tijdens oorlog dood omdat hij niet is gevlucht
(10 dagen voor bevrijding)  passie heeft zijn leven gekost
- Individuele oorzaken

ETIENNE DEGREEF

- Opvolger braffort
- Meer psychologische achtergrond
- Arts (geneeskunde)
- gaf vak psychologie in deze opleiding
- waarom mensen overgaan tot criminaliteit
- ontwikkelingspsychologie
- verklaringen passionele moorden
- individuele oorzaken

RENÉ DELLAERT

- arts & psychiater & opvoedkundige
- invalshoeken cr
- benaderde klinisch (bv: statistisch voorspellen) zijn invalshoek voor verklaringen
oorzaken cr
- niet individuele maar meer globaal  ook omgevingsfactoren

STEVEN DE BATSELIER

- vooral actief als prof in jaren 70
- Toen ook opkomst kritische criminologie  dus niet klinisch
- Meer kijken naar achterliggende, beschrijvend, begrijpen, omgevingsfactoren
- Hoe mensen in leven staan verklaren vanuit de omgeving
- Hoe wij met deze mensen omgaan (labelen)
- Mensen

JOHAN GOETHALS

, - Wat elementen met mensen doen
- Bv: wat doet lange gevangenisstraf met gedetineerde
- Bv: wat laat mensen onveilig voelen




VERSCHILLENDE VORMEN BINNEN DE CRIMINOLOGIE TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE

Geen eenduidigheid over psychologie in het recht  want verschillende deeldomeinen

FORENSISCHE PSYCHOLOGIE

- Breed & eng
- Alle vormen psychologie die toegepast worden in juridische context (breed)
- Alle vormen psychologie die toegepast worden in juridische context, maar een subelement hiervan 
vooral individuele  risico index  oog op straffen  ‘kans recidive’ (eng)

RECHTSPSYCHOLOGIE

- Invalshoek anders
- Wisselwerking psychologie & recht  focus op actoren in strafrecht  besluiten & bewijs 
toegepast in STRAFprocedures (is meestal waar, maar soms ook bv burgerlijke zaken en niet
strafrecht)
- Waarom vooral focus op strafrecht? Geschiedenis psychologie  focus  staat veel op het spel 
individuele rechten & vrijheden  schuld of onschuld  staat veel op et spel (vooral voor
slachtoffers)  daarom heel belangrijk hoe bewijsgaring enz word gedaan  hoe gaat politie aan
bewijs komen, hoe maakt rechter beslissing…
- Niet zozeer klinisch onderzoek

POLICE PSYCHOLOGIE

- Specifiek waarbij psychologische inzichten worden gebruikt bij selectie en training politiemensen
- bv juiste beslissingen leren nemen, omgaan met hun bevoegdheid, gaan ze boete uitdelen of niet
- weinig discussie over

INVESTIGATIVE PSYCHOLOGY

- complexer
- tussen domeinen in
- grootste stuk inzetten psychologie voor opsporing misdrijven en daders (bv: daderprofilering = aan de
hand van misdrijf kijken wie dader kan zijn  banden tussen misdrijven  liefst concreet: man/
vrouw, leeftijdscategorie)
- mogelijk nuttige bijdrage hoe politie onderzoek doet

CORRECTIONAL PSYCHOLOGY

- gefocust toepassing psychologie in correctionele setting  concrete gevangeniswezen
- wat doet gevangenisstraf met beleving & welzijn gedetineerde
- hoe specifieke inschattingen voor rehabilitatie voor mensen die bijna vrijkomen

CRIMINOLOGISCHE PSYCHOLOGIE

,HET ONDERSCHEID EN DE RAAKVLAKKEN TUSSEN DE VERSCHILLENDE DISCIPLINES

-
-




A) OVERLAPPING CRIMINOLOGISCHE PSYCHOLOGIE EN FORENSISCHE PSYCHOLOGIE

- op wie richten ze zich (slachtoffes, daders, rechters…)
- op welk niveau (individuele dader, specifieke zaak)
- methode die ze gebruiken voor onderzoek
- focus dader (zeker dat die misdrijf heeft gepleegd) en verdachte (niet zeker dat die misdrijf heeft
gepleegd)
- focus strafrechtelijke procedures  elke van deze domeinen gedrag daders en verdachte bestudeert
in contect



B) OVERLAPPING FORENSISHCE EN RECHTPSYCHOLOGIE

- ook slachtoffers  maar ook niet beperkt tot strafrechtelijke context
- Criminologische psychologie meer verzamelpsychologie maar vooral focus op daders en niet op
slachtoffers



C) OVERLAPPING CRIMINOLOGISCHE PSYCHOLOGIE EN RECHTPSYCHOLOGIE

- Focus in onderzoek vaak op groepsniveau in forensissche psychologie (breed)
- In de enge betekenis van forensische psychologie: vaak kennis psychologie wordt toegepast op
individuele gevallen (onderscheid zich van rechtspsychologie)



D) OVERLAPPING POLICE PSYCHOLOGY EN RECHTSSPYSCHOLOGIE

- Hoe gaan ze om met slachtoffer getuigen
- Hoofd van de politie ambtenaren



A & C: INVESTIGATIVE PSYCHOLOGY

- Synoniem van daderprofilering  hoe psychologische inzichten kunnen bijbrengen aan opsporen en
profileren daders
- Inzichten uit criminologische psychologie nodig  nodig om dat te kunnen benutten en deze inzichten
te gebruiken vanuit opsporingsinstellingen daders op te sporen

, - Kennis criminologische en forensische psychologie  voor rehabilitatie van daders




CRIMINOLOGISCHE PSYCHOLOGIE: WHAT’S IN A NAME?

geen haarscherp afgelijnde discipline

raakvlakken en overlap met aanverwante disciplines

geen eenduidigheid maar wel enkele algemene delers

- Focus op plegers en verdachten van crimineel gedrag
- Verklaringen voor het plegen van crimineel gedrag
- Hoe met plegers en verdachten moet worden omgegaan in strafrechtspleging




CRIMINEEL GEDRAG

HOOFDVRAGEN CRIMINOLOGISCHE PSYCHOLOGIE

Welke factoren bij tot crimineel gedrag?

Waarom verschillen tussen mensen ovv crimineel gedrag?

Hoe kunnen we cr gedrag verminderen?

- Focus dader

Vanuit psychologisch perspectief = focus op individu

Maar eerst: wat verstaan we onder crimineel gedrag en criminelen?

- Bv pen ‘stelen’ op werk  crimineel?
- Drinken onder 16  crimineel?
- Pas crimineel vanaf veroordeeld  maar seriemoordenaars die niet gedetecteerd worden niet
crimineel?
- Niet evident om te benaderen

CRIMINEEL GEDRAG DEFINITIE

- Tegen normen maatschappij: gestraft door strafrect, omgeving
- Gedrag dat schade berokkent
- Kijken vanuit strafrecht: probleem: niet statisch  bv drugs, prostitutie, homoseksualiteit  ooit
allemaal strafbaar (nog steeds op bepaalde plaatsen)
- Crimineel gedrag  kijken naar gevolgen omgeving
- Intentionele andelingen die schade berokken aan andere en die veroordeelt worden door de
omgeving en of wordt strafbaar gesteld
- Deze laatste is wel goede richting om onderzoek naar te voeren  hoe kunnen we antisociaal
probleemgedrag en crimineel gedrag gaan meten

METEN VAN CRIMINEEL GEDRAG

,CRIMINEEL GEDRAG: WAT METEN?

- Welke feiten worden gepleegd, nieuwe types criminaliteit (fishing)
- Kans recidive
- Desistance cijfers  jongeren die feiten plegen, bepaalde groep jongeren die plotseling stopt,
natuurlijk verloop binnen adolescentie van criminaliteit bij jongeren  interessant: welke factoren
zorgen ervoor dat crimineel gedrag uitdooft  succes rate daarvan
- Vooral geïnteresseerd: factoren die lijden tot recidive  variabelen waar we geïnteresseerd in zijn

WAAROM WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK?

- Theorieën & hypothesen op te bouwen  hypothesen toetsen of ze juist zijn en zo theorie
opbouwen
- Praktijkgericht: mythes ontkrachten  bv: man in de bosjes (voor seksuele misdrijven), maar in
realiteit vaker door bekende (familie, partner, ex-partner)
- Beleid: vaak ingezet door emoties (bv: belangrijke zaak: Julie van espen)  vanuit politiek roeping om
repressiever te zijn & strenger straffen  maar heeft geen positief effect op recidivecijfer  zorgt
alleen voor groter herval
- Isolement & eenzaamheid risicofactor voor recidive  alles publiek: zo niet terug in samenleving
- Interventies waarbij jongeren die net in contact zijn gekomen met politie: mee naar gevangenis en
praten met gedetineerde: zo afschrikken  volgens studies die juist omgekeerde effect zien  meer
kans op recidive
- Belangrijk kijken naar wetenschappelijke basis

WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK: HOE?

- Verschillende bronnen en methodes
- Officiële cijfers, makkelijk voorhanden  makkelijk hierover onderzoek uitvoeren
- Beperkingen: dark number
- Andere problemen officiele cijfers: trends in statistieken kan meerdere oorzaken hebben
- Bv: toename in fishing  is het omdat het wel degelijk meer gebeurt of omdat het meer onderzocht
wordt door de politie

OPLOSSING DARK NUMBER

1. SLACHTOFFERENQUÊTES

- Probleem: geen kinderen, fraude/ economische misdrijven worden niet gerapporteerd want persoon
geen rechtstreeks slachtoffer, geheugen persoon, vragenlijst waarheidsgetrouw invullen
- Veiligheidsmonitor

2. ZELFRAPPORTAGES

- Meer info
- Bv: uitschieters
- Probleem: Hoe betrouwbaar zijn deze gegevens: sociaal wenselijk/stoer antwoorden
- Jop monitor (jeugd: 12-30)




CASUS JOHN DOE

- 17 jaar

, - Buskot kapot gemaakt (vandalisme)
- Politie pakt hem op, heeft al beetje licht verleden (slechte punten, paar kleine dingetjes, wel goed in
sport) + verwaarlozing thuis
- Magistraat ziet verwaarlozing ook wel bij andere jeugddelinquenten
- Is er link? Onderzoeken  hoe?

KWANTITATIEF ONDERZOEK

- Duidelijke hypotese of onderzoeksvraag
- Is verwaarloosde opvoedingsstijl gelinkt aan later gedelinqueerd gedrag?
- Vragenlijst is meest voorkomende (online/ ofline, zelfrapportage/ derden)  beschrijvend en
correlationeel onderzoek
- Hoogste vorm van bewijs  maar laatste jaren meer voorzichtig in
- Voordelen: objectiever dan kwalitatief + meer generaliseren naar bredere populatie + helpt voor
verborgen verbanden
- Nadelen: we weten onderliggende informatie niet  waarom is dat zo
- Afhankelijke (dat je gaat meten) & onafhankelijke variabele (waar je geïnteresseerd bent  bv:
opvoedingsstijl)

INFORMATIEBAYES = onderzoekers doen onderzoeken en er komt geen interessante verbanden uit 
wordt niet gepubliceerd (enkel positief en spannende resultaten)

SOORTEN VERBANDEN

CORRELATIE:

- samenhang 2 variabele (positief of negatief)
- Positief: wanneer ene stijgt, stijgt andere ook
- Negatief: wanneer ene stijgt, daalt andere ook
- Bv: hoe meer ijsjes verkocht worden, hoe meer verdrinkingen

CAUSATIE:

- oorzaak-gevolg verbanden
- Ligt bepaalde variabele aan de basis van een uitkomst
- Bv: ligt verwaarloosde opvoedingsstijl aan later delinquenten
- Vooral onderzoek naar correlatie want causatie te moeilijk om vast te stellen

KWANTITATIEF ONDERZOEK

1: VRAGENLIJST VOOR CORRELATIONEEL ONDERZOEK

- Zelfrapportage of ingevuld door derden
- Online vs. offline
- Voor beschrijvend en correlationeel onderzoek
- Cross-sectioneel: onderzoek naar verbanden tussen variabelen
- Longitudinaal: onderzoek naar voorspellende factoren  indicatie naar voorspellende factoren + data
van 1 steekproef over tijd vergelijken (weken tot decennia)
- Opgenomen in 2 of meerdere momenten
- Vragenlijsten
- Sommige ook veel langer: bv: vanaf geboorte: om de 2 jaar zelfde vragenlijst  kunnen zo vergelijken
- Enorme groepen worden ondervraagt: 800-1000 mensen

, - Zo kan je bv zien dat de verwaarloosde opvoedingsstijl prediktor is
- Niet zeggen oorzaak-gevolg  maar wel dat het invloed heeft of niet

VOORDELEN

- Veel data in korte tijd
- Breed bereik

BEPERKINGEN

- Geen oorzakelijke verbanden

VOORBEELDVRAGEN:

- “Hoeveel jongeren hebben een verwaarlozende opvoedingsstijl ervaren in de kindertijd?”
- “Is een verwaarlozende opvoedingsstijl van ouders gelinkt aan delinquent gedrag bij jongeren?”



2: EXPERIMENT OPSTELLEN

- Controle groep & experimentele groep
- Controle groep: wordt opgevolgd maar gebeurt niet veel mee, gezonde opvoedingsstijl (theoretisch:
peuters worden toegewezen aan ouders met goede opvoedingsstijl)
- Experimentele groep: word interventie (theoretisch: peuters worden toegewezen aan ouders met
verwaarloosbare opvoedingsstijl)
- Na 15 jaar kijken naar de verschillen tussen 2 groepen
- Maar onethisch om dit in realiteit te doen = vaak het probleem bij dit soort onderzoeken
- Heel goed nadenken of het experiment ethisch is of niet en hierover debat voeren
- Quasi-experimenteel opzet  maar al automatisch in groepen verdeeld vanwege hun eigenschappen
- Ook al is experiment meest zuivere opzet om onderzoek te doen  bijna onmogelijk
- Hypothese toetsen door manipulatie van (onafhankelijke) variabelen
- Effect van de manipulatie op de afhankelijke variabele(n) meten
- Lastig om alle potentiële (confounding) variabelen onder controle te hebben

VOORBEELDVRAAG

“Zorgt een verwaarlozende opvoedingsstijl van ouders voor meer delinquent gedrag bij kinderen?”

VOORBEELD




3: META-ANALYSE

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rechtencrimi200. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,19. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 76669 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€9,19  14x  verkocht
  • (2)
  Kopen