100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Wetenschapsfilosofie (PABA3023) - College aantekeningen + Philosophy of social science (Risjord) €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Wetenschapsfilosofie (PABA3023) - College aantekeningen + Philosophy of social science (Risjord)

 18 keer bekeken  0 keer verkocht

In dit document vind je een uitgebreide samenvatting van de college aantekening van het vak wetenschapsfilosofie samen met het boek Philosophy of Social Science van Risjord. Ook staan de antwoorden van de weekvragen in de samenvatting.

Voorbeeld 4 van de 43  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1 t/m 10
  • 19 juni 2023
  • 43
  • 2022/2023
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (8)
avatar-seller
brttlvld8
Aantekeningen Wetenschapsfilosofie
C1 – Wat is wetenschap en wat is wetenschapsfilosofie?
Filosofie
Filosofie kan worden verdeeld in de domeinen:
- Waardetheorie > Dit betreft kwesties over de bron en rechtvaardiging van normen, waarden en
regels. Wat maakt een handeling moreel toelaatbaar of wat maakt een schilderij goed?
- Epistemologie > Dit betreft menselijk kennis. Wat is kennis en hoe wordt kennis gerechtvaardigd?
Het onderzoekt de oorsprong, reikwijdte en aard van kennis.
- Metafysica > Dit stelt vragen over de fundamentele kenmerken van de wereld. Wat zijn oorzaken?
Zijn mensen vrij? Wat betekent het om rationeel te zijn? Een onderdeel hiervan is ontologie, die
het ‘zijn’ van dingen onderzoekt en beschrijft. Hierbij probeert men entiteiten in te delen in
categorieën op basis van eigenschappen
 De filosofie van de sociale wetenschappen put uit al deze drie domeinen
Wetenschapsfilosofie
Er is veel belang bij evidence based practice. Maar “het is wetenschappelijk bewezen dat ...” is een
soort drogreden. Het geeft een stempel van goedkeuring die vaak betekenisloos is.
Aangezien wetenschap onze meest betrouwbare bron van kennis is, moeten we wetenschappelijke
kennis kunnen onderscheiden van haar look-a-likes. Wetenschapsfilosofie stelt daarom reflectieve
vragen aan wetenschappelijke claims om deze claims op waarde te kunnen schatten. Wat is
wetenschappelijk? Wat houdt dat in? Wat kunnen we weten?
De vragen die bij wetenschapsfilosofie worden gesteld, kunnen worden onderverdeeld in 3 bredere
thema’s:
1. Normativiteit > Deze vragen gaan over de plaats van waarden in wetenschappelijk onderzoek.
Aan de ene kant maken de normen, waarden en regels van samenlevingen deel uit van wat de
sociale wetenschappen bestuderen. Aan de andere kant zijn er normen, waarden en regels die
de sociale wetenschappers zelf erkennen en die deel uit maken van hun samenleving. Kan de
wetenschap waardevrij zijn? En kan de wetenschap dan objectief zijn?
2. Naturalisme > Deze vragen gaan over de relatie tussen natuurwetenschappen en de sociale
wetenschappen. Moeten de sociale wetenschappen de methoden van de natuurwetenschappen
navolgen? Of zijn er unieke methoden en theorievorming vereist?
3. Reductionisme > Deze vragen gaan over hoe sociale structuren zich verhouden tot de individuen
die ze vormen. Hebben kerken causale machten die verder gaan dan die van hun leden? Kunnen
alle correlaties op sociaal niveau worden verklaard in termen van individuele overtuigingen,
doelen en keuzes?
 Als grove generalisatie kunnen we waarschijnlijk stellen dat alle reductionisten naturalisten
zijn. Maar het omgekeerde is niet waar: niet alle natuuronderzoekers zijn reductionisten.
 Tegenhangers van reductionisme zijn holisten. Zij wijzen op sociale fenomenen die
onmogelijk te verklaren of te analyseren zijn in individualistische termen.
Pseudowetenschap versus wetenschap
In de praktijk zijn heel veel onderzoeksvragen mogelijk. Er zijn ook heel veel mensen die antwoorden
op de vragen hebben. Maar wat zijn goede en slechte antwoorden? Wat is wetenschap en wat niet?
Hoe kunnen we die scheiding maken? Is deze scheiding überhaupt te maken? Waar let je op bij de
scheiding?
- Empirische kwaliteit > Is het onderzoek goed opgezet? Zijn de analyses goed uitgevoerd? Zijn de
proefpersonen een goede afspiegeling van de populatie?
- Logische kwaliteit > Is dit een logische gevolgtrekking gegeven de data? Wat is de kwaliteit van de
argumentatie? Is het een argument of een smoes?

1

, o Er wordt onderzoek gedaan naar de werkzaamheid van parapsychologie. De bevinding hierbij
was dat er relatief weinig ondersteuning gevonden werd. De verklaring van parapsychologen
hiervoor is dat naarmate iemand beter getest wordt, wordt de kracht van het fenomeen
minder. Dit fenomeen wil niet gevonden worden. Hierdoor kun je het niet falsificeren.
Pseudowetenschap wordt gepresenteerd als niet-wetenschap dat zich voordoet als wetenschap.
Maar is dit een goede definitie? De definitie is eigenlijk te breed. Er zijn namelijk verschijnselen die
aan deze criteria voldoen, maar niet als pseudowetenschap worden gezien. Want wat als iemand
fraudeert, is dat dan ook pseudowetenschap? De boel belazeren is weer een andere dimensie.
Vaak is pseudowetenschap niet in overeenstemming met geldende theorieën. Pseudowetenschap is
dan een aanhoudende inspanning om standpunten te bevorderen die verschillen van die welke op
dat moment wetenschappelijke legitimiteit hebben.
 Fraude in de wetenschap wordt in het algemeen niet geassocieerd met een afwijkende of
onorthodoxe doctrine
Toch is het ook niet altijd terecht om bevindingen die in strijd zijn met de geldende theorieën als
pseudowetenschap te zien. Over een paar honderd jaar kan de pseudowetenschap van nu gezien
worden als wetenschap. Denk maar aan de gedachte dat de zon om de aarde zou draaien, maar de
aarde eigenlijk om de zon draait. Dit laatste werd vroeger niet geaccepteerd, maar nu juist wel. Het
risico hierbij is dat mensen die als pseudowetenschappers worden gezien ook niet gehoord worden in
discussies.
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen 2 vormen van pseudowetenschap:
1. Pseudo-theoriepromotie > Het hoofddoel hierbij is de bevordering van een bepaalde eigen
theorie. Men heeft hierbij de neiging om hun theorieën te beschrijven als conformeerbaar aan
de reguliere wetenschap. Een voorbeeld hiervan zijn voorstanders van homeopathie.
2. Wetenschapsontkenning > Dit wordt gedreven door een verlangen om een wetenschappelijke
theorie of tak van wetenschap te bestrijden. De term ‘ontkenning’ werd voor het eerst gebruikt
over de bewering dat de nazi-holocaust nooit heeft plaatsgevonden. Men produceert valse
controverses met legitieme wetenschap.
 Veel vormen van pseudowetenschap combineren beide vormen
Demarcatie
Bij de demarcatiediscussie vragen we ons af: Hoe kunnen we een scheiding maken tussen wat
wetenschap is en wat niet wetenschap is? Wat onderscheid wetenschappelijke kennis van andere
soorten kennis?
Een beweging die in de 19e eeuw opkwam en kenmerkend is voor de wetenschappelijke manier van
denken is het positivisme/empirisme. Het idee is dat wetenschappelijke denkers zich los maken van
de kerk. Ze wouden kennis opdoen op basis van zuivere waarnemingen en feiten. Het idee dat we
rechtstreeks toegang hebben tot die feiten, blijkt een problematisch idee. We werden geconfronteerd
met het idee dat we te maken hebben met een waargenomen fenomeen en theorieën die de
waarnemingen vormgeven.
In het begin van de 20ste eeuw kwam het logisch positivisme/empirisme. Zij gingen opzoek naar een
zuiver logische taal die gecombineerd wordt met zuivere waarnemingen. Als we kunnen nagaan wat
logisch en rationeel is en dit kunnen combineren met wat we tegenkomen, dan hebben we
wetenschappelijke kennis. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat wetenschappers afhankelijk zijn
van taal. Kun je deze taal vertrouwen? Sluipen daar geen onwetenschappelijkheden in? Inductief
werken werd hierbij toegepast. Je kijkt naar de praktijk (gaat er open in) en vormt op basis hiervan
een theorie die geverifieerd kan worden. Dit wordt nog steeds veel gedaan, terwijl het filosofisch
gezien verworpen is.



2

,Volgens de empirische kijk op een theorie, is een theorie een structuur van algemene uitspraken die
sommige verschijnselen verklaart en voorspellingen daarover mogelijk maakt. Deze uitspraken
worden vaak wetten of nomologische generalisaties genoemd. De theorie kan epistemologisch
worden gerechtvaardigd door de consequenties van de theorie te vergelijken met observaties.
o De bewegingswetten van Newton verklaren de huidige bewegingen van een object en
voorspellen ze de toekomstige bewegingen ervan.
Volgens Karl Popper committeren wetenschappers zich nooit aan theorie. Ze zijn namelijk oneindig
kritisch. Hoe kun je op basis van een enkele observatie komen tot een generaliseerbare theorie?
Hoeveel verificaties ben je nodig? Hij verwierp dan ook verifieerbaarheid als criterium voor een
wetenschappelijke theorie of hypothese om wetenschappelijk te zijn. Inductief werken kan daarom
niet gebruikt worden om een waarheid te bevestigen. De oplossing is dat onderzoek gebruikt kan
worden voor falsificatie van wetenschappelijke theorieën en hypotheses. Hetgeen dat overblijft komt
het dichts bij de waarheid. Wetenschappelijke kennis benaderd het best de werkelijkheid, maar het
kan nooit 1-op-1 samenvallen. Je moet deductief werken; niet opzoek gaan naar witte zwanen, maar
naar zwarte zwanen.
 Het probleem hierbij is dat een falsificatie niet uitgevoerd kan worden door één losse hypothese
te ontkrachten. Er zitten altijd meer aannames verworven in één ontkrachting van een
hypothese. Zo simpel als de witte en zwarte zwaan is het niet.
 Wetenschapsfilosofisch gezien zitten er haken en ogen aan. Zijn criterium sluit de mogelijkheid
uit dat er sprake kan zijn van een pseudowetenschappelijke claim die weerlegbaar is. Een valse
bewering kan als wetenschappelijk worden beschouwd, doordat het weerlegbaar is. Verdedigers
van Popper geven daarom aan dat falsifieerbaarheid niet een voldoende voorwaarde is, maar
wel een noodzakelijke voorwaarde voor de afbakening van de wetenschap.
Imre Lakatos stelde een wijzing van Poppers criterium voor dat hij geadvanceerd (methodologisch)
falsificationisme noemde. Vanuit deze visie moet het afbakeningscriterium niet worden toegepast op
een geïsoleerde hypothese of theorie, maar op een heel onderzoeksprogramma dat wordt
gekenmerkt door een reeks theorieën die elkaar achtereenvolgens vervangen. Elke nieuwe theorie
die in het programma wordt ontwikkeld heeft een grotere empirische inhoud dat zijn voorganger. Als
dit niet het geval is, is het pseudowetenschappelijk.
Thomas Kuhn vond juist dat wetenschappers zelden kritisch zijn. Ze volgen heel veel regels de hele
tijd en handelen binnen een bepaalde kennisstructuur. Kuhn bekritiseerde Popper; op basis van zijn
criterium kan niet de hele wetenschappelijke onderneming worden gekarakteriseerd. Poppers focus
op falsificatie van theorieën leidt tot een focus op de vrij zeldzame gevallen waarbij een hele theorie
op het spel staat. In plaats daarvan is het de ‘normale wetenschap’, de wetenschap die plaatsvindt
tussen de ongewone momenten van wetenschappelijke revoluties, waardoor we kenmerken kunnen
vinden voor het onderscheiden van wetenschap en pseudowetenschap. In deze normale wetenschap
bestaat de activiteit van de wetenschapper uit het oplossen van puzzels in plaats van het testen van
fundamentele theorieën. Kuhns afbakeningscriterium, het vermogen om puzzels op te lossen, ziet hij
als een essentieel kenmerk van normale wetenschap.
Kuhn beschreef kennis in patronen en fasen:
- Normal science > Iedereen is het ongeveer eens over wat ze moeten doen en wat ze onderzoeken.
De wetenschapper lost puzzels op, waarbij de huidige theorie wordt geaccepteerd.
- Fase van crisis > Er is een probleem dat binnen de normal science niet opgelost kan worden
- Scientific revolution > Manier om het probleem misschien op te lossen, die in de normal science
niet serieus genomen werd
- Paradigma shift > Omwenteling, de een is niet meer waar of minder waar dan de andere (bijv.
duck-rabbit). Ze spreken een andere taal over hetzelfde fenomeen (incommensurabiliteit van het
paradigma).

3

, Robert Merton heeft weer een andere benadering. Volgens hem wordt wetenschap gekenmerkt door
een ‘ethos’, dat kan worden samengevat als 4 sets van institutionele imperatieven:
1. Het universalisme > Waarheidsclaims, ongeacht hun oorsprong, moeten worden onderworpen
aan vooraf vastgestelde, onpersoonlijke criteria. Aanvaarding of afwijzing van claims mag dus
niet afhankelijk zijn van de persoonlijke of sociale kwaliteiten van hun protagonisten.
2. Communisme/ gemeenschappelijkheid > De inhoudelijke bevindingen van de wetenschap zijn
het product van sociale samenwerking en behoren daarom tot de gemeenschap.
3. Desinteresse > Deze imperatief legt een patroon van institutionele controle op dat bedoeld is om
de effecten van persoonlijke of ideologische motieven onder controle brengt.
4. Georganiseerd scepsis > De wetenschap maakt een afstandelijke toetsing mogelijk van
overtuigingen die door andere instellingen worden nageleefd.
Het demarcatieprobleem en de -discussie suggereert dat er een scheiding gemaakt kan worden
tussen wetenschap en pseudowetenschap. Maar dit is wel heel simplistisch; in de praktijk is het veel
gecompliceerder. Binnen de wetenschap zijn er ook dingen die achteraf niet blijken te kloppen. Toch
moeten we wel ergens grenzen stellen.
 Het onderscheid tussen wetenschap en pseudowetenschap speelt geen duidelijke rol in het
epistemisch relativisme.




4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper brttlvld8. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66579 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
  Kopen