Samenvatting: Media en Maatschappij Theorie, 1e jaar. Door: Iris Huijkman 2017
WEEK 1 “Mediatheorie 1,2, 3 en fases”
LES1 (VAN WIJK H13, DE BOER & BRENNECKE H1.4)
Wetenschappers doen onderzoek naar theorieën, hbo-mediaprofessionals gebruiken deze theorieën.
Mediatheorieën verklaren de effecten van de media op individu en samenleving.
Fundamenteel onderzoek: stelt hypothese, weten om te weten
Praktijkgericht onderzoek: stelt hypothese, weten om te doen
Zo’n onderzoek is controleerbaar (er zijn bewijzen), herhaalbaar (geeft steeds hetzelfde resultaat)
generaliseerbaar (is op meerdere gebieden getest, niet op 3 mensen die de gehele bevolking zouden moeten
vertegenwoordigen) en betrouwbaar (juiste uitkomst).
LES 2 (VAN WIJK H14 & H15)
5 fasen en tijdperken
1. almachtige media (vanaf ca. 1900)
2. beperkt machtige media (vanaf ca 1930)
3. aandacht voor de ontvanger (vanaf ca 1945)
4. sturend machtige media (vanaf ca 1960)
5. massamedia in informatietijdperk (21e eeuw)
In fase 1 van de almachtige media (1900) hoort de one-stepflow theorie (aka injectienaaldtheorie). De war of
worlds, radiozender waar iedereen van schrok hoort hierbij. In deze fase is de invloed van de media groot. Het is
vooral eenrichtingsverkeer van zender naar ontvanger. De ontvanger neemt alles weerloos (als en spons) en
passief over. De massa is hierbij dus erg makkelijk te manipuleren, alleen de elite niet (Elite staan hoger dan de
rest). Zo kwam er ook demonisering, waarin de media iemand slechter deed lijken dan hij/zij in werkelijkheid was.
Wat gebeurde er na 1900:
De massamedia groeide explosief, waardoor er urbanisatie (van platteland naar stad verhuizen), industrialisering,
alfabetisering en democratisering ontstond. Er kwam massamedia zoals de krant, tijdschriften, film en radio. Deze
massamedia kregen invloed, wekte belangstellingen, had een groot bereik en was openbaar. Wetenschappers
vragen zich af: hoe invloedrijk? De wetenschappers willen inzicht in relatie tussen mens en
massamedia/mediaelite, Massacommunicatie is groot bereik én openbaar.
In fase 2 van de beperkt machtige media (1930) horen de two-stepflow theorie en de multi-stepflow theorie. In de
two-stepflow theorie gaat de boodschap nog steeds van de media naar de massa, maar met een