100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Ontwikkelingspsychologie - Ontwikkelingspsychologie €5,83   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Ontwikkelingspsychologie - Ontwikkelingspsychologie

 3 keer bekeken  0 keer verkocht

Complete samenvatting voor het tentamen van ontwikkelingspsychologie. (PABO-jaar 1)

Voorbeeld 4 van de 35  pagina's

  • Ja
  • 9 juni 2023
  • 35
  • 2022/2023
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (28)
avatar-seller
lkars1998
Samenvatting ontwikkelingspsychologie

Hoofdstuk 1: Het terrein van de ontwikkelingspsychologie

 Psychologie: Het menselijk gedrag beschrijven en verklaren
 Bio psychologie: Nadruk op lichamelijke en biologische processen.
 Sociale psychologie: Richt zich op de mens als groepslid
 Klinische psychologie: Kijkt naar afwijkend gedrag
 Ontwikkelingspsychologie: Blikt terug  begrijpen wie ik ben en waarom ik dingen doe zoals ik
ze doe.

1.1 Een definitie van ontwikkeling

Ontwikkelen:
 Het doorlopen van een reeks toestanden  Verandering en vooruitgang (progressie) zijn
essentieel.
 Rijping  Van klein naar groot (Groei)
 Van eenvoudig naar complex (Differentiatie)

Ontwikkeling wordt opgevat als een reeks progressieve veranderingen die tot hogere niveaus van
differentiatie en functioneren leiden.

Leren: verwerven van kennis en vaardigheden op basis van ervaring.

1.2 Kinder- en jeugdjaren: een afbakening

Tijd: Een belangrijk element van de ontwikkelingspsychologie.  Ordening  chronologische volgorde.

Ontwikkelperiode:
1. Babyperiode 0-12 maanden
2. Peuterperiode  1-4 jaar
3. Kleuterperiode  4-6 jaar
4. Schoolperiode  6-12
5. Adolescentie  12-18 jaar

Kinderjaren: 0-12 jaar
Jeugdjaren: 12-18 jaar

Babyperiode:
 Zolang het kind nog niet loopt
 Groei en ontwikkelingstempo is hoog  vooral op motorisch gebied
 Eerste gehechtheidsrelaties  persoonlijkheidsontwikkeling

Peuterperiode:
 Ondernemend en zelfbewust
 Nieuwe vaardigheden  taalontwikkeling  toenemende sociale en communicatieve
vaardigheden
 Egocentrisme  denken en handelen vanuit eigen belevingswereld

,Kleuterperiode:
 Meer op andere kinderen gericht (dan een peuter)
 Rijke fantasie
Schoolperiode:
 Cognitieve ontwikkeling neemt een belangrijke plaats in. (Basisschool periode)
Adolescentie:
 Ontwikkeling van identiteit en seksualiteit

1.3 Ontwikkelingspsychologie in historisch perspectief

Wetenschappers uit het verleden die zich voor kinderen gingen interesseren:
1. De verlichte filosofen: Locke en Rousseau (18e eeuw)
2. Het eerste onderzoek naar kinderen: Darwin (19e eeuw)

Twee verlichte filosofen:
Locke:
 Tabula Rasa principe  voorloper behaviorisme
 Elk kind komt ter wereld als een ongeschreven blad.
 Opgedane ervaringen bepalend voor verdere levensloop

Rousseau:
 Geloofde in de aangeboren natuurlijke goedheid van de mens.
 Zag het kind als actief en onderzoekend wezen.

Het eerste onderzoek naar kinderen
 Darwin observeerde zijn eigen zoon de eerste 3 levensjaren
 Niet systematisch
 Subjectief
 Start van observatietechnieken  voorbeeld werd vervolgd en verbeterd.

1.4 Verklarend onderzoek
De eerste onderzoekers observeerden, schreven hun waarnemingen op en voegden daar interpretaties
aan toe. De ontwikkelingspsychologie was daarmee voornamelijk beschrijvend.
Om onderzoek wetenschappelijk te kunnen noemen moet het aan bepaalde eisen voldoen, zoals het
streven naar waarheid, objectiviteit en rationaliteit. Wetenschappers maken vaak gebruik van
experimenten om aan te tonen dat hun theorie klopt. Het gaat daarbij om het aantonen van een
samenhang tussen twee factoren (een correlatie) waarbij de ene factor oorzaak is en de ander gevolg.

, 1.5 Meten in de gedragswetenschappen

Om een eigenschap te meten moet deze geoperationaliseerd worden.

Geoperationaliseerd: De meting van een eigenschap moet betrouwbaar en valide zijn.
Betrouwbaar: De meting moet, ongeacht het tijdstip en de persoon die de meting verricht, steeds
hetzelfde resultaat oplevert.
Valide: Het meetinstrument ook daadwerkelijk meet wat het moet meten.

Instrumenten om gegevens over kinderen te verzamelen zijn: observatie, interviews en vragenlijsten.

Observatie:
 Is vooral bij kleine kinderen van belang
 Zo onopvallend mogelijk, soms door video-opnames
 Gebonden aan strikte privacyregels
 In een natuurlijke omgeving
 Als laboratoriumexperiment
Interviews en vragenlijsten:
 Open interviews: De vragen worden deels geleid door het gegeven antwoord.  Verkenning
onderwerp.
 Gesloten/ gestructureerde interviews: Een vaste reeks vragen die in dezelfde volgorde gesteld
worden. Nadelen hiervan zijn: het kind moet voldoende taalvaardigheid hebben, het kind kan
onder druk komen te staan doordat het denkt dat maar één antwoord het juiste is, de
antwoorden zijn niet altijd objectief.

Om de ontwikkeling van kinderen te meten gebruikt men verschillende onderzoeksmethoden:
Dwarsdoorsnede-onderzoek: Vergelijkt de meetresultaten van groepenkinderen van verschillende
leeftijden op een specifiek moment.
 Voordeel: Kostenbesparend
 Nadeel:
 Er kan niets worden gezegd over de individuele ontwikkeling.
 Een verschil tussen leeftijdsgroepen kan worden aangezien voor een ontwikkelingseffect
terwijl het om een generatieverschil gaat. Dit noemen we het cohorteffect. Een cohort is een
groep mensen met hetzelfde geboortejaar. Een cohorteffect is de invloed die specifieke,
tijdgebonden maatschappelijke gebeurtenissen op een cohort kunnen hebben.

Longitudinaal onderzoek: Het meten van gedrag van kinderen op een bepaald tijdstip dat na verloop van
tijd herhaald wordt.
 Voordelen: Individuele ontwikkeling kunnen worden gemeten en generatie-effecten blijven uit.
 Nadelen:
 Kostbaar
 Tijdrovend
 De relevantie van het onderzoek en de belangstelling voor het onderwerpraken achterhaald
 Groot risico uitval proefpersonen in de loop van de jaren.

, Hoofdstuk 2: Ontwikkelingspsychologische theorieën

2.1 aanleg of omgeving

Ontwikkelingspsychologen houden zich intensief bezig met de vraag of gedrag en ontwikkeling bepaald
worden door aangeboren factoren (aanleg) of door ervaringsfactoren (omgeving). In het Engels wordt dit
het verschil tussen ‘nature’ (aanleg) en ‘nurture’ (omgeving) genoemd.

Of een van de twee belangrijker voor de menselijke ontwikkeling is blijft een punt van discussie. Dit lijkt
met de tijdgeest samen te hangen.

Nativisten: Aanhangers van de nature-kant.

 Freud en Piaget
 Zien ontwikkeling als een proces dat sprongsgewijs verloopt.
 Beschrijven de ontwikkelingen van kind tot volwassenen in leeftijdsfasen (stadia)
 Ontwikkeling is een universeel proces (voor iedereen gelijk)
 Belang aan algemene biologische processen

Omgevingspsychologen: Aanhangers van de nurture-kant.

 Behaviorisme en sociale leertheorie
 Het zijn geen echte ontwikkelingstheorieën omdat deze processen bij kinderen niet anders
verlopen dan bij volwassenen.
 Maakt geen onderscheidt in leeftijdsfasen
 Continu proces dat onder invloed van verschillende omgevingsinvloeden tot individuele
verschillen leidt.


2.2 De psychoseksuele ontwikkelingstheorie van Sigmund Freud (1856-1939)

Freud presenteerde aan het eind van de 19e eeuw zijn psychoseksuele ontwikkelingstheorie. Erg
gedurfd in deze tijd. Hij is de eerste geweest die de verschillende ontwikkelingsfasen van kind en jongeren
heeft onderscheid.
Freud onderscheidde drie aspecten van de
menselijke geest: het Es, het Ich en het Über-ich:


 Es: Heeft als enig doel bevrediging van
(goeddeels seksuele) driften.
 Ich: Ook wel het ‘ego’ genoemd, wil de
driften beteugelen. Het
vertegenwoordigt het realistische
element in de persoonlijkheid en buigt
de driften om naar acceptabel gedrag.
 Über-ich: ook wel het ‘super-ego’
genoemd, vertegenwoordigt onze
innerlijke rechter, de morele standaard
of het geweten.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lkars1998. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,83. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72042 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,83
  • (0)
  Kopen