In dit document is bijna een gehele samenvatting van het boek Gedrag in Organisaties te vinden. Het boek dat gebruikt is, is de 14de editie geschreven door Stephen Robbins en Timothy Judge. Deze samenvatting kan handig zijn voor alle eerstejaars van de studie Toegepaste Psychologie. Ook is het hand...
Arbeid en organisatiepsychologie
Hoofdstuk 1: inleiding op gedrag in organisaties
- GiO (gedrag in organisaties): is een toegepaste wetenschap met als belangrijkste doel het
verbeteren van effectiviteit in organisaties. Het is een onderzoeksterrein dat de impact op
het gedrag binnen organisaties bestudeert, doormiddel van individuele factoren,
groepsprocessen en organisatiestructuur. GiO hanteert systematisch onderzoek door EDM
(evidence base management), dit om gedragsvoorspellingen te verbeteren omdat EDM
alleen op het intuïtieve is gebaseerd.
- Managers: communicatieve managers zijn het effectiefst.
- Intuïtieve kennis: de ongeschreven regels, gedrag wat automatisch voortkomt. Dit gedrag
wordt voorspelbaar als je de contingentievariabelen weet.
- Contingentievariabelen: voorwaarden waardoor iemand harder gaat werken.
- Human resource management (HRM): gaat over alles wat een organisatie eraan doet om
hun werknemers productief te laten zijn en dat de arbeidsrelatie in evenwicht is en dat deze
voldoet aan de maatschappelijke normen en verwachtingen.
Hoofddoel van HRM:
Medewerkers optimaal kunnen laten presteren.
Medewerkers zich betrokken laten voelen.
Dat de organisatie zich houdt aan de institutionele wetgeving (wetten, afspraken).
- Het GiO model heeft 3 stappen:
Input
Processen: de handelingen die voortkomen uit de input.
Uitkomsten: hetgeen wat GiO probeert te voorspellen.
- Deze 3 stappen hebben verschillende niveaus:
Individueel niveau
Groepsniveau
Organisatieniveau
Hoofdstuk 2: attitudes en werktevredenheid
- Attitude: de houding die iemand naar iets heeft. Dit kan veranderen, maar is over het
algemeen redelijk stabiel. Attitudes zijn in 3 componenten te verdelen.
1. Cognitieve kennis component: iemands oordeel of mening over iets, gebaseerd op
perceptie.
2. Affectieve component: iemands gevoel en emotie over iets.
3. Gedragscomponent: iemands intentie om bepaald gedrag te vertonen.
Gedachte + gevoel = gedragsintentie, dit kan leiden tot gedrag.
- Moderatorvariabelen: variabelen die bij bepaalde waarden het verband tussen 2
verschijnselen onderdrukken of versterken. De krachtigste onderdrukkers en versterkers
tussen het verband van attitudes en gedrag zijn:
Belang van de attitude: hoe belangrijker, hoe sterker de band met het gedrag.
De specificiteit van gedragsintentie: hoe beter de attitude past bij gedrag, hoe
sterker het verband.
De toegankelijkheid van de attitude: hoe gemakkelijker op te roepen in het
geheugen, hoe groter de voorspelling van gedrag.
De aanwezigheid van sociale druk.
Directe ervaring met de attitude: het verband is sterker als iemand veel ervaring
heeft over waar de attitude overgaat.
- Werk gerelateerde attitudes:
, 1.Werktevredenheid
2.Werkbetrokkenheid
3.Organisatie binding (affectieve binding)
4.Waargenomen steun van de organisatie
5.Bevlogenheid (passie)
Job embeddeness speelt hier ook een grote rol in: hoe sterker iemand zich
verbonden voelt met het werk en de collega’s, hoe minder snel ze ontslag nemen.
- Wat zorgt voor werktevredenheid:
Werk omstandigheden: hoe interessanter iemand het werk vindt, hoe tevredener.
Persoonlijkheid: positief of negatief zelfbeeld.
Salaris
Maatschappelijk verantwoord ondernemen: vooral bij millennials.
Mensen zijn vaker tevreden over hun werk zelf, managers en collega’s, maar minder
tevreden over hun salaris en promotiekansen.
- Werkontevredenheid kan op bepaalde manieren geuit worden:
Constructief Destructief
Actief Stem reactie: probeert de Exit reactie: neemt ontslag.
omstandigheden te verbeteren.
Passief Loyaliteit reactie: afwachtend. Verwaarlozing reactie: te laat komen of
vaak ziekmelden.
- In de praktijk attitudes van werknemers verbeteren:
Werktevredenheid:
o Taakontwerp: is het uitdagend genoeg, is er ruimte voor groei.
o Selectie: past deze baan bij deze persoon.
o Begeleiding, beoordeling en beloning.
Betrokkenheid:
o Training en opleiding
o Taakontwerp 2
Hoofdstuk 7: basisbegrippen van motivatie
- Motivatie: het proces in een persoon dat de intensiteit, de richting en de volharding bepaald
van zijn pogingen om een doel te bereiken.
- 3 vroege motivatietheorieën:
1. De behoeftehiërarchie van Maslow:
Fysiologische behoeften
Behoefte aan veiligheid
Sociale behoeften
Behoefte aan respect
Behoefte aan zelfverwekelijking
2. De tweefactorentheorie van Herzberg:
Intrinsieke factoren: carrièrekansen, erkenning, verantwoordelijkheid en
prestatie.
Extrinsieke factoren: leiding, beloning en werkomstandigheden.
3. De driebehoeftentheorie van McClelland:
Prestatiebehoefte
Behoefte aan macht
Behoefte aan affiliatie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper snijmeijer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,48. Je zit daarna nergens aan vast.